skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Hoog Bezoek: Priester te Tongelaar vergat dienstbode niet

In Hoog Bezoek belicht De Gelderlander de periode 1895-1928 aan de hand van de werkbezoeken van commissaris van de Koningin Van Voorst tot Voorst. In samenwerking met het Brabants Historisch Informatie Centrum. Vandaag aflevering 13: Felix Walter op Tongelaar.

Kasteel Tongelaar op een steengravure van J.F. Christ (foto: collectie BHIC)Als de commissaris der Koningin Gassel bezoekt, heeft hij het regelmatig over landgoed en kasteel Tongelaar. Eind 19e eeuw is G.M.A.M. Ghislaine, marquis de la Boëssière-Thiennes, de eigenaar. Die Belgische markies is er zelden. Eens in de vijf jaren komt hij op bezoek en logeert dan bij zijn rentmeester in Grave. De landerijen worden goed beheerd, het kasteel niet. Dat was anders onder de vorige rentmeester, Felix Walter (1804-1874). Die woonde op het kasteel en onderhield het goed. Bijna dertig jaar na Walters dood is de commissaris nog lovend over hem. Op 29 april 1902 schrijft hij: De Heer Walter was de eerste administrateur. Hij was R.C. geestelijke en woonde daar misschien wel 40 jaren. Hij las daar de H. Mis; de kapel is er nu nog in orde, de kaarsen staan nog op de candelabres, de miskleeren zijn nog aanwezig.

Felix Walter was niet alleen een bekwaam zaakwaarnemer, hij was inderdaad ook priester en droeg, mede dankzij een familiefortuin, in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van Langenboom. Hij was een van de zonen van de Graafse burgemeester en wijnhandelaar Petrus Walter (1766-1855). Diens echtgenote kwam uit een welgestelde familie en na de dood van twee tantes erfde Felix een deel van een landgoedje in Langenboom.

Geschilderd portret van Felix Walter (foto: collectie BHIC)Walter vond de verlatenheid van de buurtschap heel geschikt voor een klooster waarin de broeders zich in afzondering volledig aan God zouden kunnen wijden. Hij stelde grond en boerderijtjes beschikbaar en in 1848 ging de gemeenschap van start. Maar het leven daar was te zwaar. Ook al kwam priester Felix elke zondag keurig de mis lezen in een krakkemikkige schuur die tot kapel was verheven. De broeders trokken weg, maar de rentmeester van Tongelaar hield vol. Hij probeerde de orde der Dominicanen naar Langenboom te krijgen, maar de Bossche bisschop was daartegen. Pas toen die, in 1852, van mening veranderde, kwamen de Dominicanen naar Langenboom. In 1860 had Walter de overtuiging dat het wel goed zat en hij schonk de orde zijn grond en gebouwen. Hij verbond wel een voorwaarde aan de schenking: jaarlijks moesten er missen worden gelezen voor de zielenheil van niet minder dan 24 met name genoemde personen, onder wie zijn twee tantes. De komst van de Dominicanen leidde tot de uitgroei van Langenboom, van gehucht tot volwaardig dorp met een eigen parochie vanaf 1918. De orde bleef er tot 1964. 

Ondertussen beheerde de priester/rentmeester landgoed Tongelaar, waar hij woonde met twee dienstboden, Anna van de Ronde en Anna Derks. De laatste was hem zeer dierbaar, zo blijkt uit zijn testament, dat hij opmaakte op 27 maart 1874, acht maanden voor zijn dood. De dienstbode zou na zijn dood het vruchtgebruik van een akker op Tongelaar krijgen, de Haverkamp. Dat leverde jaarlijks 140 gulden op. Anna mocht ook tot aan haar dood gratis in een huis van Walter aan de Oliestraat in Grave wonen. Ten slotte zouden beide Anna’s na zijn dood 75 gulden krijgen. Een paar maanden later, op 28 juni 1874, wijzigt de dan zieke priester zijn laatste wil. Hij wordt zó goed door de dienstboden verzorgd, dat zij ook nog eens 25 gulden worden beloofd. Dat is voor de aanschaf van rouwkleding. Op zijn begrafenis moeten ze er immers fatsoenlijk bijlopen.

Illustraties

1) Kasteel Tongelaar op een steengravure van J.F. Christ (foto: collectie BHIC, nr. GAS0092)
2) Geschilderd portret van Felix Walter (foto: collectie BHIC, nr. LBO0080)

Dit verhaal verscheen eerder in dagblad De Gelderlander

Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen

Doe mee en vertel jouw verhaal!