
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De oudste vorm van Huisseling stamt uit 1331. Het wordt dan geschreven als “Huseninghen”. Je kunt daarin de elementen “husum” (huis) en “eng” (akker- of bouwland) herkennen. “Huis op de akker”, dus. Het dorp bestond natuurlijk al lang vóór 1331!
Neerloon wordt vanouds, ook op oude kaarten, als Loon aangeduid. Loon is een vorm van "loo" dat bos betekent. Die plaatsnaam komt (net als bossen) vaker voor, ook in de directe omgeving. De behoefte om onderscheid te maken was er dus al vroeg. (Neer)Loon wordt dan soms ook als "Loon op de Maas" aangeduid (het Loon dat nu Overloon heet, ligt niet aan de Maas). Maar ook de ligging ten opzichte van elkaar in relatie tot de Maas werd gebruikt, en is uiteindelijk de officiële benaming geworden: Overloon ligt stroomopwaarts en Neerloon stroomafwaarts. Je ziet hetzelfde principe aan de gang bij bijvoorbeeld Neerlangel en Overlangel.
De gemeente voerde geen eigen wapen. De beide dorpen vormden oorspronkelijk ook geen eigen heerlijkheid, maar hoorden respectievelijk tot Herpen en Cuijk. Huisseling maakte deel uit van de schepenbank van het Maasland en had daarom geen eigen zegel of wapen. De burgemeester schreef in 1815 aan de Hoge Raad van Adel (die toen aan alle gemeenten in Nederland gevraagd had een voorstel te doen voor een gemeentewapen), dat Huisseling gebruik maakte van het zegel van Ravenstein en daarom geen wapen wilde voeren.
In 1992 stelde de Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde voor een groot aantal opgeheven gemeenten in het noordoosten van Noord-Brabant een dorpswapen voor.
Voor Huisseling had de Commissie het volgende bedacht:
In keel een kruis van goud; in een golvend schildhoofd van zilver drie merletten van keel.
In dit wapen zijn de merletten (de eendjes) afkomstig van Herpen en het schildhoofd van het Maasland. Het kruis symboliseert de kerkpatroon, de H. Lambertus. Kerkelijk behoorde het gebied tot Luik, de kleuren van het kruis zijn dan ook de kleuren van Luik.
Voor Neerloon was het voorstel: "In keel een verkort versmald breedarmig kruis van goud, in de armen vergezeld van vier vijfpuntige sterren van goud; in een schildhoofd van goud drie merletten van keel. "
Neerloon was in het bezit van de Heren van Cuijk en een enclave van Cuijk in het land van Herpen/Ravenstein. De schepenbank voerde tot de 18e eeuw geen eigen wapen. Er is wel een zegel bekend uit het einde der 18e eeuw, waarop een kruis met sterren voorkomt. De oorsprong van dat kruis is onduidelijk. Het kan een symbool zijn van de plaatselijke parochieheilige, Sint Victor van Xanten. In het wapen is het kruis uit het zegel opgenomen, terwijl de merletten afkomstig zijn uit het wapen van Cuijk.
Huisseling wordt voor het eerst al in 783 genoemd, Neerloon in 1191. Het is echter duidelijk dat hier langs de Maas al veel eerder geschiedenis werd gemaakt. Neerloon was namelijk één van de drie plaatsen in Brabant waar ooit een doorwaadbare plaats in de Maas lag. De Romeinen maakten op weg naar Nijmegen al gebruik van deze doorloopbare plaats. Zij noemden dat een ‘statio’. De naam 'Staaystraat' herinnert nog aan de tijd dat zij naar de overkant “staayden”. De Maas kronkelde als een slang door het landschap. Tussen 800 en 1200 was Neerloon zelfs helemaal omgeven door water en dus een eiland.
In 1332 vond er een verdeling plaats van de gement van Overlangel en Neerloon door Jan van Valkenburg, heer van Herpen. Twee jaar later, in 1334, raakte Loon apart van het Land van Herpen. Als Cuijks territorium lag Neerloon als een enclave in het Land van Ravenstein. De oudste Loonse schepenoorkonde die wij kennen dateert van 1358. In deze zelfde tijd, in 1348 of 1349, geeft Walraven van Valkenburg, heer van Herpen, de inwoners van Huisseling het recht om delen van de gement (de gemeenschappelijke gronden) te kopen, te ontginnen en in particuliere erven te verdelen.
Het patronaatsrecht (het recht om de pastoor te benoemen) behoorde toe aan het kapittel van Xanten. Dat is ook de reden dat de kerk dezelfde patroonheilige, namelijk Sint-Victor, heeft. Dat patronaatsrecht is voortgekomen uit het feit dat het kapittel al in de tweede helft van de 13e eeuw een curtis (een hoeve) in Neerloon bezat. Het kapittel inde ook de kerkelijke belasting in Neerloon. Toen de parochie op een gegeven moment bij de betaling in gebreke bleef, slaagde het kapittel er in het gehele dorp te laten excommuniceren!
In het begin van de negentiende eeuw telde Huisseling en Neerloon nog geen 600 inwoners. Dat aantal steeg in die eeuw langzaam tot rond 1850 bijna het hoogtepunt van 800 zielen was bereikt. Daarna zette een geleidelijke daling van het inwonertal in, zodat er in 1919 nog maar 585 mensen woonden. Tegenwoordig komt het inwonertal in de buurt van de 650.
In Huisseling en Neerloon leefde men in hoofdzaak van de landbouw. Een belemmerende factor daarbij was de regelmatige wateroverlast. In 1802 werd de Huisselingsche Kade aangelegd om meer bescherming te bieden tegen de Beerse Maas. Het jaar daarop werd ook de Polder van Neerloon voorzien van zo’n kade. Dat voorkwam overigens niet dat in de winter van 1820 een groot gedeelte van de gemeente volledig onder water kwam te staan. Hoe breed (en ondiep) de Beerse Maas was, was goed te zien aan de (vrij lage) spoorbrug die bij Huisseling over het traject van het water werd aangelegd. Na de sluiting van de Beersche Overlaat in 1942 verloor deze brug zijn functie. Bij de ruilverkaveling in de jaren ’50 is de brug gesloopt
De kerk van Sint Lambertus in Huisseling heeft een roerige geschiedenis. Hij wordt voor het eerst genoemd in 1421. Deze parochiekerk zou in de loop der eeuwen een paar maal worden afgebroken en weer opgebouwd. De huidige kerk is van 1911-1912, naar ontwerp van de Roermondse architect C. Franssen.
De kerk van Sint Victor in Neerloon wordt al voor het eerst in 1405 als quarta capella. Dat wil zeggen dat het om een echt klein kerkje ging. Het onderste gedeelte van de toren is nog uit tufsteen opgetrokken. Het is het restant van de middeleeuwse toren, die nu de onderbouw van de huidige toren vormt. Doordat de kerk bij de overstroming van 1820 onherstelbaar beschadigd was, zijn schip en koor in 1821 herbouwd in waterstaatsstijl.
In de kerk staat een Smits-orgel uit 1848 met nog alle originele pijpen. Tijdens concerten wordt de kerk druk bezocht en komen mensen van heinde en verre om naar de mooie klanken te luisteren.
Precies een eeuw vóór de Huisselingse periode van de Onderlinge Brandassurantie kende het dorp een “Theologische Hogeschool”. Althans zo noemde pastoor Ruijs zelf zijn particuliere seminarie dat hij van 1799 tot 1824 leidde en waar hij jonge mensen een theologisch georiënteerde opleiding gaf.