skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Nieuwe bewoner voor huize Zwanenburg

Esch telde in de middeleeuwen maar liefst 10 omgrachte hoevens. Deze waren bijna allemaal gesitueerd in de nabijheid van de Essche Stroom. Hoeve Zwanenburg maakte hier ook deel vanuit. Op de kadasterkaart van 1830 wordt de omgeving abusievelijk vermeld als Kranenburg.

Huize Zwanenburg is prachtig gelegen in het beekdal van de Essche Stroom. Een lange oprijlaan geeft toegang tot dit mooie pand. Vroeger was er ook nog een zandpad dat van Zwanenburg naar de Haarenseweg liep. Dit pad kwam uit tegenover het Mannengasthuis.

Het huis Swanenborch

Zwanenburg kwam hoogstwaarschijnlijk uit het bezit van de familie Muijckens en was vermoedelijk een pachthoeve van de Ruitingh, want voordat de familie Endevoets erop ging wonen, woonden er pachters.
Gijsbert van Hedel was gehuwd met Elisabeth Muykens (Muijkens, de schrijfwijze van namen veranderd regelmatig). Elisabeth werd vermeld als vrouwe van “Swanenborgh”. Zij moet omstreeks 1525 geboren zijn en was een dochter van Peter Muijkens die ook eigenaar was van de Ruitingh. (nu De Ruiting 3). Derhalve mogen we aannemen dat Zwanenburg afkomstig is uit het bezit de familie Muijkens.

Uit het huwelijk van Gijsbert van Hedel en Elisabeth Muykens werd een dochter geboren genaamd Mechteld van Hedel. Na de dood van Gijsbert trouwde Elisabeth voor de tweede keer met jonker Adam de Borggreve (Borggrave). Deze werd geboren in 1529 en is overleden voor 1581. Hij is de oudst-bekende, eigenaar van Swanenborch. Adam de Borchgreve was hoofdman van het Sint-Willebrordusgilde. Dit blijkt uit een vonnis van 7 september 1571 inzake een geschil tussen de hoofdman van het gilde en een lid. Het ging over acht stuivers die de hoofdman nog te goed had van een gildebroeder.

In dit vonnis wordt Adam de Borchgreve met naam en functie genoemd. We komen Adam en Elisabeth ook tegen in de onderhoudscedulle van bruggen en dijken in het jaar 1579. De onderhooudsscedulle was een lijst met namen van personen die verantwoordelijk waren voor een deel van het onderhoud van de bruggen en dijken in Esch. Dit archiefstuk bevindt zich in het archief van het BHIC en is genealogisch maar ook toponymisch een boeiend archiefbestand over Esch. Uit dit archiefstuk blijkt dat “joncker Adam de Boercgraeff en sijn huijsvrouwe Joffrou Elisabeth” beiden verantwoordelijk waren voor een deel van het onderhoud van bruggen en dijken. Later bleek dit de weduwe Elisabeth te zijn en kunnen we vaststellen dat ze ook haar tweede man overleefd heeft.

Uit dit tweede huwelijk werd een zoon geboren Arien Adam de Borchgreve. Deze kwam echter niet in aanmerking als erfgenaam van Swanenborch. Het goed bleef in handen van de familie Muijkens. Dochter Mechteld erfde het.

Het geslacht Enttenfues

Mechteld huwde jonker Wolfaert Enttenfues. De naam van dit adellijke geslacht vernederlandst later in Endevoets. De familie Enttenfues was afkomstig uit Duisburg. De eerste Enttenfues die we tegen komen in Nederland wordt vermeld in de schepenregisters van ’s-Hertogenbosch en Esch in 1605. Mechteld en Wolfaert woonden toen in Duisburg in Pruisen. Onwaarschijnlijk is het niet dat deze Wolfaert
naar ’s-Hertogenbosch gekomen is met de Duitse troepen. Tijdens de Tachtigjarigen oorlog lag er in Den Bosch een Duits garnizoen om de stad voor de koning van Spanje te verdedigen. De Van Hedels waren vooraanstaande Bosschenaren en bezaten diverse goederen in de stad Den Bosch. Zij maakten in de 15de en 16de eeuw deel uit van het stadsbestuur en traden regelmatig op als schepenen van de stad Den Bosch.

