Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Rondom Langenboom is er nog wat bewoning op de Lage Hei, de Maurik en in de buurt van Hal.
De naam van het dorp is waarschijnlijk afgeleid van een soort slagboom bij de groesweiden van de Graspeel, op de weg tussen Langenboom en Zeeland. Deze slagboom verschafte het vee toegang tot de weiden. Lang werd gedacht dat de naam mogelijk was afgeleid van de lange boom bij het hertenkamp bij de kerk. Maar uit onderzoek is gebleken dat die boom jonger is dan de plaatsnaam.
De naam Lange Boom staat voor het eerst vermeld in een oorkonde van 10 november 1525. Deze Escharense akte gaat over twee kampen heideland, gelegen ‘bij den Peel angen Langenboem’. Kort daarna, in 1541, hebben Escharense schepenen het over de bouwhof in Langenboom, gelegen op Hall.
Eeuwenlang is Langenboom niet meer geweest dan deze boerderij, omringd door enkele huisjes. Rond 1800 bestaat Langenboom uit twee boerderijen met circa twintig bunder grond, die eigendom zijn van de pastoor van Haps, J.J. Veersen. Later zijn de gezusters Malingrez in Grave eigenaar. Deze dames Malingrez hebben een priester-neef, Felix Walter, die samen met zijn broer Joseph in 1843 nog eens 25 bunder land koopt en daar een derde boerderij op neerzet.
Felix is huiskapelaan en rentmeester op Tongelaar en heeft al een tijdlang plannen om een kluizenaarsgemeenschap te stichten. Dat experiment mislukt echter en Felix legt in 1852 contact met de Dominicanen in Nijmegen. Hij schenkt hen zijn Langenboomse goederen, terwijl ook zijn tantes Malingrez hun goederen afstaan. De Dominicanen vestigen hun noviciaat en studiehuis in Langenboom.
In 1858 openen zij een nieuw klooster in Huissen en dan blijven er maar een paar Dominicanen in Langenboom achter. Ze zijn wel belangrijk voor de verdere ontwikkeling van Langenboom, dat in het midden van de 19e eeuw elf huizen met 70 inwoners telt en in het gehucht de Lage Peel nog eens 19 huizen met 120 inwoners.
Langenboom groeit in de jaren daarna voorspoedig. Met de gemeentelijke herindeling van 1942 gaat Langenboom naar de gemeente Mill.
Hoewel er al sinds 1869 een kerk was (van de hand van Pierre Cuypers), werd Langenboom pas op 15 augustus 1918 een volledig zelfstandige parochie. Al ging daar wel "de kwestie Langenboom" aan vooraf. Naar aanleiding van de nieuwe parochie bouwen de Dominicanen onder leiding van pastoor Zegers een nieuwe kerk. In 1926 vindt de eerste steenlegging plaats. Dan krijgt Langenboom ook de beschikking over het beeldje van O.L.Vrouw van Langenboom. Weduwe Johanna van de Wijst – die het beeldje in particulier bezit heeft – laat het na aan de kerk.
Landelijke bekendheid krijgt Langenboom met de stormramp op 10 augustus 1925. De cycloon richt zware schade aan: 21 huizen, het klooster, de kerk en de school liggen na afloop in puin.
In de oorlogsjaren verliezen enkele inwoners het leven door oorlogsgeweld. Soldaat Van Kampen uit Venlo komt om door een granaatscherf bij de meisjesschool. In oktobver 1944 slaat de Engelse generaal Dempsey zijn hoofdkwartier op aan de Kloosterlaan, de huidige Dempseyweg. Koning George van Engeland neemt in de laan van het patersbos een defilé af.
Na 1945 ziet Langenboom 10% van de bevolking naar andere werelddelen vertrekken, met name naar Canada.
Langenboom kent een groot aantal buurtschappen (elf) en veel clubs en verenigingen.
De buurtschappen vertegenwoordigen ieder één of meerdere straten. Ze duiken op bij verschillende evenementen. Zo zijn er jaarlijkse feestavonden en veel buurtschappen zijn vaste deelnemers van de carnavalsoptocht.
Zoals bijvoorbeeld muziekvereniging Amicitia (sinds 1921), sportvereniging SES, KVO (voorheen de Boerinnenbond), men- en rijvereniging, EHBO, schaakclub, bijenhoudersvereniging, NCB, Vrije Jeugd Langenboom, tafeltennisvereniging Taflan, de Bond Van Ouderen en heemkundekring Felix Walter.
Voetbal staat hoog aangeschreven in Langenboom: voetbalvereniging S(teeds) E(endrachtig) S(amenwerken) werd opgericht in 1937 op initiatief van pastoor J. Hillen. De club kende een aantal voorlopers: De gloeiende spijker (rond 1910), Excelsior (jaren 1920-1930), Victoria (opgericht 1930) en Transvalia, waarvan een aantal leden vervolgens Wit-Zwart oprichtten, de club die later SES ging heten.
In 1950 wordt een ontmoetingscentrum voor jongeren gebouwd: de Thomasburcht. Initiatiefnemers hiervoor zijn de paters Dominicanen waarbij vooral kapelaan Van de Idsert een voortrekkersrol vervult.
Jong Nederland (waarbij elke Langenboomse jongen ‘rakker’ kan worden) houdt er in het begin van de jaren vijftig fancy fairs. Het Katholiek Meisjesgilde Genoveva houdt er haar clubbijeenkomsten. Maar ook het kerkbestuur vergadert regelmatig in de Thomasburcht.
Na 18 jaar al komt er een einde aan de burcht: in 1968 wordt het gebouw gesloopt. Buurtschap de Klinkers, met oog voor de Langenboomse geschiedenis, bouwt de Thomasburcht na.
Langenboom en religieuze groepen hebben iets met elkaar. Was het in 1837 de kluis van Felix Walter, en niet lang daarna de Nijmeegse Domincaner gemeenschap, in de jaren 1970 leerde het dorp Leefgemeenschap Het Hoge Steen aan de Hogesteenseweg 16 (nu Schaapsdijkweg) kennen. Een groep religieuze mensen die ‘niet meer zo gelukkig’ was met het kloosterleven, maar die wel geloofde in een andere vorm van gemeenschapsleven.
Gastvrijheid staat hoog in het vaandel van de gemeenschap die veel aandacht besteedt aan het groepsleven (de groep bestond oorspronkelijk uit twee vrouwen en drie mannen van verschillende congregaties en orden). Iedere zondag vieren zij gezamenlijk de Eucharistie, waarbij gasten nadrukkelijk worden betrokken. Natuurlijk is er veel veranderd in de loop der jaren, maar een aantal dingen is gebleven.
Nog steeds is de eucharistie het hart van de gemeenschap. Ze viert die op eigen wijze met een echte maaltijd op een centrale plek in de deel, de verbouwde schuur. De leden geven yogacursussen, schrijven, schilderen, houden de tuin bij en ontvangen veel gasten.