skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Hoog Bezoek: Vlees op tafel, in Beugen elke dag

Geurt Franzen
Geurt Franzen
vertelde op 22 november 2017
bijgewerkt op 17 december 2019
In Hoog Bezoek belicht De Gelderlander de periode 1895-1928 aan de hand van de werkbezoeken van commissaris van de Koningin Van Voorst tot Voorst. In samenwerking met het Brabants Historisch Informatie Centrum. Vandaag aflevering 32: vlees op tafel.

Geslacht varken op de leer, c. 1900-1905 (BHIC, fotonr. DCMIL-000012)In de verslagen van zijn werkbezoeken aan de Brabantse gemeenten noteerde de commissaris der Koningin allerhande observaties. Soms waren het zakelijke mededelingen over de staat van een gemeente, over hoe de administratie werd bijgehouden of hoeveel bomen er langs de wegen werden geplant. Maar Van Voorst tot Voorst schreef ook over ‘sociale’ verschijnselen die hem opvielen. Daardoor krijgen we ook een beeld van de zeden en gewoonten van die tijd. Zo noteerde de commissaris na zijn tweede werkbezoek aan de gemeente Beugen en Rijkevoort, op 3 mei 1902: De zeden zijn er nog zeer eenvoudig; men gaat weinig uit; meiden en knechts maken hun loon niet op, maar bewaren het, of geven het tehuis af. De loonen van een knecht loopen van f. 120 – f. 160; die van een meid van f. 70 – f. 100. – De dienstboden zitten met den boer aan dezelfde tafel; daar zijn geen 5 boerderijen waar dat niet gebeurt; men eet minstens 2 maal daags vleesch of spek.

Dat het personeel tijdens de maaltijd naast de boer aan tafel zat, mag je voor die tijd gerust als opmerkelijk beschouwen. In andere delen van het land werd het standsverschil tussen heerboer en knecht nog decennialang volgehouden. Hooguit mochten knechten en dienstmeiden daar in dezelfde kamer eten. Maar zij prikten dan met een vork de aardappels met reuzel uit een gemeenschappelijke pan – denk aan het schilderij De Aardappeleters van Vincent van Gogh – terwijl de boer en zijn gezin van borden aten. Knecht en dienstmeid zaten in het schemerdonker, aan een tafel tegen de binnenmuur, terwijl de eettafel van het boerengezin aan het raam stond.

De inwoners van Beugen hadden het goed. Dat blijkt uit het feit dat de knechten hun geld niet verbrasten maar opspaarden en uit het feit dat er dagelijks vlees werd gegeten. Vooral omdat met ‘vlees’ in die tijd rundvlees werd bedoeld en niet wat van een varken afkomstig was. Dat vlees noemden ze op de Brabantse boerderijen naar de producten die het geslachte varken leverde: ham, worst, spek en balkenbrij.

Varkens waren er aanvankelijk alleen voor de eigen voedselvoorziening. Een kleine boer kocht in die tijd voor drie rijksdaalders een big en die werd vetgemest om in november door de slachter of vleeshouwer te worden geslacht. Het dier werd op weinig zachtzinnige wijze gedood – meestal een klap op de kop zodat de zeug verdoofd werd waarna er een pen in de hersens werd geslagen – en aan een ladder gehangen. Dat gebeurde allemaal in de openlucht, op het erf.

Varken voor de voedselvoorziening in Udenhout, c. 1941-1945 (BHIC, coll. Beekvliet, fotonr. 1910-000441)Het varken had, tot aan die dag waarop de slachter het erf opkwam, een mooi leventje. Het beest werd in de watten gelegd en kreeg dagelijks voer uit de knorrepan. Dat was een voeremmer waarin allerhande restjes van die dag verdwenen. De NCB, de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, wijdde in zijn weekblad een artikel aan wat een boerin allemaal in die emmer kon gooien. Dat was heel wat. Groenteafval (tenzij er nog soep van gemaakt kon worden), melk die niet meer vers was, korsten die de tandeloze oudjes van het brood sneden, spoelwater van het melkgerei etc. Dat slobberde het varken uit zijn trog. Dat voer werd aangevuld met ondermelk, karnemelk of wei die de boer mee terugbracht van de melkfabriek, maar ook met knollen en graan van het land.

Na de Eerste Wereldoorlog steeg in heel Europa de vraag naar vlees en gingen de boeren ook varkens houden om te verkopen aan exportslagerijen. Vooral Duitsland en Engeland waren gretige afnemers van Nederlands varkensvlees.

Foto's

Geslacht varken op de leer, c. 1900-1905 (BHIC, fotonr. DCMIL-000012)
Varken voor de voedselvoorziening in Udenhout, c. 1941-1945 (BHIC, coll. Beekvliet, fotonr. 1910-000441)

Dit verhaal verscheen eerder ion dagblad De Gelderlander.

Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!