
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Vanaf de van Dedemstraat was de moestuin niet te zien. Of het aan de achterkant – vanaf de Zuidoostsingel – zichtbaar was, weet ik niet.
De moestuin en de varkensstallen waren het domein van mijn peetoom Jan Franken.
Ome Jan – wij noemden hem altijd den’onkel – was geestelijk niet in orde. Daar zijn allerlei namen voor. Maar laten we het er op houden, dat hij nooit verder gekomen is dan het niveau van een 10-jarige. Dat ome Jan niet geschikt was voor huisje-boompje-beestje werd thuis al vroeg onderkend.
Eerst werd er geprobeerd hem in een klooster te krijgen. Daarvoor moest hij proeven doen. Zoals met een lekke emmer een vat vullen met water. Bij de derde poging heeft hij het ding vloekend en tierend aan de kant gegooid. Er was maar één conclusie mogelijk: ome Jan was niet geschikt voor het klooster.
De oplossing kwam van de moeder overste van de Franciscanessen. Ze was familie van ome Jan.
En zij zorgde ervoor dat ome Jan kon gaan werken voor de kloosternonnen. Hij woonde bij het klooster in een kamertje. En kreeg naast z’n natje en z’n droogje ook nog zakgeld.
Hij heeft eerst de moestuin en de varkens verzorgd. Toen in 1958 hygiëneregels het vrijwel onmogelijk maakte varkens te houden in de stad, kwam hij in de wasserij van het ABG te werken.
Ook als in 1966 de ziekenhuisfunctie van het ABG naar Lievensberg verhuist, blijft ome Jan bij de nonnen. Hij overlijdt in 1969.
Dit verhaal is aangepast op verzoek van de auteur op 26 augustus 2021. Redactie.