Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
François is een telg uit een Frans hugenotengeslacht, dat zich begin 17e eeuw in de Nederlanden vestigde. Diverse leden, waaronder zijn vader, kiezen een militaire loopbaan. François heeft andere beroepen: ontvanger der directe belastingen, adjunct houtvester en gemeenteontvanger van Helvoirt. Het lijkt erop, dat het Reglement op de Politieke Reformatie van 1 april 1660 nog na-ijlde. Hierin werd bepaald, dat katholieke inwoners van de bekleding van openbare ambten worden uitgesloten.
Waarschijnlijk is er bij de bouw wel op de kosten gelet. Het meest noordwestelijke raam in de voorgevel was, tot in de jaren vijftig van de 20ste eeuw, een trompe-l’oeil: een illusie van een raam. In die tijd werd er belasting geheven op deuren en vensters. Maar het is nog niet duidelijk hoe François het landhuis heeft kunnen betalen.
In 1813 trouwt hij met Eva Maria Adriana de Jonge (1794-1831), dochter van de vroegere maire (burgemeester) van Helvoirt. Naar haar wordt het landhuis Mariënhof genoemd.
Het echtpaar krijgt vier zonen en een dochter, maar François overlijdt in 1824, 30 jaar oud. De weduwe hertrouwt met Willem Frederik Camp en krijgt nog een dochter. Ze sterft in het kraambed, in 1831.
De eerste eigenaar in het Kadaster (1832) is jonkheer Marinus Bonifacius Willem de Jonge van Zwijnsbergen, broer van Eva Maria Adriana de Jonge en tevens eigenaar van kasteel Zwijnsbergen. Marinus volgde in 1812 zijn vader op als maire / burgemeester van Helvoirt en bleef in functie tot 1844. De toevoeging ‘van Zwijnsbergen’ gebruikt hij nadat hij in 1825 in de adelstand is verheven. Eén van zijn acht kinderen is Jonkheer Joan de Jonge van Zwijnsbergen (1821-1881), die later Mariënhof zal kopen.
Wanneer is niet bekend, maar Mariënhof wordt verkocht aan Christiaan Diderik Emerens Johan Bangemans Huijgens (1772-1857). Hij was diplomaat onder koning Lodewijk Napoleon en vanaf 1837 ook lid van de Ridderschap van Noord-Brabant. Mariënhof lijkt niet zijn woning te zijn geweest, want hij bewoonde kasteel Henkenshage in Sint-Oedenrode.
Ook van de verkoop aan jonkheer Charles Pierre de Senaclens de Grancy (1815-1878) is geen datum bekend. Hij was in 1842 burgemeester van Esch. Het bevolkingsregister van Helvoirt 1850-1859 vermeldt het echtpaar de Senaclens de Grancy – Martini van Geffen met zoon en hun dochter als bewoners van Mariënhof. In 1862 vertrokken ze naar Zeist, maar de zoon wordt dan al niet meer vermeld.
Op 13 juni 1862 wordt Mariënhof overgedragen aan Duco Lodewijk Willem baron van Hardenbroek van de Kleine Lindt (1824-1897) voor een koopprijs van 17.000 gulden. Hij bewoonde het landhuis met echtgenote Jonkvrouwe Gualtheria Anna Reiniera Maria van Haeften. In 1863 en 1864 worden op Mariënhof hun zoons geboren. Op 28 april 1869 is de familie vertrokken naar Apeldoorn.
Op 9 oktober 1869 wordt “de buitenplaats Mariënhof” voor 18.550 gulden verkocht aan jonkheer Joan de Jonge van Zwijnsbergen (1821-1881, zoon uit het eerste huwelijk van de tweede eigenaar). De nieuwe eigenaar is gehuwd met Susanna Cicile Baronesse van Hardenbroek (1826-1886). Het echtpaar had zes kinderen.
In maart 1887 koopt Martinus van Iersel Antoniezoon (1818-1891) uit Helvoirt het landhuis voor 12.770 gulden in een openbare verkoping. Hij is gehuwd met Johanna Timmermans. Het landgoed wordt een gemengd boerenbedrijf.
In de tweede helft van de twintigste eeuw krijgt Mariënhof ook een kantoorbestemming en wordt het een rijksmonument.
De Reformatie heeft in Brabant bij het katholieke volksdeel tot achterstelling geleid. De bestuurlijke bovenlaag moest worden ingevuld door Nederduits gereformeerden (NH). In Helvoirt heeft dit o.a. geleid tot de komst van de familie de Jonge, later de Jonge van Zwijnsbergen. Hun komst leidde tot verschillende investeringen, niet alleen in het kasteel maar wellicht ook – zoals hierboven geschetst samen met de familie Des Tombe - in de bouw van Mariënhof voor hun dochter en schoonzoon/-broer, die hiermee, binnen de regels en de cultuur van die tijd, naast een baan ook aan een huis werden geholpen. Zo lijkt het dat Helvoirt dit rijksmonument te danken heeft aan de reformatie.
Dit verhaal is een samenvatting. Meer weten?