
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 14 juli 1943 stortte om 01.40 langs de Fellenoord een Halifax II (registratienummer DT769, call sign EQ-J) van het 408 Squadron neer. Piloot van het toestel was P/O A.O. Smuck. Volgens Duitse opgave was de bommenwerper door nachtjagers neergeschoten en werden twee leden van de bemanning gevangen genomen. Er was één dode. Het is onduidelijk wat er van de rest van de bemanning is geworden.
Tot zover strekte onze kennis. Maar Filip [zie hieronder] bracht uitkomst met de volgende gegevens: de Duitse nachtjager werd gevlogen door Lt.. Rolf Bussmann van I./NJG I. En er was niet één dode te betreuren, maar vijf: piloot F/O Alan Osborn Smuck van de RCAF; boordwerktuigkundige Sgt. John Foggon (19) reservist bij de RAF; radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Robert Barneveld (20), eveneens reservist van de RAF; boordschutter F/Sgt. Douglas George McKay (23 jaar), RCAF, en boordschutter Sgt. David Lloyd George Brown (20 jaar), RCAF. De twee overige bemanningsleden, F/O J. Kelly en Sgt. Bryce Domigan, werden uiteindelijk krijgsgevangen gemaakt.
De Halifax, opgestegen van het vliegveld Leeming, maakte deel uit van een grote bombardementsactie van de RAF die nacht op Aken, waarbij er meer toestellen werden afgeschoten, die onder andere in Asten, Genderen en Vorstenbosch zijn neergestort.
Op 22 juni 1944, om 02.00 uur, stortte in Drunen een Lancaster I bommenwerper (registratienummer ME613, call sign SR-M2) van het 101 Squadron neer. Het toestel, gevlogen door F/O S.W. Cook, kwam neer op land van de familie Lambooy.
Deze bommenwerper maakte deel uit van een missie naar Duitsland met de bedoeling een complex van chemische fabrieken in Wesseling te bombarderen, waar synthetische benzine uit steenkool werd gewonnen.
Van de 133 Lancasters (en 6 Mosquito's) die aan het bombardement hadden meegedaan, werden er acht boven Brabant neergeschoten. Behalve in Drunen, stortten ze neer in Boxtel, Helvoirt, Macharen, Nuenen, Riethoven, bij Werkendam in de Biesbosch en Westerhoven.
De bommenwerper, opgestegen vanaf het vliegveld Ludford Magna, was uitgerust met speciale radioapparatuur, bedoeld om het Duitse radioverkeer te storen (zie ook het verhaal over Lancaster LM508). Het doel was bereikt, de bommenlast afgeworpen, maar op de terugweg wachtte Uffz. Koppelmayer de terugkerende bommenwerpers op in zijn Messerschmitt Bf 110 van 6./NJG1. De SR-M2 werd zijn slachtoffer. Vier bemanningsleden overleefden de crash, vier kwamen er om. De vier overlevenden waren boordwerktuigkundige Sgt. A.C. Peyton; bommenrichter F/Lt. W.E. Lockwood; en de beide boordschutters F/O M.G. Gillespie (RCAF) en Sgt. J.M. Starr (RCAF). Ze werden alle vier krijgsgevangen genomen.
De vier voorlopige graven in Drunen, winter 1944. Foto: Streekarchief Langstraat, Heusden, Altena, fotonr. drn02796.
De gesneuvelden waren piloot F/O Spencer Waddy Cook (34) (RCAF), navigator Sgt. John Stevens Francis (20); special operator (van het ABC-systeem) Sgt. Donald Jagger (19) en radiotelegrafist Sgt. Albert Ernest Holmes (20). Nadat ze aanvankelijk op het pleintje voor het kerkhof in Drunen waren begraven, zijn ze na de oorlog herbegraven. Cook op de Canadese erebegraafplaats in Bergen op Zoom, graf 12 F 10 en de drie anderen op de begraafplaats Jonkerbos in Nijmegen, graven 12 J 7-9.
Op oudejaarsdag 1944 ten slotte, om 16.00 uur, stortte F/O Robert Henry (Bob) Jones (21) met zijn Hawker Typhoon IB (PD471) van het 197 Squadron neer in Elshout. Hij was met vijftien andere Typhoons opgestegen vanaf het vliegveld Deurne bij Antwerpen (codenaam B.70) om Duitse stellingen in Aalburg aan te vallen.
De Canadees Jones was in juni al eens neergeschoten boven Frankrijk, en opnieuw in oktober had hij uit zijn toestel moeten springen, dat in Breda neerstortte. Toen was hij veilig geland, maar dit keer liep het helaas anders. De Typhoon werd geraakt door Flak en Jones maakte zich op om te springen. Blijkbaar is hij ergens aan blijven hangen, want hij viel samen met zijn vliegtuig te pletter. Hij werd begraven op het katholieke kerkhof van Elshout, graf 1, waar hij nog steeds rust.
We hopen dat er in Drunen nog mensen zijn die er eventueel meer van weten!