Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Na zijn relaas over de Kroatische wreedheden in Volkel eind oktober 1635 schrijft de Udense pastoor het volgende: hijer tot Uden so heeft den capiteijn gewesenen Joachim die Wilde den kerckhoff met ettelijcke huijsloeij noch in gehouden. Oftewel: een grote groep Udenaren onder leiding van ene Joachim die Wilde was erin geslaagd om de Udense kerk voor plundering te behoeden. Of zij ook de rest van het dorp wisten te beschermen is overigens maar zeer de vraag.
Tot nu toe was er verder niets bekend over deze Jochem de Wild. Maar als je de beschikbare bronnen goed bekijkt, is er best nog behoorlijk wat informatie over hem te vinden. De eerste vermelding van Joachim de Wilde in het Udense dateert van 1628, wanneer hij als doopgetuige optreedt. Vervolgens kwalificeert een akte uit Lith van 1630 hem als wonende inden dorpe van Uden. Zijn vader blijkt Christiaen te heten. Vanaf 1638 wordt hij vermeld als vorster of richterbode van Uden, een functie die hij waarschijnlijk tot aan zijn dood heeft vervuld. Ongetwijfeld heeft zijn optreden tegen de Kroaten in 1635 bijgedragen aan zijn benoeming tot vorster.
Jochem was niet afkomstig uit Uden. Voor het eerst komen we hem in de bronnen tegen in 1617, niet in Uden, maar in Lith, waar hij dan een huisplaats aan de bandijk koopt. In de schepenprotocollen van Lith en Lithoijen komt hij daarna nog vaker voor als eigenaar van onroerend goed ter plaatse.
Maar ook Lith was niet zijn plaats van herkomst. Een attestatie die hij in 1630 voor schepenen van Uden liet opstellen en die in het schepenprotocol van Lith wordt bewaard, wijst ons de weg naar Jochems geboorteplaats. In die akte wordt hij namelijk Joachim de Wildt van Geijlkercken genoemd.
Het lijkt er dus op dat hij uit het Duitse Geilenkirchen afkomstig was. Dat vormt dan misschien ook een verklaring voor de kwalificatie capiteijn gewesenen in het doopboek (dat hij kapitein van het Udense gilde was, zoals in het artikel van Spapens wordt beweerd, is nergens op gebaseerd). Was Joachim als huurling in de Nederlanden terechtgekomen en daar blijven ‘hangen’? En was het juist zijn militaire expertise die de Udense kerk wist te redden? Dat Jochem contacten in militaire kringen had, blijkt in ieder geval ook uit het feit dat ene Cappiteijn Gijel liggende te Grave in 1638 getuige was bij de doop van Jochems zoon Corstiaen.
Inmiddels (december 2019) weet ik dankzij een nieuwe archiefvondst meer over die militaire carrière van De Wild.
Jochem was (waarschijnlijk na een eerder huwelijk) getrouwd met Elisabeth Hendricks. Uit hun huwelijk werden tussen 1636 en 1651 acht kinderen geboren. Jochem overleed tussen 1654 en 1657. Elisabeth, in 1660 hertrouwd met chirurgijn mr. Sebastiaen Moxis, werd op hoge leeftijd op 5 augustus 1709 in Uden begraven. Een nakomeling en naamgenoot, mr. Joachim de Wildt, was rond 1700 in Uden werkzaam als chirurgijn.