skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Melkstaking in Mill

Op 1 mei 2010 overleed in Wijchen Marinus van de Weem, 94 jaar oud. In de nacht van 2 mei 1943 werd hij samen met Coos Schraven uit Mill, Gr. van den Hoogen en H. Hendriks uit Langenboom en Jan Lamers uit Sint Hubert geïnterneerd in het Konzentrationslager Herzogenbusch, beter bekend als Kamp Vught.

Dat was onderdeel van de harde reactie door de Duitsers op de april/meistaking, ook wel bekend als de Melkstaking. Alleen al in het Land van Cuijk werden ruim dertig jongemannen opgepakt.

Na de grote Duitse verliezen bij Stalingrad, in februari 1943, werden op grote schaal Duitse arbeiders naar het Oostfront gestuurd. Daardoor ontstond een arbeiderstekort, dat men probeerde aan te vullen met onder meer Nederlandse militairen. Op 29 april 1943 kwam de proclamatie, dat alle vrijgelaten krijgsgevangen van het begin van de oorlog zich moesten melden om als krijgsgevangene in de Duitse fabrieken te werk gesteld te worden. Dat ging om ongeveer 300.000 ex-soldaten.

Een groot deel van de Nederlanders vindt dit te ver gaan. Er wordt gestaakt. De boeren voeren actie: ze leveren geen melk aan de melkfabrieken. Daarom heet de april/meistaking ook melkstaking. De bezetter reageert keihard, waardoor nu alle Nederlanders, dus niet alleen joden en verzetsmensen, te maken krijgen met terreur.

In de nacht van 2 op 3 mei, ’s morgens vroeg om 04.00 uur, worden in geheel Oost-Brabant de voorzitters en secretarissen van de Jonge Boerenstand van hun bed gelicht door Nederlandse politiemannen.

Onder zware bewaking worden de jongemannen op transport gesteld. Onderweg in de trein komen ze erachter dat de eindbestemming concentratiekamp Vught is.

In het kamp aangekomen moeten ze zich de meest afgrijselijke intimidaties laten welgevallen. Hun bewakers, de Nederlandse politiemensen, worden door de SS-directie direct na aankomst letterlijk van het kampterrein afgetrapt.

Een van de jongens vertelt: “Urenlang stonden we op appel, van links naar rechts bewegende mitrailleurs waren onafgebroken op ons gericht, steeds in de houding, wie durfde te bewegen kreeg met de knuppel. Tegen het einde van de dag moesten we ons uitkleden, in galop onder luid geschreeuw werd ons een hoop vodden aangewezen, waar we snel gevangeniskleding konden grijpen. Grepen we ernaast, dan beukte de knuppel op ons naakte lijf.

Zo ook grepen we in de vlucht een paar klompen, die op een hoop lagen. Had je geluk, dan pakte je een passend paar, maar de meesten hadden twee linker klompen of een grote en een kleine. We moesten het er maar mee doen. Weer op appel... Mützen ab!... Mützen auf!..., wel vijftig keer en owee als er een muts op de grond viel. Van tijd en uur hadden we geen notie.

Laat in de avond kregen we een barak aangewezen. In de kribben, waar nauwelijks plaats was voor één persoon, werden we met twee of drie man ingeschopt. De volgende dag weer de hele dag appel, alle hoofden werden kaal geknipt, meer geplukt. Midden in de nacht kwam groot alarm. In het pikkedonker moesten we rondjes rennen in de barak, spitsroeden lopen, er stonden wel vijftig bewakers, die ons sloegen waar ze ons maar raken konden.

Eén man sloeg een bewaker terug, recht in het gezicht. Ik heb die man later nooit meer gezien. Na verloop van drie dagen mochten we plotseling naar huis. De zuivelfabriek draaide weer...”

De staking duurde van 29 april tot ongeveer 3 mei. De illegale krant Trouw concludeerde in een pamflet: “De vijand heeft thans het masker volledig afgeworpen. De mythe van de grootmoedigheid van den Fuehrer is ten einde. Erkend wordt nu door de Duitschers wat wij zijn: vijanden, en niet een deel van de Groot-Germaanse Gemeenschap.”

Reacties (2)

A. Egelmeers St.Hubert zei op 8 april 2011 om 12:14
Gisteravond heb ik de foto van voorzitters en secretarissen met namen overhandigd.
De persoon die door mij werd aangewezen als Jan Lamers is Grad van den Hoogen.
Mylène Rutten, namens BHIC bhic zei op 21 april 2011 om 09:58
Hallo meneer Egelmeers,
De naam Grad van den Hoogen is bij de foto te lezen.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen