
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 5 december 1940 stortte in Acht een Junkers Ju 88A-5 (werknummer 8137) van 8./KG 30 neer. Twee inzittenden, radiotelegrafist Gfr. Andreas Reydt en boordwerktuigkundige Uffz. Eugen Bock raakten daarbij gewond. De naam van de piloot kennen we (nog) niet.
Op 24 juni 1943 werd om 01.06 een Halifax II bommenwerper (registratienummer JD258, call sign VR-K) van het 419 Squadron neergeschoten door een Duitse nachtjager, gevlogen door Hauptmann Hans-Dieter Frank. Het toestel stortte neer in Acht, in de driehoek Lekstraat-Rijnstraat-Boschdijk. Staafbrandbommen die uit het neerstortende vliegtuig vielen, veroorzaakten een brandje in de Scheldestraat, zo’n 400 meter verderop, waarbij een jongetje van anderhalf ernstig gewond raakte aan zijn been.
De zevenkoppige bemanning, met piloot Sgt. Robert Whitfield (23), boordwerktuigkundige Sgt. Peter Stephenson (20), navigator F/O Reginald John Leake Fowler (24) (RCAF), bommenrichter F/O William Archibald Donnelly (31), radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Clifford Gorton (23) en de boordschutters Sgt. John Ellis Dean (20) en F/Sgt. Michael Patrick Kimber (26)(RCAF) overleefde de klap niet. Donnelly was de enige die niet op slag dood was, hij overleed drie dagen later, waarschijnlijk in een ziekenhuis. Ze werden eerst alle zeven in Woensel begraven. Na de bevrijding zijn de twee Canadezen onder hen, Fowler en Kimber, overgebracht naar de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, waar ze nu liggen in graf 16 D 3 en 4. De anderen liggen nog steeds in Woensel, graven EE 25-26, EE 28 en EE 30-31.
Om 01.10 in de nacht van 25 mei 1944 stortte bij de Anthony Fokkerweg een Halifax III van het 51 Squadron neer. De piloot, P/O W.C. Lawson, kwam hierbij om. Vier bemanningsleden konden bijtijds springen en overleefden de crash, twee bemanningsleden zijn tot op heden vermist. Het verhaal van deze crash loopt door tot 1993.
Op 26 juli 1944 kwam even na middernacht een Heinkel He 111 bommenwerper (werknummer 161230) van het 9./KG 3, gevlogen door Uffz. Rohne, in de buurt van de molen van Acht neer. Het vliegtuig zou een hoogspanningsmast hebben geraakt. Het keerde waarschijnlijk terug van een lancering van een V1. Zo’n V1-raket hing onder de bommenwerper en werd vanuit de lucht gelanceerd. Het vliegtuig werd geheel vernietigd, de voltallige bemanning kwam om: piloot Uffz. Günter Rohne (22), waarnemer Fw. Albrecht Günther (22), radiotelegrafist Uffz. Walter Langer (19), boordwerktuigkundige Uffz. Willi Wetzel (21) en boordschutter Uffz. Erich Unterdörfel (22) liggen begraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graven AA-4-77 tot en met 81.