Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1972 boekten we bij de ANWB een rondreis Praag, Wenen, Boedapest met reisonderneming Cebuto; voor twee van deze landen was een visum verplicht. ‘s Morgens liepen we ieder met twee koffers aan de hand en een schoudertas naar het station van Best.
Het was een georganiseerde reis, maar iedere tocht was voor ons ook “studie”. Er was weer flink zoekwerk aan voorafgegaan. De koffers waren behalve met reisbenodigdheden gevuld met handwoordenboeken, landkaarten, reisgidsen en vooral notitiepapier, met een bagagegewicht van 53 kg.
Handbagage was voorzien van een riem en een label met adresgegevens. Het was korte-rokjesmode, mijn echtgenoot droeg staartjes, de zelfgemaakte elastiekjes gekleurd met Paaseierenverf. Op het Bossche stationsperron zette ik de koffers een voor een op de roltrap, boven stapelde Hanneke de bagage op een kofferwagentje.
Kruiers waren verleden tijd en uit het perronbeeld verdwenen. Op het stationsplein wachtten chauffeur en reisleider ons op voor de tweeweekse rondreis.
In de touringcar kregen onze reisgenoten al snel van ons een bijnaam, van een dubbelganger, of door de gedragingen. De koffers hadden nog handgrepen en werden gedragen. Bij een mevrouw uit Rotterdam stonden er wieltjes onder, dat was iets nieuws, het werd dan ook meteen de ‘mevrouw op wieltjes.’
Na een overnachting in Duitsland passeerden we met de Tsjechische grens het IJzeren Gordijn. Daar stapte na de uitgebreide controle een Staatsgids in, het gaf geen lekker gevoel. De gids in zwart kostuum, een tasje onder zijn arm, keek strak voor zich uit en sprak uitsluitend Engels.
Bij een rondrit door Praag werden we op de plaats waar Jan Palach zich op 16 januari 1969 in Praag in brand had gestoken, op een aan de andere zijde staand monument gewezen. We passeerden de Moldau, de rivier genoemd in het muziekstuk van Bedřich Smetena dat we op de LTS beluisterden.
Na Wenen volgde Hongarije, aan de grens gastvrij onthaald met een uitgebreide lunch, veel wijn en live zigeunermuziek en met een vrolijk gezicht door de Hongaarse Staatsgids in het Nederlands verwelkomd. Dat hield verband met mevrouw Uitendaal uit Driehuis uit ons gezelschap, zij was de pleegmoeder van de gids Imre Szêll, een verassing van het Hongaars Verkeersbureau IBUSZ.
Bij een expositie over het verleden ontdekte ik een staande koffer, het leek wel een kleerkast. Koffers op wieltjes met een uitschuifbare handgreep zijn nu niet meer weg te denken, zelfs kinderen die een nachtje logeren hebben er een en ook de meidenkist is een koffer op wieltjes geworden.
Op de terugreis vroegen chauffeurs wel eens of er stenen inzaten, ja soms was dat ook zo. “Duizend koffers van een buschauffeur” was één van de duizenden gelezen boeken van mijn echtgenote, “wie veel reist kan veel schrijven én vertellen.”