
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In aflevering 28 werd uit de doeken gedaan hoe de Sambeekse heide werd ontgonnen en de modelboerderij Lactaria werd opgericht. Het succes van Lactaria riep bij de plaatselijke overheid gemengde gevoelens op. Want de eigenaar, De Blocq van Scheltinga, was protestant en dat was in deze roomse omgeving toch wel ‘een dingetje’.
Na zijn bezoek aan Vierlingsbeek op 12 augustus 1918 noteert de commissaris der Koningin: Men klaagt over De Blocq van Scheltinga, den eigenaar van Lactaria; Roomschen in zijn dienst, jachtopziener en derg. krijgen geene gelegenheid om hunne godsdienstplichten behoorlijk te vervullen. Later schrijft de commissaris dat de klachten over de eigenaar volgens hem sterk overdreven zijn.
Feit was wel dat het succesvolle, ‘protestantse’ bedrijf aantrekkingskracht had op protestantse boeren en boerenknechten van elders. En dat vond de Sambeekse burgemeester Stevens maar niks. In 1933 overlijdt de eigenaar en als Stevens hoort dat de familie het landgoed te koop zal zetten, gaat hij snel aan het werk. Hij wil voorkomen dat het bedrijf opnieuw in protestantse handen valt, dat er nog meer ‘andersdenkenden’ naar zijn gemeente komen. De verkoop van het landgoed ziet hij ook als een uitgelezen kans om jonge boerenzonen uit de regio de kans te bieden voor zichzelf te beginnen en op de vruchtbaar gemaakte grond welvarende, rooms-katholieke boerenbedrijven én -gezinnen te stichten.
Op 23 september 1933 verschijnt in de plaatselijke krant de advertentie dat Modelhoeve Lactaria openbaar wordt geveild. Het gaat om 250 ha weiland, 50 ha bouwland, 20 ha dennenbos, de boerderij met opstallen en een aantal arbeiderswoningen. Alles is ook in delen te koop. Stevens wil proberen het gehele bedrijf aan te kopen. Hij krijgt de gemeenteraad mee, maar geld is er niet. Hij vermoedt dat het landgoed 250.000 gulden moet opbrengen. In een vertrouwelijke brief aan banken en pensioenfondsen, zoals het Algemene Mijnwerkersfonds in Heerlen, vraagt hij om een lening. Het lukt aanvankelijk niet om een geschikte partij te vinden. Maar dan blijkt de Boerenleenbank in Eindhoven er wel oren naar te hebben. Op 27 september 1933 legt Stevens in een vertrouwelijke brief aan de bank nog eens zijn beweegredenen uit. ‘Momenteel is Lactaria in Protestantsche handen. De laatste jaren heeft de gemeente veel tegenwerking van Lactaria ondervonden, speciaal voor wat het onderwijs voor de Protestantsche kinderen betreft.’ Stevens doelt op het feit dat zijn gemeente het vervoer van die kinderen naar de dichtstbijzijnde protestantse school moet betalen: 700 gulden per jaar. Verder schrijft hij: ‘Het zou toch diep te betreuren zijn, wanneer deze vruchtbare landerijen wederom in handen van andersdenkenden kwam. Dit moet toch, wanneer ’t eenigzins mogelijk is, voorkomen worden. Er staat hier voor onze Roomsche boeren een groot belang op het spel. Laten we toch voorkomen, dat hier tusschen onze boeren eene andersdenkende nederzetting komt.’
Zijn brief valt in goede aarde bij de katholieke boerenleenbank. Sambeek kan 250.000 (113.445 euro) gulden lenen. Via een stroman slaagt de gemeente er daarna in om inderdaad het hele landgoed te bemachtigen. Die 2,5 ton blijkt niet eens nodig: voor slechts 166.500 gulden (75.554 euro) wordt de gemeente eigenaar. Het landgoed wordt in delen verkocht aan jonge boeren uit de omgeving en zal uitgroeien tot een gloednieuw, katholiek dorp: Stevensbeek.
Burgemeester Stevens van Sambeek (coll. BHIC, fotonummer SAM0147)
Omslag van het veilingboekje
Dit verhaal verscheen eerder in dagblad De Gelderlander.
Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek