Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Mijn moeder vertelde ons daar later nog wel eens over. De Belgische vluchtelingen hadden een eigen voetbalclub en een eigen fanfare en onder de mensen waren ook verschillende ‘duivenmelkers’. Als het koren en de haver rijp waren, liepen die duivenmelkers langs de akkers en stroopten met de hand de aren om er de duiven mee te voeren. Daar waren de boeren niet erg blij mee.
De stichting van het vluchtoord en verdere kosten werden door de overheid betaald. Soms werkten er bedrijfjes uit Uden zoals loodgieters, die smokkelden met medeweten van een paar Belgen stukken spek en ham weer naar buiten. Er was ook controle op vrouwen of ze niet met vreemde mannen aanpapten. Een bepaalde vrouw verdiende “er wat bij”, waarvoor ze een stuk papier aan het raam had geplakt met de volgende tekst:
Ik kan het niet hinderen
Ik doe het voor mijn kinderen
Maak gebruik van mijn krent
Het kost maar veertig cent
Dit bracht de overbuurvrouw op een idee, die ook een reclamespreuk maakte:
Vanwege de concurrent
Kost het bij mij maar vijfendertig cent
Het is honderd jaar geleden, zulke onderwerpen waren bij ons thuis geen dagelijks gesprek, dus het is mogelijk dat de tekst iets anders was.
Foto’s:
Belgische Harmonie Peter Benoit in 1917, BHIC, fotonr. 1219-008913.
Winkel in het Vluchtoord met personeel, BHIC, fotonr. UDE2248.