Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zo moesten we op kerstavond al om 6 uur binnen zijn bij Vincentius, kregen wat lichte kost te eten en om 7 uur lagen we al in bed, lieflijk onder gestopt door zuster Jozé en ze wenste ons welterusten met een kruisje op ons voorhoofd.
Ze was amper de zaal af waar buiten de vakantie om de kinderen sliepen, of we waren al op verkenning. We vonden een grote poppenwagen waar ik Toontje inpropte en met een paar kussens op de vloer hadden we een racebaan. Na enkele bedden geramd te hebben zouden we wisselen, maar gelijk hoorden we de zuster over de gang aankomen.
Wat nu, Toontje zat klem in de poppenwagen en ik kon niets anders en schoof hem vlug achter een gordijn van een cel. "Zo jongen, kan je de slaap niet goed te pakken krijgen? Dan bid maar een paar weesgegroetjes dan lukt het wel, welterusten. Maar… waar is Toontje?" "O Zuster, die is naar het toilet denk ik." "Dan ga ik eens even kijken!"
Vlug trok ik Toontje uit de wagen en wij te bed. Toen de zuster terugkwam, was ze zo lief niet meer en ze wilde ons niet meer horen! Om 11 uur moesten we er uit, wassen, aankleden en daarna kregen we weer wat te eten waarna drie missen volgden. Daarna weer even slapen en om 6 uur hetzelfde ritueel.
Een tijd later hadden we een week lang de vroege Mis, om 7 uur. Maar dat was eigenlijk te vroeg voor Toontje. Ik moest hem elke morgen met steentjes gooien wakker maken. Zodoende waren we weer eens aan de late kant. We renden door de gangen en stormden de kapel in, namen beiden een te lange toog, zodat zuster Ida niet kon zien dat we geen gympies aan hadden, maar onze eigen schoenen.
Het was wel een waardige mis geworden, maar erna sommeerde zuster Ida ons dat we even op haar moesten wachten tot ze de kaarsen uit had gedaan. Aan haar gezicht zagen we dat het mis was. De sacristiedeur werd dichtgedaan en wij moesten met onze hakken tegen de muur aan gaan staan. En ze begon: "zo jongelui, jullie weten wat je verkeerd hebt gedaan en dat zal ik in je geheugen prenten, zodat je dat nooit meer vergeet."
Ze gooide haar sluier naar achteren en begon als een wilde met de kaarsendomper op onze tenen te rammen. We waren zo overdonderd dat we van schrik stokstijf tegen de muur bleven staan en het uitgilden, totdat Toontje een ramscheut nam, haar bijna omverduwde en riep: "kom op Gerard, dat we hier weg zijn bij die zusters van Liefde en krengen van Barmhartigheid…en we komen hier nooit meer terug!!"
We renden door de gangen, klapten de deur dicht en bleven maar hollen, alsof ze ons nog achterna zat. Op het kruispunt hielden we stil en gingen ieder op een paaltje zitten. Met de tranen nog in onze ogen keken we elkaar aan….De stilte werd verbroken met de woorden….wat een kreng!!
Tegelijk merkten we dat onze tenen niet meer in onze schoenen pasten. Nog op het paaltje gezeten trokken we gelijk een schoen uit en we schrokken van het bloed dat uit onze sokken kwam. We passeerden de kerk en kwamen kapelaan Simons tegen. Voorzichtig wilden we tegen hem zeggen dat we niet naar school gingen, maar naar huis.
Maar zover kwam het niet, want hij barstte los! Hoe we het in ons hoofd haalden om de zuster zo uit te schelden! En hij ging maar door: "jullie mogen nooit meer op Vincentius komen, ook niet volgende week op de verjaardag van pastoor Prinsen en nu….direct naar school en ik loop mee om de directeur op de hoogte te stellen!!"
WAT!? Verbouwereerd door die woordenregen trokken we gelijk onze schoenen en sokken uit. Wij zouden de kapelaan eens laten zien wat er gebeurd was! Ik weet niet wie het ergste schrok, de kapelaan of wij. Op het Fratershuis zijn we verbonden en na het verhaal te hebben gedaan, zijn we achter op de fiets met open tenen naar huis gebracht, met de belofte dat we nooit meer naar Huize Vincentius hoefden en dat de kapelaan persoonlijk contact op zou nemen met zuster Ida!