Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Vader Van Dulst koesterde weliswaar NSB-sympathieën, maar was geen lid. Van Dulst zelf was aanvankelijk lid van de CHU, maar hij stapte in 1933 over naar de NSB. Dat was maar van korte duur. In verband met het Ambtenarenverbod beëindigde hij zijn lidmaatschap al weer in 1934. Pas in juni 1940 werd Van Dulst opnieuw actief lid van de partij.
Ten tijde van zijn benoeming tot burgemeester van Werkendam en van De Werken en Sleeuwijk c.a. was hij werkzaam als ambtenaar op de Provinciale Griffie in Utrecht. De officiële installatie, compleet met bezettingsautoriteiten en de NSB-top met Anton Mussert, was pas op 29 januari 1944. De wethouders lieten zich bij die plechtigheid niet zien. Zij werden met ontslag bestraft, omdat ‘zij daarmede hun waardigheid als wethouders van de geboortegemeenten van den Leider onmiskenbaar hebben tekort gedaan’.
In een rapport dat hij in november 1943 schreef, meldde Van Dulst dat er van politieke tegenstellingen onder de bevolking nauwelijks sprake was. Hij deed het voorkomen als zou de bevolking vrij onverschillig tegenover de bezetting staan. Tegenover de ambtenaren deed Van Dulst het in ieder geval voorkomen dat hij geen invloed uit wilde oefenen op hun politieke meningsvorming.
De NSB-burgemeester kreeg wel eens anonieme briefjes waarin bijvoorbeeld onderduikers werden aangegeven, maar hier ging hij niet op in. In het Nieuwsblad van 31 maart 1944 liet hij bekendmaken dat hij ongetekende brieven ‘de Nederlander onwaardig’ vond. Voor klachten diende men zich persoonlijk tot hem te wenden. Behoedde hij zo de Werkendammers voor erger?
Na de capitulatie weigerde Van Dulst om zijn ambt neer te leggen. Niemand was bevoegd hem te ontslaan, zo meende hij. Maar op 7 mei werd hij gearresteerd en geïnterneerd in fort Altena en na een proces veroordeeld tot tien jaar detentie. Uiteindelijk kwam hij in januari 1950 vervroegd vrij, waarna hij meteen terugkeerde naar Werkendam. De moed om dit te doen putte hij uit het idee ‘iedereen recht in de ogen te kunnen zien’.
Als ambtenaar kon hij niet meer aan de slag en daarom zette hij samen met een andere voormalige NSB-er een bloeiend administratiekantoor op. Ook elders zou hij weer in het openbaar leven opgenomen worden. Zo werd hij kerkvoogd van de hervormde gemeente Werkendam en hij was geruime tijd voorzitter van de Stichting Dorpshuis te Werkendam. Zijn kinderen werden een stuk moeilijker in de Werkendamse samenleving geaccepteerd. Het NSB-verleden van hun vader vormde voor hen een groter obstakel dan voor hun vader zelf.