
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De Mark is een typische laaglandbeek, en dat betekent dat zij in haar loop, zowel in België als in Nederland, het water opneemt van een groot aantal beken: de Chaamse Beek, de Galderse Beek, de Heerlese Loop, de Kerzelse Beek, de Leijloop, het Merkske, de Molenleij en de Strijbeekse Beek. Het stroomgebied van de Mark vormt daarmee een van de belangrijkste bekenstelsels in Brabant.
Er bestaat enige discussie over de betekenis van de naam “Mark”. De oudere literatuur gaat er van uit dat het woord ‘mark’ gebruikt is in de zin van “grens” (denk aan ons woord “markeren”). De Mark zou de grensrivier zijn tussen zand en klei. Al rond 800 zou de Mark de staatkundige grens gevormd hebben tussen Neustrië en Austrasië of tussen de gouwen Rijen en Strijen. Als extra argument voor een oude grens worden twee versterkingen uit de Romeinse tijd aangevoerd, namelijk één te Kesteren onder Prinsenbeek en één te Castelré tegen de Mark aan.
Anderen denken dat een betere verklaring voor ‘mark’ moeras is, of rivier in moerassig gebied. Vóór de grootschalige ontginningen in de middeleeuwen stroomde de rivier ten zuiden van Breda door een grotendeels met veen gevuld dal. Waarschijnlijk siepelde in bepaalde gedeelten het water zelfs een beetje diffuus door het veen heen. De ontginning van het veen leidde tot versnelde waterafvoer, insnijding van de bedding in de ondergrond en het deponeren van de opgewoelde materiaal op het veen verder benedenstrooms. Er ontstond een sterk meanderende, duidelijk gedefinieerde rivier.
Ook benedenstrooms van Breda stroomde de rivier door een uitgestrekt veenlandschap dat in de late middeleeuwen grotendeels met zeeklei werd afgedekt. De rivier was door de venige (moerassige) bodem op de meeste plaatsen dus niet gemakkelijk via een voorde over te steken. Voordat de Mark grensrivier was, heette hij waarschijnlijk al zo, hetgeen pleit voor de betekenis “moerassige”.