Wolfaert Enttenfues en zijn vrouw Mechtild schijnen zelf niet op Zwanenburg gewoond te hebben. Getuigenverklaringen van 1639 vermeldden dat in die periode Caspar van der Herstraten, pastoor van Esch, op deze hoeve woonde. Na de inval van Frederik Hendrik brak er voor de katholieken een rumoerige tijd aan. Geestelijken werden weggejaagd of doken onder. Casper van der Herstraeten zocht derhalve zijn toevlucht op Zwanenburg. Wolfaert Enttenfues werd na het overlijden van Mechteld, in 1613, eigenaar van Zwanenburg en tot 1805 bleef het in handen van deze familie.

Borchard Endevoets, zoon van Wolfaert en Mechteld, is vermoedelijk de eerste Endenvoets die op Zwanenburg ging wonen. Bij een boedeldeling in 1629 kwamen de ”Swanenborghse“ goederen in bezit van Coenraet en Maria Endevoets. Zij waren kinderen uit het huwelijk van Bochard Endevoets en Catharina van Dript. Uit de omschrijving van die boedeldeling blijkt dat Zwanenburg vroeger een waterhoef geweest is. Het werd toen omschreven als: “een hooghuis, omgeven door grachten met bijbehorende akkers: de Braecke, de Coeyweyde en den Swartgraeff.”

Deze akkers lagen aan beide zijden van de Aa, nu de Essche Stroom. Een hooibeemt, de Swemmer, hoorde ook bij de goederen van Zwanenburg. In 1689 werd Zwanenburg gedeeltelijk verhuurd. In het huurcontract werd het beschreven als: ”een woonhuijs, keuckenkelder daerinne, een kelderkamer, geute, den halven solder boven de sael, paertsstalle, schuur, hooijstalle, verckenkoije met de helfte van de plaets onder het schoir voor brouwhuijs, mitsgaders den hoff, boomgaert, de dries daerachter gelegen, weijlandt enz., alles gehoorende aen den Adelijcke huijse genoemt Swaenenbergh”.

Christianus, Hendricus en Josephus Endevoets moeten in december 1805 uit geldnood het huis Zwanenburg aan Cornelis Bles verkopen. Uit de verkoopakte blijkt dat Zwanenburg dan bouwvallig is. Twee gevels en de muur aan de noordzijde moeten opnieuw opgebouwd worden.

In 1813 wordt Cornelis Langeveld de eigenaar. Hij verkoopt het in 1842 aan Michiel van Oers. Petrus van Exsel dempt in 1882 de gracht en maakt dan een leerlooierij van Zwanenburg. In 1933 koopt Martinus Denissen het pand van Willebrordus van Exsel. Zwanenburg is dan in gebruik als boerderij. De uit Waalwijk afkomstige familie Timmermans koopt in 1967 de boerderij. Opnieuw is Zwanenburg aan een grondige verbouwing toe. In de jaren zeventig vindt er gedeeltelijke nieuwbouw plaats onder leiding van architect L. Bedaux. Na de restauratie neemt de familie Timmermans in 1971 haar intrek in de riante woning. In september 1995 wordt Zwanenburg gekocht door de familie Peek. Mevr. Peek bewoont tot op heden dit pand.

Het pand is verkocht aan de burgemeester van Boxtel Ronald van Meygaarden die na de samenvoeging van Esch bij Boxtel op 1 januari 2021 hier gaat wonen.

Bron
J. Aben, De Jonkheren van Enttenfues te Esch, in: Genealogisch Tijdschrift voor Oost Brabant, jg 7 (1992), blz 145-148.
W. Fasel, Het huis Swanenborgh te Esch, in: De Kleine Meijerij, jg 22 (1971), nr 1.
Archief, N v.d. Langenberg
Boek, Monumenten van Haaren, Helvoirt, Esch en Biezenmortel. 2002
Bijgewerkt door N. v.d. Langenberg, mei 2020
Foto gemaakt door Kees van Brunschot, 1990

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen