skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Ligt je dijk er niet goed bij? Aan de slag dan, ook in 1635!

Henk Buijks
Henk Buijks Bhic
vertelde op 8 januari 2018
bijgewerkt op 25 januari 2018
Dijken, weteringen en andere watergerelateerde objecten worden ieder jaar geschouwd om zo ervoor te zorgen dat ze piekfijn in orde zijn. Waterschappen doen dat al eeuwenlang, en wee degene die “zijn” stukje dijk niet onderhield...

Op de dijk leest de griffier uit een dik boek, de dijkcedulle, de namen van de grondeigenaren voor met daaraan gekoppeld de desbetreffende percelen grond en dijk. Daarna moeten de grondeigenaren ten overstaan van het polderbestuur “loven” of beloven dat zij de dijk in de vereiste staat zullen (laten) brengen. In de 17e eeuw wordt de herfst- of baertschouw gehouden van september tot midden november. Daar is dan al een hele cyclus aan voorafgegaan. In het Graafschap Megen begint het allemaal op Sint-Geertrui, 17 maart. De lente is in aantocht en dijkgraaf en heemraden van de Polder ’s Lands van Megen laten de kerkklokken van Haren, Macharen, Megen en Teeffelen luiden of “kloppen”. Zo worden de belanghebbende inwoners naar de dijk geroepen voor de “klop- of loofschouw”. Belanghebbende is elke grondeigenaar in het graafschap, want bij elk perceel grond hoort het onderhoud van een stukje Maasdijk.

Op de dijk leest de griffier uit een dik boek, de dijkcedulle, de namen van de grondeigenaren voor met daaraan gekoppeld de desbetreffende percelen grond en dijk. Daarna moeten de grondeigenaren ten overstaan van het polderbestuur “loven” of beloven dat zij de dijk in de vereiste staat zullen (laten) brengen. Die staat is precies omschreven. Zo moet Megenaar Jan de Sundt in 1635 zijn dijkperceel “tegens de wielen boven de stadt van den affwech aff binnensdijcx tot den tuijn toe van Mr.Jans hoff” 2 voet ophogen aan de landzijde en 1 voet aan de rivierzijde.

Omdat de Megense muren en poorten deels op of vlakbij de Maasdijk staan, bevat het schouwrapport van 1635 ook gegevens over deze bouwwerken. Zo zal in de Maaspoort “gemaeckt wordden een gebont met twee deuren tot lovinge der schouwe om in watersnoot de selve deuren toegedaen te wordden tot conservatie der stadt.” In het najaar moet alles in orde zijn. Zo niet, dan volgt een zware boete. Een creatieve variant daarvan is de “inrijdende schouw”. Dijkgraaf en heemraden rijden dan naar een herberg en gaan daar eten en drinken op kosten van hardnekkig nalatigen, totdat dezen aan hun verplichtingen hebben voldaan. Een mooi staaltje van wat momenteel handhaving wordt genoemd!

Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen