Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Zo stortte op 27 april 1944 bij Achtmaal een Britse bommenwerper neer. Het ging om een Lancaster III (registratienummer JB307, call sign GT-H) van het 156 Squadron, gevlogen door F/Lt. Kayll. Op de terugweg van een missie waarbij de Krupp-fabrieken in Essen werden gebombardeerd werd het toestel geraakt door nachtjagerpiloot Oberstleutnant Heinz Schnaufer van II/NJG 1. Om 02.05 uur kwam het vliegtuig in de buurtschap Driehoek neer.
Piloot F/Lt. Anthony George Randall Kayll (24), boordwerktuigkundige Sgt. Richard Archibald Kilgour Riddle (22), navigator F/O John Walter Charles Darvall (24), bommenrichter Sgt. John Dennington Manley (20), radiotelegrafist Sgt. Eric Fletcher en de boordschutters Sgt. Cyril Waller (36) en Sgt. Alan Beattie (20) verloren hierbij allemaal het leven. Zij liggen begraven op het protestantse kerkhof in Zundert, graven 3-7. In het collectieve graf 4-5 liggen de stoffelijke resten van vier bemanningsleden.
Niet lang daarna, op 22 mei 1944, kwam om 2.00 uur bij de Laveibosstraat 3 opnieuw een Lancaster I (registratienummer LL951, call sign AR-C) naar beneden, ditmaal van het 460 Squadron, en gevlogen door F/O Reginald Eugene McDougall (RCAF). Op de terugweg van een bombardementsmissie naar Duisburg werd het toestel neergehaald door Oberstleutnant Günther Radusch van Fliegerhorst Deelen met zijn JU-88. De Lancaster raakte het dak van het huis van de familie Van Dijck, dat hierdoor zwaar beschadigd raakte.
McDougall en vier andere leden van zijn bemanning, de boordschutters Sgt. William Francis O'Neill (31) en Sgt. Harold Ralph Elsbury (20); de radiotelegrafist Sgt. James Herkes (22) en de navigator F/Sgt. Ronald Ralph Bunker (26) liggen alle vijf in een collectief graf nr. 2 op het protestantse kerkhof van Zundert.
Boordwerktuigkundige Sgt. W.H. Leaney en bommenrichter F/O E. O'Donoghue maakten een parachutesprong en overleefden de crash wél. Leany werd meteen krijgsgevangen gemaakt, maar O'Donoghue wist aanvankelijk uit handen van de Duitsers te blijven. Helaas kwam hij terecht in een door de Duitsers geïnfiltreerde pilotenlijn. Een paar weken later, op 8 juni 1944, werd hij echter alsnog gearresteerd in Antwerpen. Zowel leany als O'Donoghue overleefden de oorlog in krijgsgevangenschap.
Op 1 januari 1945 stortte op De Raamberg een Duitse jachtvlieger neer. Het was Lt. Heinrich Hackler (26) met zijn Messerschmitt Bf 109K-4 (werknummer 330196) van 11./JG 77 die deelnam aan de Operatie Bodenplatte. De piloot kwam hierbij om en kreeg aanvankelijk een veldgraf op de Raamberg. In oktober 1949 werd hij herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf X-11-260.
De gegevens over de beide Lancasters op deze pagina zijn bijgewerkt aan de hand van gegevens van het Militair Historisch Museum Achtmaal (https://www.militairhistorischmuseumachtmaal.nl/vliegtuig-route)