skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Leerlooien in Brabant

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 18 februari 2011
bijgewerkt op 12 augustus 2021
Voor het looien van leer was vroeger veel stromend water nodig, dat bovendien absoluut niet ijzerhoudend mocht zijn. Verder was het van belang dat er veeteelt in de buurt was, zodat de aanvoer van grondstof in de vorm van runder- en schapenhuiden verzekerd was. Als er dan ook nog veel eikenwallen in de buurt waren (eikenschors of ‘run’ was de belangrijkste plantaardige looistof), dan waren de vestigingsvoorwaarden voor een leerlooierij bijzonder gunstig.

In Noord-Brabant werd verspreid over de hele provincie op tal van plekken aan deze voorwaarden voldaan. Maar behalve omgevingsfactoren bepaalde ook de politiek of een grootschalige leernijverheid kans van slagen had. In de tijd dat Brabant nog Generaliteitsland was, vanaf 1629, verdween een groot gedeelte van de leernijverheid door de importheffingen die het gewest Holland oplegde. Vanaf 1730 trad er al enig herstel op, maar pas vanaf 1795 waren er geen beperkingen meer. Dat leidde tot een opbloei van de leerlooierij in Brabant. In 1815 waren er al 250 looierijen in de provincie, die bij elkaar aan ruim 330 man werk verschaften. Brabant was daarmee de belangrijkste leerproducent van het land.

Veel van deze looierijen waren lokale eenmansbedrijfjes. Maar vanaf circa 1850 ontstonden rond plaatsen in de buurt van handelswegen waar water, huiden en eikenschors beschikbaar waren, concentraties van looierijen. Dat was het geval rond Breda (Dongen, Oosterhout), rond Tilburg (Tilburg, Oisterwijk, Gilze), in de Langstraat (Waalwijk en Loon op Zand met als handelscentrum Den Bosch) en rond Eindhoven.

Dat proces van concentratie werd versneld door het gereedkomen van de nieuwe spoorlijn tussen Tilburg en Breda in 1862. Vooral in Rijen schoten de looierijen als paddestoelen uit de grond. Aan het einde van de negentiende eeuw gingen de eerste looierijen over op stoomaandrijving, waarmee het echte leerfabrieken werden. In 1898 waren er in Waalwijk twee stoomleerfabrieken in aanbouw, tussen 1900 en 1910 ontstonden er leerfabrieken in Eindhoven, Ravenstein en Rijen. In 1911 draaiden in heel Noord-Brabant al twintig leerlooierijen op stoom. Maar dat proces ging vooralsnog langzaam. 

In datzelfde jaar was bijvoorbeeld nog niet één van de 73 looierijen in Dongen op stoomaandrijving overgegaan. De Eerste Wereldoorlog bleek een belangrijke stimulans voor het ontstaan van leerfabrieken. Doordat er erg veel vraag naar leer ontstond (legerlaarzen!), deden met name die looiers goede zaken die kort voor de oorlog nog over een grote voorraad huiden of leer beschikten. Dit leidde ertoe dat veel kuipleerlooiers hun bedrijf in een leerfabriek omzetten.

Ook de looitechnieken veranderden in de negentiende eeuw. Een verbetering van het looiproces was de vache-lissé-looiing, waarbij plantenextracten met een zeer hoog gehalte aan looistoffen werden gebruikt. Met name het looiproces voor zool- en drijfriemleder werd hierdoor versneld en verbeterd.

In 1848 was de looiende werking van chroomzouten ontdekt. Looiers gingen al snel over tot het gebruik van deze chroomlooistoffen en rond de eeuwwisseling was de chroomlooiing minstens zo belangrijk als de plantaardige looiing. Het is een sneller looiingsprocédé voor met name bovenleder en erg geschikt voor mechanisatie.

