Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Doelstelling was: “het aanleggen, exploiteren, huren en verhuren van tramwegen in de Nederlanden en in het buitenland”. De aanleg heeft zich echter alleen maar tot West-Brabant beperkt. Een van die lijntjes kwam langs Etten-Leur.
Op 24 juli 1890 werd de tramlijn Breda (Haagpoort)–Princenhage–Rijsbergen–Zundert–Wuustwezel in gebruik genomen. Vanaf Princenhage werd op 10 augustus 1890 het traject naar het Liesbosch en Etten geopend en een week later kon men doorreizen naar Oudenbosch.
Omdat de spoorwegovergang in Etten (Markt/Hoevenseweg) nog niet gereed was, werd tot 30 november 1890 het vervoer uitgevoerd door een paardentram. Vanaf december 1890 kon men tweemaal per dag met de stoomtram van Breda naar Oudenbosch. Later werd dit lijntje doorgetrokken naar Oud-Gastel dat weer aansloot op de lijn Roosendaal-Willemstad.
Het tramstation van Etten was gevestigd op de Markt in het Neerlandsch Koffyhuis. Hier lag ook een dubbelspoor. Niet zozeer opdat de trams hier elkaar konden passeren (wat niet zo vaak voorkwam, gezien het beperkte aantal ritten per dag), maar vooral om goederenwagons te kunnen laden en lossen. Ook was er een halte bij het Witte Paard aan de Bredaseweg. Bij de halte op de Vaartkant kon overgestapt worden op de paardentram naar Leur.
Het personenvervoer werd meestal uitgevoerd in de volgende samenstelling: een locomotief met een 4-assig rijtuig 2e klasse, een 2-assig rijtuig 1e klasse en een bagagewagen. Verder had men enige open rijtuigen die ’s zomers werden ingezet. De maatschappij had zestien locomotieven van het Belgische merk Tubize. De locomotieven met de nummers 4 en 5 reden op het traject naar Etten. De maximum toegestane snelheid was 35 km.
Daarnaast had men nog een locomotief van de merk Backer & Rueb en een van Thiriau. Er waren 1e klas rijtuigen waarvan de banken bekleed waren met rood trijp, in de 2e klas rijtuigen zat men op houten banken. Naast het personenvervoer vond er veel goederenvervoer plaats. Vooral in de winter werden veel suikerbieten vervoerd. Hiervoor kon over meer dan 200 goederenwagens worden beschikt.
De opkomst van het autobusvervoer was de doodsteek voor de stoomtram. Op 7 oktober 1934 werd het personenvervoer gestaakt en vond alleen nog goederenvervoer plaats. Het goederenvervoer werd op 11 januari 1937 gestaakt. De laatste tram die Etten aandeed, was een goederentram die de afgebroken rails kwam ophalen.