skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Hoog Bezoek: Goed onderwijs dankzij royale gift uit erfenis

In Hoog Bezoek belicht De Gelderlander de periode 1895-1928 aan de hand van de werkbezoeken van commissaris van de Koningin Van Voorst tot Voorst. In samenwerking met het Brabants Historisch Informatie Centrum. Vandaag aflevering 26: het legaat Van Cooth.

Portret van Petrus van Cooth (foto: Geurt Franzen)Na zijn werkbezoek aan Boxmeer op 15 maart 1905 schrijft de commissaris der Koningin: De procedure van verschillende gemeenten tegen Mr. Rits over de afgifte van het legaat van Cooth vordert slecht; Boxmeer althans heeft daarvan in zeer geruimen tijd niets gehoord, en weet niet hoe de zaak staat.

Boxmeer was partij in een rechtszaak tegen een notaris uit Den Bosch, mr. H.C.F. Rits geheten. Die was belast met de uitvoering van het testament van een welgesteld man die op 7 juni 1901 overleden was en de gemeente Boxmeer in zijn laatste wil gunstig had bedeeld. De overledene heette Petrus Franciscus van Cooth (1819-1901). Een dokterszoon die het tot griffier van de Brabantse provinciale staten had geschopt en die, mede dankzij zijn echtgenote die uit een voorname Oisterwijks-Bossche familie kwam, een vermogen van 1,3 miljoen gulden had vergaard. Een bedrag dat je anno 2017 kunt vergelijken met 16,6 miljoen euro. Hun enige kind kwam vroeg te overlijden, zijn echtgenote stierf ook eerder dan hij en Van Cooth besloot dat het grootste deel van zijn geld na zijn overlijden aan het onderwijs in de regio ten goede moest komen. Uit zijn nalatenschap kregen acht gemeenten elk een legaat, een vorm van erfenis, toegewezen van elk 40.000 gulden. Dat waren, behalve Boxmeer, de gemeenten Eindhoven, Oosterhout, Roosendaal, Uden, Waalwijk, Grave en Veghel. Ook enkele Gelderse gemeenten deelden in de erfenis, maar zonder eis van goed onderwijs. Boxmeer kreeg ook enkele percelen landbouwgrond onder Neerijnen en Batenburg. Dat was ter ere van het feit dat Van Cooth’s grootvader, Leopold Frans Willem (1749-1825), in Boxmeer geboren was.

De omslag van het gedrukte testament (foto: Geurt Franzen)Waarom deze acht en bijvoorbeeld niet zijn geboortegemeente, Ravenstein? Omdat, zo schreef hij in zijn testament, in die acht gemeenten al een goede, publieke school bestond en het te verwachten was dat daar van deugdelijk en praktisch vervolgonderwijs goed gebruik gemaakt zou worden. Want daar was het geld voor bedoeld, niet voor de lagere school, maar voor het vervolg: herhalingsonderwijs, landbouwonderwijs en tekenonderwijs. Met dat laatste werd technisch tekenen bedoeld, het ontwerpen van meubelen, installaties, werktuigen en gebouwen. Het was uitdrukkelijk niet bedoeld, zo schreef Van Cooth, dat het geld gebruikt werd voor tekenlessen ‘die portretschilders vormden of architecten die zeldzaam voorkomende gevels van groote gebouwen konden ontwerpen’. Nee, het onderwijs moest ertoe dienen dat er deugdelijke ambachtslui kwamen. Van Cooth, zo blijkt uit zijn uitgebreide testament dat hij herhaaldelijk wijzigde, was begaan met de arbeidende klasse en meende dat alleen goed  onderwijs de arbeiders kon weghouden van duivelse verlokkingen. 

Zoals wel vaker bij erfenissen, ontstond er gedoe. Geen ruzie tussen erfgenamen onderling, maar tussen de erfgenamen en de notaris, mr. Rits, die het testament moest uitvoeren. Toen het moment daar was, dat alle giften konden worden uitgekeerd, diende de notaris een rekening in waar iedereen van achterover viel. Rits eiste ruim 28.000 gulden, terwijl een ingehuurde deskundige berekende dat de helft meer dan genoeg was. Een slepende rechtszaak was het gevolg. In 1906 besliste de rechtbank dat de nota van de notaris toch betaald moest worden.

Boxmeer betaalde van de rente van het legaat een landbouwcursus, maar ook tekenonderwijs en mulo.

Illustraties

Portret van Petrus van Cooth (foto: Geurt Franzen)
De omslag van het gedrukte testament (foto: Geurt Franzen)

Dit verhaal verscheen eerder in dagblad De Gelderlander

Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.