De omschakeling van ambachtelijk bedrijf naar leerfabriek bracht talloze veranderingen met zich mee, ook op sociaal vlak. Het werk in de looierijen werd lichter door de mechanisatie, het looien verliep sneller en dus werd er meer productie van de arbeiders verwacht. Sommige bedrijven voerden een drieploegendienst in, andere gingen over op stukloon. In reactie organiseerden de arbeiders zich in de R.K. Schoen- en lederbewerkersbond St. Crispinus en St. Crispinianus. De leerfabrikanten stelden weinig prijs op de arbeidersorganisatie. In 1917 werden in Rijen 70 werknemers ontslagen, puur omdat zij lid waren geworden van de lederbewerkersbond.

Het ging de arbeiders niet alleen om loon naar werken: ook de veiligheid speelde een belangrijke rol in het arbeidersprotest. Er kwamen regelmatig bedrijfsongevallen voor met roterende vaten of machines met scherpe messen.

Het aantal leerlooierijen daalde in de twintigste eeuw sterk door het verdwijnen van vrijwel alle kleine bedrijfjes. Ook de aard van het product veranderde: de productie van overleder verveelvoudigde, terwijl de productie van zoolleder vrijwel geheel beëindigd is.

Tijdens de Wederopbouw bloeit de Brabantse leerindustrie. In 1950 zijn 124 van de 163 looierijen in Nederland in Brabant gevestigd. Vijf jaar later zijn dat er 144, maar in de decennia daarna krimpt het aantal leerfabrieken in hoog tempo: in 1965 naar 103; in 1975 naar 44; in 1986 naar 40. In 2006 waren er in heel Nederland nog maar een paar leerfabrieken actief, waarvan in elk geval twee in Brabant: Rompa Leder in Rijen en Ecco in Dongen.

De bijna 550 leerlooierijen die er aan het eind van de negentiende eeuw waren, hebben ook hun sporen nagelaten in de vorm van water- en bodemvervuiling door het lekken en morsen van grond- en hulpstoffen, het lozen van afvalwater en het storten van vaste afvalstoffen op het bedrijfsterrein (zoals bezinksel uit het afvalwater dat chroom bevatte, chroomhoudende leerresten, verfresten en kleurstofresten). Afhankelijk van verschillende factoren kan een groot en diep gebied verontreinigd zijn, vooral met chroom.

Vóór de inwerkingtreding van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren in 1970 werd het afvalwater, meestal na bezinking in zinkputten en vloeivelden, rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater. De bodems van de zinkputten, vloeivelden en waterlopen waarop geloosd werd, kunnen daardoor ernstig verontreinigd zijn. Karakteristiek voor het afvalwater van een chroomleerlooierij is een relatief lage zuurgraad (pH 8-9). Het afvalwater kan hoge zoutconcentraties (chloriden, sulfaten en sulfiden) bevatten, hoge chroomconcentraties, nalooistoffen, kleurstoffen, verfstoffen en biociden.

Het is de keerzijde van een bedrijfstak die Brabant veel welvaart heeft gebracht.

Bekijk ook

Leerlooierijen in Brabant

Water in Brabant

Reacties (15)

