Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Voordat het water in de roodkoperen ketel kookte, hoorde je de inhoud ‘zingen’, vervolgens kwam er waterdamp uit de tuit. Op dat moment werd een gehaakt katoenen netje met eieren in de ketel gehangen. Moeke schatte de kooktijd in. Als de eieren klaar waren, werd het kookwater voor koffie of thee opgegoten. De waterketel had een zak die in het vuur hing. Hierdoor kwam het water sneller aan de kook.
De gietijzeren ketels voor het bereiden van de warme maaltijd waren aan de binnenzijde grijs geëmailleerd en aan de buitenzijde zwart. Voor het hete hengsel gebruikte Moeke haar skòlk, en ontbrak een ontluchting voor de wasem. De koekenpan was voor het bakken van de aardappels, pannenkoeken en balkenbrij en in deoorlog om rogge te branden voor surrogaatkoffie.
Op de dag werd vier maal gegeten, waarvan ‘s middags en ‘s avonds warm. Bij het koken werd als stookmateriaal houtafval uit het werkhuis van vader gebruikt, waardoor de ketels aan de onderzijde extra beroet werden.
De kookplaat had twee openingen, die werden afgesloten met ringen van verschillende grootte waardoor er plaats was voor iedere maat ketel. De ringen werden verwisseld met de pook die aan de leuning hing. De bovenplaat was ideaal voor het warmhouden en laten sudderen van de maaltijd. Hij was dikwijls bemand met de koffiepot met een restje en de waterketel, altijd warm water bij de hand. Bonen-, erwten- of bouillonsoep waren pas goed als ze een dag lang op de plaat hadden staan trekken. Bonen en erwten waren eerder een nacht in regenwater geweekt.
Het ‘trummelke’, een dunne stalen plaat met handgreep, diende voor het roosteren van het vochtige, op de keldervloer bewaarde, eigen gebakken roggebrood. De oven was voor het bakken en rijzen van brooddeeg en het oliebollenbeslag, om de voeten te warmen en klompen te drogen. Voor meer warmte in de ruimte stonden de deurtjes vaak open.
Het vertrek had een Bordeauxrood geschilderde plankenvloer zonder vloermatten. De stoof zorgde voor een aangename warmte, terwijl de gietijzeren voet veilig op een zwarte stalen geëmailleerde plaat stond. In de winter verstookte men gemiddeld 30 mud kolen, de inhoudsmaat van een mud kolen is ongeveer 100 liter.
Als ik in de winter op weg was naar kerk of school, gekleed in driekwart broek, had ik het soms flink koud en dacht ik: vanavond zit ik de hele avond bij de kachel. De stoof stond op de expositie Gezin XXL : Een huis vol broers en zussen in 2014 in Het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Eerder schreef ik: Geschaard rond het kolenvuur en dat is nu allemaal verleden tijd. Na de kolenkachel ging de gloeilamp uit en nu gaat in de kerk de (was)kaars langzaam uit.