Naar Lourdes te Katwijk

Het is een historisch moment voor Katwijk, dat in 1880 een zelfstandige parochie is geworden. Vlakbij het veer laat pastoor Johannes Suijs een nieuwe parochiekerk bouwen, die in 1884 wordt ingewijd. Suijs heeft een speciale verering voor O.L. Vrouw van Lourdes. In de kerk komt dan ook een aparte Lourdeskapel, met het Mariabeeld in een troon en op de muren mariale beschilderingen.

Maar onze bouwpastoor wil meer: twee jaar later begint hij aan een nieuw project, een groots opgezet processiepark bij de kerk met een getrouwe nabootsing van de grot van Lourdes op halve grootte (b x h is 16x8 meter tegenover de 32x16 meter in Lourdes).

Kweker J. Ebben uit Cuijk plant in 1888 het processiepark aan. In 1891 wordt een aangrenzend weiland bij de processietuin getrokken. Een zandpad, tevens kruisweg, leidt voetgangers rond van en naar de grot. Het plan wordt een groot succes.

Al in 1887, dus voordat de grot klaar is, komt de eerste processie van ruim 250 pelgrims aan, uit Haps. Ook een processie van ongeveer 200 mensen uit Heumen komt naar Katwijk. Als in 1888 grot en park gereed zijn, groeit de belangstelling: jaarlijks komen er zo'n twintig bedevaarten, waaronder Reek en Beugen (vanaf 1888), Gassel en Dreumel (vanaf 1889), Hatert, Alphen en Grave (vanaf 1890), Beers (vanaf 1891), Overasselt (vanaf 1893), Malden en Nederasselt (vanaf 1894), Gennep (vanaf 1895) en Appeltern en omliggende dorpen, Macharen (vanaf 1896), Haren bij Megen (in 1896 en 1897) en Demen en Dieden (in 1897). In 1897 gaat het bij elkaar al om zo’n 5.000 mensen.

De “filiaalbedevaart” van Lourdes is duidelijk vooral in trek bij parochies uit de omgeving van Katwijk, al stromen bedevaartgangers ook uit de rest van het land toe. Ze komen per boot, per fiets of te voet met delegaties van 100 tot 400 personen voor de processies in de Mariamaand (mei), op Maria Hemelvaart (15 augustus) en op de eerste zondag van de Rozenkransmaand (oktober).

Ook buiten processieverband gaat men op bedevaart naar Katwijk, bijvoorbeeld als iemand in de omgeving ernstig ziek is. In 1952 besluit een groep van twaalf jongens uit Groesbeek te voet naar Katwijk te gaan, omdat de toestand van hun veertienjarige vriend Emmanuel Houben kritiek is. De jongen lijdt aan een longziekte. Ze beloven jaarlijks terug te keren als hun vriend het overleeft. En de jonge Houben komt er inderdaad weer bovenop.

De groep houdt zijn belofte en onderneemt ieder jaar weer de bedevaart naar Katwijk. Andere Groesbekers sluiten zich bij hen aan in de zogeheten Broederschap van O.L. Vrouwe van Katwijk (die nog jaarlijks het heiligdom bezoekt). In 1977 laten ze een prentje drukken ter herinnering aan hun 25e bedevaart en aan de 30e in 1982 nemen ongeveer 50 pelgrims deel.

In mei 1958 ziet het zwart van de mensen: meer dan 10.000 mensen bezoeken Katwijk. Men herdenkt dat de Mariaverschijningen van Lourdes 100 jaar eerder hebben plaatsgevonden. Op 14 mei zet Bisschop Mutsaerts van 's-Hertogenbosch het Mariabeeld een gouden kroon op, gemaakt door de Bossche edelsmid Harry van den Thillart.

In de jaren zestig en zeventig neemt het aantal bedevaarten geleidelijk af, maar aan een openluchtviering in 1994 nemen toch nog 700 mensen deel en op 15 augustus 1997 zijn er zo'n 900 personen aanwezig. Het aantal kaarsen dat jaarlijks wordt opgestoken bedraagt zo'n 4.000. En 2008 is natuurlijk een pracht van een jubileumjaar!