Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 31 december 1942 om 20.15 stortte bij Demen een Britse bommenwerper van het type Lancaster I (W4799) neer, die was afgeschoten door een Duitse nachtjager. Piloot was P/O Leonard Thomas Jackson (21) van het 83 Squadron. Deze Canadese piloot was onderscheiden met het Distinguished Flying Cross). Hij kwam om, samen met zijn voltallige bemanning, boordwerktuigkundige F/Sgt. David Smith (28), navigator F/Lt. James McMillan (27), waarnemer-bommenrichter W/O Basil Eldon Hargrove (RCAF), radiotelegrafist en boordschutter F/Sgt. Kenneth Chadwick Taylor (22) en de boordschutters F/Sgt. Leslie Robert Brettle (20) en Sgt. Daniel Crossthwaite (RCAF). Ze werden allen begraven in Uden, graf 2 I 1 (Crossthwaite) en 2 I 2-7 (de anderen).
De Lancaster maakte deel uit van een testbombardement op Düsseldorf door acht bommenwerpers, vergezeld van 2 Mosquito’s die als zogenaamde “pathfinders” moesten optreden. Zij wierpen markeringsbommen af, waardoor de echte bommenwerpers een makkelijker doelwit zouden hebben.
Op 21 september 1944 stortte bij Demen rond 16.00 een Short Stirling IV (LJ833) aan de oever van / half in de Maas neer. Dit vliegtuig van 190 Squadron werd gevlogen door F/Lt A. Anderson. Dankzij Jan Ruijs weten we wat meer over de afloop. Het toestel was al aangeschoten door de Duitse luchtafweer (Flak) en werd daarna door Fw 190 jagers aangevallen, waarbij het in stukken brak. Enkele lokale mensen hebben drie leden van de bemanning, Sgt. Smith, F/Sgt. Orange en Drv. L. Bloomfield, met een rubberen roeiboot (dinghy, onderdeel van de uitrusting van het vliegtuig) kunnen redden.
Een deel van het landingsgestel, een groot wiel met de bevestigingsstangen er nog aan, is stroomafwaarts gedreven en aangespoeld in de buurt van de boerderij van de familie Strik aan de Achterstraat in Dieden. Boer Strik zag wel mogelijkheden in het grote stuk metaal en fabriceerde er een toegangshek voor zijn boerderij van. (Zie: J. Thuring en S. Arts, "Staat Nederlands meest unieke poort in Dieden?", verschenen in: Tussentijds 10 (2004), afl. 1, p.4-9).
Bij de crash is de rest van de crew omgekomen: radiotelegrafist F/Sgt. William George Tolley (21) ligt begraven op het oorlogskerkhof in Bergen op Zoom, graf 25 C 11. Navigator en bommenrichter F/O Alexander Dalgety Adamson (33) en boordschutter F/Sgt. Arthur George Oliver Bellamy (20) liggen begraven op het RK kerkhof in Ravenstein, respectievelijk in graf 1 en 2. Piloot F/Lt .Alexander Anderson is begraven op het oorlogskerkhof in Groesbeek, graf XXII F 3 en 2e piloot F/Sgt. George Felix Conry-Candler (20) ligt op het RK kerkhof in Batenburg. Er is daar een gedenkteken aan de noordwestkant van de toegangspoort.
Van de A.E. Abbot die Jan in zijn reactie noemt, konden we eerst geen verdere sporen vinden. De bemanning van een Stirling bestond uit 7-8 man en dat aantal hadden we al bereikt met de mannen die hierboven genoemd zijn. Maar dankzij Ronny van Hoften weten we nu dat Drv. Albert Edward Abbott (30), dispatcher bij het Royal Army Service Corps, 253 Divisional Airborne Composite Company RASC, wel degelijk ook aan boord was. Dispatchers waren verantwoordlijk voor het droppen van de lading ter bevoorrading van de grondtroepen. Hij ligt begraven in Groesbeek, graf XXII F 2.