Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bij de boerderij stond ook nog een grote korenschuur met daarvoor een manege, een aandrijving om koren te kunnen dorsen. Alleen het bakhuisje, de plee en de kippenkooi bleven gespaard. Ruim drie jaar lang hebben de gebroeders Boons in het bakhuis gewoond en in de kippenkooi geslapen. Water haalden ze uit de put en licht uit een stallamp. In 1947 betrokken ze hun nieuwe boerderij, gebouwd door de Firma Snelle, waarna ze weer verder konden boeren.
In 1922 waren mijn moeder en haar twee broers en vijf zussen wees geworden: hun vader Grad (een broer van Dries en Marines) en zijn vrouw Han stierven kort na elkaar. De kinderen kwamen vervolgens bij hun ooms en tante Mie te wonen. Maar bij Tante Mie ging dat niet van harte! Ze gaf de kinderen nogal neig te kennen: “ge kund hier komen wonen, maar ik schel geen éne érpel vúr oe en ik stop ók ginne sok! Went dan hâk ók wel kunnen trouwen”.
Mie heeft nog maar een paar jaren meer geleefd en toen moest mijn moeder Cor, die de oudste was, met haar 12 jaar heel het huishouden doen. Bovendien werkte ze nog vijf dagen van 7 tot 4 bij Huize Gerra langs het seminarie om het kostgeld van de kinderen op te brengen.
Bij het bakhuisje was aan de voorkant eerst een klein deurtje en daar is nu, zoals je ziet, een grote deur in gezet. Links van de deur, bij dat kleine raampje, stond de trog waarin ik als 6-jarige jongen het deeg stond te treden voor het mooie ronde brood wat daar gebakken werd. Tot mijn 15e jaar heb ik daar elke woensdag en zaterdag boerenwerk verricht. Dat duurde tot 1953, toen mijn vader stierf en ik thuis de kostwinner werd. Mijn oudste broer was in die tijd in dienst.
In 1957 stierf de laatste oom en is de boerderij verkocht aan Miet, een zus van mijn moeder. Zo is de boerderij in de familie gebleven. Nu woont er weer een zoon op de boerderij.