B.Tap,sr. zei op 16 januari 2019 om 18:53
Interessant onderzoek,jammer dat alle processen zijn gestopt, waar haalt nu (bv.) ECCO zijn huiden vandaan?
Er zijn immers strenge milieu-eisen?
Ben T,sr. neef van Jan van Loon met zijn eigen looierij.
Hilde Jansma
Hilde Jansma bhic zei op 17 januari 2019 om 08:26
Ik heb even voor je gezocht, en heb gevonden dat bedrijven zoals Ecco nog steeds eigen leerlooierijen hebben of ondersteunen. Zie bijvoorbeeld dit artikel: https://dongen.nieuws.nl/nieuws/20150929/gouden-onderscheiding-voor-ecco-leerlooierij/ Er wordt tegenwoordig ook zoveel mogelijk rekening gehouden met de strengere milieu-eisen en met de overlast voor de omgeving: https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/101317/Ecco-fabriek-Dongen-belooft-stankvrije-productie Maar of dat voor alle makers van leerproducten en hun looierijen geldt, zeker wanneer de looierijen zijn verplaatst naar derde wereldlanden, dat blijft een onduidelijke kwestie... https://www.nrc.nl/nieuws/2005/07/05/europees-leer-stinkt-niet-10562667-a360389
Ben Tap,sr. zei op 17 januari 2019 om 09:52
Beste Hilde,
Dank voor deze informatie.
Alle artikelen nog niet kunnen lezen, ben wel benieuwd waar ECCO (overigens een fijne schoen)zijn huiden dan vandaan haalt.
Albert
Albert zei op 17 januari 2019 om 10:52
Ook in Cuijk a/d Maas waren er diverse leerlooierijen o.a Reguin Leerlooierij en Manders Leerlooierij.
Albert
Albert zei op 17 januari 2019 om 11:01
Ik denk dat de plaats ook op de hierboven genoemde lijst had moeten staan. In Cuijk wordt er dagelijks nog aan een van deze leerlooierijen herinnerd. Zie:
http://www.delooierijcuijk.nl/
Ben Tap,sr. zei op 17 januari 2019 om 13:00
Ik ga het allemaal lezen en bekijken.
Dank voor jullie reacties.
M.vr.gr.
Ben Tap,sr. (nazaat van zijn Opa Jan van Loon uit Dongen,eigenaar van een leerlooiers drijf, ik dacht aan de Hoge Ham?)
chris van alem zei op 10 mei 2019 om 20:33
De looierijen in Cuijk komen, naast tal van andere industrieën, uitgebreid aan bod in ons in oktober 2019 te verschijnen boek over de Gloriejaren van de Cuijkse industrie.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 13 mei 2019 om 15:06
Dank voor jullie reacties, Ben en Chris. En Chris, je houdt ons wel op de hoogte als het moment van het boek daar is, hè?
Chris van Alem zei op 13 mei 2019 om 16:17
Zeker! De officiële presentatie is gepland op zondag 27 oktober, zoals de zaken er nu voor staan.
Frans Cools zei op 15 oktober 2019 om 21:11
Wat ik mis is, lederfabriek, De Molen in Tilburg, zoek al jaren naar gegevens van deze oude looierij, nergens iets te vinden.
Helena zei op 16 oktober 2019 om 00:06
Lederfabriek 'De Molen' in Tilburg - opgericht als naamloze vennootschap op 9 juli 1937. Het pand was eerst gevestigd in de Molenstraat (vandaar de naam?) en niet veel later op adres Nieuwstraat 234.

Zoek je even verder bij Google Books, en daar bijv op ' Nieuwstraat 234 Tilburg' dan vind je wel wat info betreffende deze (Joodse) familie Bobby Spier die zich vanaf 1937 vestigde in Tilburg. Een en ander te vinden in het boek: 'House of Memories: Uncovering the Past of a Dutch Jewish Family ' - door Arnoud-Jan Bijsterveld
Boek zal wel in te zien of op interloan aan te vragen zijn bij diverse bibliotheken.

https://wikimiddenbrabant.nl/Spier_Franz_Robert
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/122631/franz-robert-spier
Frans Cools zei op 16 oktober 2019 om 21:33
Kom niet veel verder, de Hr Spier die ik zoek heeft gewoond op de, Goirleseweg, in Tilburg, was inderdaad mijn grote baas bij, De Molen. Onder directeur was de Hr, Chris Verwijst met een Duitse bedrijfsleider.
Maar ik zoek verder
jan loon van3 zei op 22 januari 2021 om 16:24
Ben Tap ,ben kleinzoon van Jan van Loon uit Dongen .Ben jij een zoon van tante Miet uit Den Haag?Heb voor je misschien nog veel info. Gr.Jan van Loon.
George Bedaux zei op 16 april 2021 om 16:15
Ik kom de naam van G.G. Spier tegen op een bouwvergunning van 1961 voor zijn woonhuis Nieuwstraat 258. Mooi huis, gebouwd in 1935. Directeur van lederfabriek de Molen die blijkbaar op Nieuwstraat nr. 234 zat.
jan loon van zei op 16 april 2021 om 17:34
Looierij van Jan van loon stond in de st.josephstraat in dongen.heb foto in mijn bezit van looierij en van mijn opa.mijn vraag niet gelezen,ben.? Groet

en van Jan van loon.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.