skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Meierij van ’s-Hertogenbosch blijkt een ‘waar moordnest’

Het is eind zeventiende eeuw schering en inslag in de Meierij van ’s-Hertogenbosch: bendes overvallen ’s nachts huisgezinnen en brengen de bewoners om het leven. Bij de Staten Generaal wordt post uit onze landstreek met angst en beven opengemaakt… wat zou er nu weer zijn gebeurd? En dan is ook de dienstdoende landdrost nog eens weggestuurd. Wat te doen?

Op 8 juli 1689 stuurt de Raad van Brabant in Den Haag een brief waarin staat dat men het  achteraf betreurt dat de toenmalige functie van landdrost voor de Meierij - op basis van allerhande protesten vanuit de bevolking en de regenten van de steden en dorpen - is opgeheven. Die landdrost van de ‘rode roede’ was immers specifiek aangesteld op basis van het reglement op de politieke reformatie en moest uiteraard van gereformeerde huize zijn en zorgen voor de veiligheid binnen de Meierij van ’s-Hertogenbosch.

Daartoe kreeg hij de beschikking over een eigen stadhouder of plaatsvervanger, een kapitein en luitenant te paard en twintig manschappen voetvolk. Allen stevig bewapend met onder meer pistolen, geweren en springstokken voorzien van de nodige scherpe ijzers. Daar konden ze mee ten strijde trekken als de situatie daartoe aanleiding gaf. Toch is onder druk van de lokale bevolking en hun bestuurders, want het regende klachten over het functioneren van die ambtenaar, van hogerhand een besluit genomen die functie op te heffen. De gevolgen daarvan werden later echter duidelijk voelbaar.

Doodslagen, moordpartijen, diefstallen

De leden van de Raad van Brabant staken hun mening niet onder stoelen of banken en meldden bij de Staten Generaal dat binnen de Meierij binnen enkele jaren menigvuldige doodslagen, moordpartijen, diefstallen en andere zware delicten werden gepleegd. Het was zelfs zo erg dat de ambtenaren aldaar de binnenkomende post uit onze landstreek met enige schroom, angst en beven open maakten. Dat bericht kwam hard aan bij de Hoog Mogenden die met ontzetting kennis namen van dit bericht. Binnen de Raad van Brabant hadden ze alle liassen van archiefstukken vanaf 1672 betreffende de Meierij nog eens zorgvuldig doorgenomen en geturfd in hoeveel gevallen sprake was van moord en doodslag. Dat bleken, voor zover ze tenminste geïnformeerd waren en konden nachecken, circa 200 moorden waarvan er zes gewroken waren.

Ze schreven dat ze lang in bekommernis waren geweest over wat ze volgens hun eed van trouw en dure plicht en mede tot ontlasting van hun gemoed het beste aan de Staten Generaal zouden kunnen voorstellen om in de nabije en verre toekomst dit grote kwaad te bestrijden.

Ze hadden immers informatie ingewonnen en toen was hen duidelijk geworden dat die gruwelijkheden zowat dagelijks voorkwamen en dat bepaalde bendes het presteerden om vooral ’s nachts een geheel huisgezin te overvallen om voorts de bewoners op een moorddadige wijze om het leven te brengen en er met de buit van door te gaan. Recent hadden ze nog brieven gekregen met enkele meldingen die het zuiverste bewijs waren van die zorgelijke situatie. Ze schreven dat de ‘goddelijke wet en de natuur’ vereisten dat krachtig tegen dit soort bandieten moest worden opgetreden, want de nood was groot en de vrees gerechtvaardigd dat bij gebrek aan ingrijpen de Meierij van ’s-Hertogenbosch een waar moordnest zou worden.

Weerzinwekkende praktijken

Alles indachtig wendden ze zich tot de Staten Generaal met een drieledig voorstel om enorme excessen te voorkomen en deze weerzinwekkende praktijken de kop in te drukken. Allereerst moest met alle macht jacht gemaakt worden op dat gespuis en meteen overgebracht worden naar de gevangenpoort in ’s-Hertogenbosch. De straf die hen zou worden opgelegd moet van dien aard zijn dat er een sterk afschrikkende werking van uit zou gaan. Ten slotte bepleitten ze om een nieuw plakkaat uit te geven en publicatie daarvan zou beslist effect hebben als het dusdanig werd opgesteld dat bij het lezen ervan ‘die pernitieuse [= schadelijke of verderfelijke] menschen ontsagh en vreese’ ingeboezemd zou worden.

bron:

BHIC 178 inv.nr.27 Resolutie van de Staten Generaal dienstjaar 1789

Idem BHIC 178 inv.nr.190  Resoluties van de Raad van State 1648

Illustratie:

Overval op boeren, Cornelis de Wael, 1602 - 1667 via Rijksstudio

Reacties (1)

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 21 augustus 2018 om 13:46
En zo blijft de veiligheid van de Meierij ons nog steeds bezig houden :). Mooi verhaal Henk!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen