
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Zo is op 19 mei 1940 rond 22.00 uur een Britse bommenwerper van het type Armstrong Whitworth Whitley V (N1417) neergestort. Het vliegtuig van het 102 Squadron werd gevlogen door F/O W.C.G. Cogman. Waarnemer Sgt. Kenneth Victor Thrift (20) kwam hierbij om. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof Jonkerbos in Nijmegen, graf 12 F 9. Drie bemanningsleden, co-piloot P/O L. Miller (DFC), radiotelegrafist/boordschutter Aircm 2 E.H. Bros en radiotelegrafist/boordschutter Lac. J.R. Nicholson werden krijgsgevangen gemaakt. De piloot wist uit handen van de Duitsers te blijven, maar is waarschijnlijk op een volgende missie verdronken.
Op 27 maart 1941 schoot om 23.30 een Duitse nachtjager, gevlogen door Ofw. Herzog, een Britse Avro Manchester I (L7303) neer. Deze bommenwerper van het 207 Squadron, met F/Lt. John Aloysius Siebert (23) als piloot, stortte neer bij de boerderij van Roessel. Siebert kwam om, maar de andere zes bemanningsleden konden het toestel tijdig verlaten en overleefden de crash. Sgt. Robson, Sgt. Formison, Sgt. Taylor, Sgt. McDougal en Sgt. Gurnell werden krijgsgevangen gemaakt. John Sibert is begraven in Woensel, graf FF 4.
Minder gelukkig liep het af met de bemanning van de Vickers Wellington IC (DV773) die op 9 juni 1942 om 01.55 neergeschoten werd door een Duitse nachtjager. Piloot P/O John Evans Firman (30), waarnemer F/Sgt. John MacQueen, radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Frederick William Ewart Ball, idem F/Sgt. Jean Albert Marc Turner (RCAF) en boordschutter Sgt. Henry Halliwell (22) vonden allemaal de dood na hun bombardementsvlucht op Essen. Zij liggen begraven op de algemene begraafplaats Woensel in Eindhoven, graven JJ 71-75.
In een poging de bruggen over de Maas, Waal en Rijn te veroveren, startten de geallieerden in september 1944 de Operatie Market Garden. Luchtlandingstroepen werden met vliegtuigen van het type C-47A Skytrain aangevoerd. Op 17 en 18 september zijn er daarvan een aantal neergestort, onder andere in zo'n twee kilometer ten noord-noordoosten van Milheeze. Daar stortte op 18 september 1944 rond 17.00 uur de C-47A met serienummer 43-15638 van het 316TCG/36Sq neer, gevlogen door 1st Lt. John R. Johnson.
Dit toestel was opgestegen vanaf vliegveld Cottesmore in Engeland met een zweefvliegtuig op sleeptouw dat naar Groesbeek gebracht moest worden om de troepen daar te bevoorraden. De bemanning van de Skytrain bestond naast de piloot uit co-piloot 2nd Lt. Marion Larra Jr., radiotelegrafist S/Sgt. Carl E. O’Donnell en crew chief Pfc. Willard A. Friend.
Vlakbij de aangewezen Landing Zone ontkoppelde de glider en begon Johnson aan de draai voor de terugweg. Direct werd het vliegtuig door luchtafweer geraakt in de linkervleugel en de onderkant van de romp. Niet lang daarna kwam de melding dat het toestel in brand stond. Johnson gaf de opdracht om het vliegtuig te verlaten en hield het stabiel zo lang hij kon, terwijl de andere drie sprongen.
Toen hijzelf wilde springen, was het vliegtuig eigenlijk al te laag en Johnson besloot daarom een crashlanding te maken, zeker ook omdat hij niet meer naar achteren kon vanwege de vlammen die zijn ontsnappingsroute blokkeerden. Zijn crashlanding lukte en hij kon door het noodluik boven de cockpit het vliegtuig verlaten en zo hard mogelijk bij het brandende wrak vandaan rennen. Toen hij stopte, keek hij in de loop van drie Duitse geweren. De dragers daarvan namen hem krijgsgevangen.
De drie die gesprongen waren, landden allemaal veilig in de omgeving van Stevensbeek, waar ze werden opgevangen door mensen van het verzet en in veiligheid gebracht. De volgende dag konden zij zich al bij geallieerde troepen in Grave melden en via Brussel naar Engeland terugkeren.
Op 12 oktober 1944 crashte midden op de dag, om 11.50 uur W/O S.R. Thomas met zijn Hawker Typhoon IB (DN252) van het 247 Squadron bij de buurtschap Grotel. Hij overleefde het gelukkig.
Ruim een maand later stortte een andere geallieerde jager in Bakel neer. Het was F/Lt. R.F. Gill, die op 29 november 1944 om 15.10 uur crashte met zijn P51 Mustang I van het 430 Squadron, op dat moment gestationeerd op Eindhoven.
Op 13 februari 1945 stortte P/O Max A. Collett neer met een Spitfire LF.IX (PT856) van het 485 Squadron. Dankzij Joop Hendrix (zie hieronder) weten we inmiddels dat dat niet in Bakel, maar in Venray was, én dat Colett op tijd uit zijn toestel heeft weten te springen, getuige ook de foto's die Joop opstuurde van een bezoek van Colett, lang na de oorlog aan Nederland.
We zijn benieuwd of men in Bakel en omgeving nog herinneringen heeft aan een of meer van deze zes vliegtuigcrashes. Zo ja, laat het ons weten!
![]() |
![]() |