Na de inname van ‘s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik in 1629 moesten de Jezuïeten vluchten. Ze vestigden zich in het vrije Land van Ravenstein en verzorgden vanaf 1636 de parochie van het stadje. Op een na waren alle Ravensteinse pastoors tussen 1636 en 1865 jezuïet.
In 1735 werd de barokke Luciakerk geconsacreerd, die door een Duitse ordebroeder ontworpen was. Na de opheffing van de orde in 1772 verenigden de geseculariseerde jezuïeten zich in een congregatie, ze bleven in Ravenstein. Andreas van Wielick, opvolger van de laatste jezuïetenpastoor Arnoldus Voet, droeg de parochie in 1841 weer over aan de jezuïeten. Ze bedienden de Luciakerk van 1841 tot 1865, toen ging de parochie over aan het bisdom.
De paters woonden aanvankelijk in de pastorie, maar toen ze ook ‘nieuwelingen’ gingen huisvesten kochten ze het naburige huis van de heer Reinier van Claarenbeek. Hij was de laatste brouwer van de familie Van Claarenbeek en vanaf 1854 burgemeester van Ravenstein. De jezuïeten bouwden in het huis een kapel en troffen voorzieningen voor het noviciaat. Aan de overkant lag de Latijnse school uit 1739, die in 1900 plaats maakte voor een nieuw stadhuis.
Het woonhuis was al snel te klein en 5 mei 1863 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwbouw van Mariëndaal in Velp. De paters verplaatsten het noviciaat in 1865.
Het oude klooster werd in 1900 gedeeltelijk afgebroken voor twee woningen. Bij de sloop bleef de kapel gespaard, ze kreeg in 1902 als Jozefkapel een nieuwe gevel. In 1983 is de ingangspartij van de kapel gewijzigd, later werd het een rouwkapel.
De sobere, neoromaanse eenbeukige kapel dateert uit omstreeks 1875 en is gelegen aan een smalle straat in de voormalige vestingstad, naast de Sint Luciakerk uit 1735 en de bijbehorende latere pastorie. De straatgevel van de kapel is voorzien van een beeldnis, waarin een kalkstenen beeld van Sint Jozef met Kind door beeldhouwer H. van der Geld. Het ingangsportaal is gewijzigd. In het portaal is de oude vleugelpaneeldeur met rondboogfries uit het voormalige stadhuis geplaatst. De absis heeft blind muurwerk. Buiten is dit muurwerk aan de bovenzijde met ijzeren banden versterkt. Via een muurtje met poort zijn pastorie en kapel verbonden.
Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen aan de Maas, 2010
Martijn van Leeuwen
zei op 8 augustus 2023 om 23:16
De auto op deze foto, is de auto van pastoor Donders.
Mariët Bruggeman
bhiczei op 9 augustus 2023 om 12:21
Bedankt voor je reactie Martijn. Ik heb de foto even op gezocht in onze fotocollectie. Daar zie ik de volgende beschrijving erbij staan die te leuk is om niet hier te delen:
"Herman van Stekelenburg, 2017-12-12 16:19:
In de jaren '70 hadden de pastoor, Jan Donders, en kapelaan Wim Besselink hun auto in de kapel staan. Achterin stond de oude communiebank uit de jaren '30 die geen dienst meer deed in de kerk."
De auto stond dus niet alleen vóór de kapel, maar ook ín de kapel.
Het woonhuis was al snel te klein en 5 mei 1863 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwbouw van 
