skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Jeugdherinneringen van mijn vader

Tijdens een voorjaarszwempartij in een buitenbad in mijn jonge jaren, kwam ik maar weer eens verkleumd naar ons plekje. Ik werd snel afgedroogd, maar ik bleef het maar koud hebben. Ik zocht de warme bescherming van mijn, in mijn ogen, hele grote vader.

Hubert Ekstijn in 1936Gewoon lekker tegen zijn grote, dikke, warme buik aankruipen. Zo viel mijn oog op de vele rare strepen op zijn buik en ik vroeg wat dat nou was. Dat waren dus littekens en ik vroeg natuurlijk door, waarop hij vertelde over de

Overval op het distributiekantoor Grave

In de oorlog woonde hij, Hubert Ekstijn, in Grave. Over welk jaar het gaat, is mij niet bekend, maar hij was zeker begin twintig, gezien zijn geboortejaar 1921. Met een aantal vrienden trof men zich in het café en onder de nodige bieren werd de kommer en kwel van de oorlog doorgenomen, zoals dat veel op de bon was. Daar moest wat aan gedaan worden. Er kwamen wel vaker berichten uit het land van overvallen op distributiekantoren en dat zouden zij ook uitvoeren.

Een deel van de vriendenclub toog daarop naar zo’n bureau in Grave (of elders?) en de dienstdoende bewaker werd hardhandig uitgeschakeld. Naar vermogen werden vervolgens de voedsel- en warenbonnen ontvreemd. Dikke euforische pret.

Het verbaasde verder niemand, dat de hele groep al snel werd opgepakt. De muren in 't café hadden immers oren. Het verhoor van mijn vader werd gedaan door een groepje mannen, naar zijn zeggen bestaande uit politie, Gestapo en zwarte pakken met zo'n doodskop en zoals hij benadrukte: veel zwarte pakken en veel grote, zwarte laarzen.

De klappen die de bewaker had opgelopen, werden op hem gewroken. Schoppen en slaan met als finale een afranseling met een stok met een roestige spijker aan het einde. Daar kwamen dus die littekens op zijn buik vandaan. Zo, naar verluid van de “ondervragers”, liep hij de kans nog door een stille dood aan zijn einde te komen. Want deze afstraffing had ook als doel dat je een bloedvergiftiging kreeg en zo alsnog kwam te overlijden. Die bloedvergiftiging heeft hij ook inderdaad gekregen, heel ernstig, maar hij heeft deze doorstaan.

Arbeitseinsatz

In de latere jaren kreeg ik nog meer belevenissen van mijn vader te horen. Mijn vader werd opgepakt voor dwangarbeid naar Duitsland. Het is mij niet duidelijk of dit het gevolg was van die overval, maar hoe dan ook, zijn jaargang kreeg eenvoudig de inzet voor dwangarbeid. Op de trein en weg ermee. Zijn geluk was dat de stoomtrein moest “bijtanken” en stilstond ergens bij de Duitse grens. Er stond een houten hokje naast het spoor (wc?) en daar is hij toen stiekem ingekropen. De trein reed door en ‘s nachts is hij zo weer teruggeslopen naar Grave.

Onderduiken of niet?

Hoe dan ook, hij had geluk, want met de bezetter werd iets geregeld, mogelijk met inzet van de autoriteiten (mijn opa Frans was bevriend met de Graafse notabelen en de burgermeester), maar zeker is, dat het met soldaten met kapotte laarzen slècht marcheren is en dat leidde tot de volgende “oplossing”.

De Ekstijns zaten al bijna tweehonderd jaar in het schoenmakersvak, zo ook mijn vader. Zijn zus Dora had een schoenenbedrijf in Oss en daar kon hij aan zijn dwangarbeiddienst, de Arbeitseinsatz voldoen. Vanuit die ‘veilige’ positie heeft hij meermaals schoenen tegen voedsel o.i.d. geruild, op zijn fiets en in de wijde omgeving van Oss. Dat soort ruilhandel was eigenlijk ook heel gangbaar in die tijd. Wanneer hij dit echter na spertijd deed, was dat meestal in combinatie met Joodse kindjes wegbrengen naar andere adressen c.q. onderduikadressen.

Dat klinkt niet als zonder risico, maar voor die leeftijd was dat eigenlijk alleen maar avontuur.

Reacties (2)

Adri Ekstijn
Adri Ekstijn zei op 30 januari 2015 om 10:08
Ik ben nog zeer geinteresseerd in aanwijzingen en details over die vermeende overval.
Info welker aard is welkom.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 3 februari 2015 om 10:10
Jazeker Adri, wij zijn ook heel benieuwd. Een snelle zoektocht door de historische krantenbank Delpher en onze eigen lokale kranten leverde niets op dus een ieder die meer weet: we horen het graag!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen