
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Tijdens de meidagen van 1940 kreeg Oosterhout met verschillende vliegtuigcrashes te maken. Op 13 mei 1940 was het een Brits jachtvliegtuig dat bij Oosteind een noodlanding moest maken.
Het ging om een Boulton Paul Defiant I-jachtvliegtuig (L6977) van het 264 Squadron dat om 06.50 uur bij de Rijnsdijk neerkwam. De piloot was F/Lt. Patrick E.J. Greenhous en de boordschutter was Sgt. F.D. Greenhalgh.
Deze jager maakte deel uit van een patrouillevlucht door zes Defiants en zes Spitfires boven de Nederlandse kust. Jan Jolie heeft over deze Defiants geschreven in zijn boek Tweede Pinksterdag 1940 : Luchtgevechten boven West-Brabant en de Biesbosch. Ten zuiden van Rotterdam vielen ze Duitse Junker Ju 87 duikbommenwerpers aan, maar werden vervolgens zelf ook aangevallen door Duitse Messerschmitts van het /JG 26. De Britse Defiantjagers waren geen partij voor hun Duitse tegenstanders. Vijf van de zes werden neergeschoten.
Het toestel van Greenhouse en Greenhalgh werd aangeschoten en moest bij Oosteind een noodlanding maken. Beiden brachten het er levend vanaf, maar werden wel krijgsgevangen gemaakt. Van de overige vijf toestellen stortten er twee neer in de Biesbosch, moesten er twee ook een noodlanding maken, respectievelijk in Geertruidenberg en Zevenbergen en slaagde er uiteindelijk maar één in behouden op de thuisbasis in Engeland terug te keren.
Op 30 oktober 1998 werd op initaitief van de heemkundegroep Ulendonc uit Oosteind een monument onthuld als herinnering aan deze gebeurtenis.
Op 15 mei 1940 crashte een lichte bommenwerper in Den Hout.
Op 27 april 1943 stortte om 03.39 uur aan de Heikant een Wellington X-bommenwerper (registratienummer HE693, call sign PT-P) van het 420 Squadron brandend neer. Het toestel was neergeschoten door Hptm. Hans-Dieter Frank of 2./NJG 1, gelegerd op Gilze Rijen.
De bemanningsleden piloot F/Sgt. Earl Lloyd Newburg (RCAF), navigator F/Sgt. Francis John Duffy (23) (RCAF), bommenrichter Sgt. Roy Mucklow (28) (RCAF) en radiotelegrafist Sgt. Orval Kenneth Glascock (21) (RCAF) kwamen allemaal om in de vlammen van het brandende toestel. Alleen de boordschutter Sgt. Kenneth Bryan Cooke (21) werd uit het vliegtuig geslingerd. Ook hij was overleden, maar kon direct worden geïdentificeerd, wat voor de andere vier veel moeilijker was, gezien de mate van verbranding.
Ze kregen alle vijf hun laatste rustplaats op de erebegraafplaats in Bergen op Zoom. De vier Canadezen op het Canadese deel (graven 11 F 3, 5, 6 en 11), de Brit Cooke op het Engelse deel, graf 23 C 4.
De Wellington had deel uitgemaakt van een bombardementsmissie op Duisburg met in totaal 561 bommenwerpers. De HE693 was een van de 17 bommenwerpers die niet terugkeerden van deze missie.
Op 22 februari 1944 kwam om 11.10 uur bij de Technologieweg een Amerikaanse B-26B (registratienummer 41-31644) van het 386BG/555BS naar beneden. Deze B-26 Marauder werd gevlogen door Maj. Charles Vernon Thornton en maakte deel uit van een aanval van de 386 Bomb Group, gesteund door 16 bommenwerpers van de 322 Bomb Group, op Gilze Rijen. Major Thornton had in zijn B-26 die “Crescendo” gedoopt was, de leiding over de hele formatie van 50 Marauders. Vanwege die algehele leiding had de Crescendo ook een bemanningslid extra aan boord, omdat de normaal gecombineerde functies van bommenrichter en navigatior nu gescheiden waren.
De grond was met sneeuw bedekt, waardoor de start- en landingsbaan van Gilze Rijen slecht te zien was. Voor een goede bomaanval vliegen de bommenwerpers het allerlaatste stukje naar hun doel in een kaarsrechte lijn, ongeacht het luchtafweergeschut. Dat zijn de dertig meest kwetsbare seconden, voordat de bommen kunnen worden gelost. Na ongeveer 15 seconden werd de Crescendo geraakt in de rechter motor. Terwijl de propellor tot stilstand kwam, werd het punt bereikt waarop de bommen afgeworpen konden worden. Meteen daarna moest Thornton het vliegtuig een bocht naar links laten maken. De staartschutter kon goed zien hoe achter de Crescendo de andere toestellen van de formatie ook hun bommen op het doel los lieten.
De Crescendo op zijn thuisbasis, 1943. Foto: Collectie Jan Jolie.
Op dat moment werd ook het derde toestel in de formatie, de Lady from Hades die links achter de Crescendo vloog, door Flak geraakt. Daarbij werd de bediening van het richtingsroer vernield, waardoor de piloot alleen nog maar rechtdoor kon vliegen. De enige manier om een botsing met de naar links draaiende Crescendo te vermijden was zo snel mogelijk hoogte te winnen. Dat mislukte echter, waardoor beide toestellen elkaar raakten. Het staartstuk van de Crescendo werd er deels afgeslagen door de plexiglazen neus van de Lady of Hades die het ook begaf.
Thornton slaagde er in zijn toestel los te maken van de Lady of Hades en in een horizontale vlucht te gaan. Zijn bemanning kreeg het bevel het vliegtuig per parachute te verlaten. Zelf bleef hij aan boord om het vliegtuig in een lange glijvlucht te brengen en wellicht een noodlanding te maken in de polders, in plaats van op Dorst of Oosterhout zelf neer te storten. Een noodlanding werd het niet: het vliegtuig crashte uiteindelijk in de polder en Thornton werd dicht in de buurt van het vliegtuig gevonden, dood. Zijn parachute was ongeopend.
Het andere toestel, de Lady of Hades, is uiteindelijk in de Louisapolder ten zuiden van Dubbeldam neergestort (5 kilometer ten noorden van Moerdijk). Ook van dit toestel is de bemanning op tijd gesprongen, op de piloot na. De bemanningsleden zijn in de omgeving van Breda neergekomen en daar gevangen genomen.
De enige gesneuvelde was dus piloot Maj. Charles Vernon Thornton. Hij ligt begraven op de Amerikaanse erebegraafpaats in Margraten, graf I-8-7. Zijn co-piloot 1st Lt. E.F. Anderson en navigator 1st Lt. C.R. Taylor werden snel na hun landing krijgsgevangen gemaakt; bommenrichter Capt. T. Lehman ontsnapte en bereikte uiteindelijk Zwitserland; boordwerktuigkundige S/Sgt. N.L. Bell bleef eveneens uit handen van de Duiters; radiotelegrafist T/Sgt. W.B. Harris ontsnapte aanvankelijk, maar werd later toch gevangen genomen; de boordschutters Sgt. J.O. Stensruden en S/Sgt. S.J. Melancon ontliepen eveneens krijgsgevangenschap. Melancon is na zijn landing richting België gaan lopen en uiteindelijk opgevangen door leden van het verzet en naar Brussel gebracht, waar hij tot september 1944 in Vilvoorde ondergedoken heeft gezeten.
Op 21 juli 1944 stortte om 01.40 uur in Den Hout een Lancaster I bommenwerper (R5904) neer van het 15 Squadron. De piloot van dit vliegtuig was F/Lt. W.J. Bell.
In 2019 verscheen het boek van Jan Jolie en Cees Joosen, Vliegtuigcrashes in de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Oosterhout (Oosterhout/Den Hout, 2019), waarin al deze crashes zeer uitgebreid en gedocumenteerd staan beschreven.