
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De foto is ingestuurd door Eduard Van Gasse, kleinzoon van de man bovenaan achteraan links. Hij vertelt: “Mijn grootvader is met zijn broer (nonkel Joppe) een tijdje ondergebracht geweest bij “de broeders”. Hij heeft daar ambachten geleerd, zoals het maken van vis- of vogelnetten, het vlechten van rieten manden en het maken van wat zij in het Antwerps “krapkassen” noemden.
Dat zijn in feite dulcimers (snaarinstrumenten) die met een rietje in de linkerhand, en een plectrum in de rechterhand, werden bespeeld. Je moet dat zien als een balkvormig bakje bespannen met gewone ijzerdraad en met schroefogen als stemsleutels.”
Beide broers trokken tot in de jaren vijftig nog geregeld met de fiets van Antwerpen naar hun Nederlandse broedervrienden om hen te gaan bedanken voor de gastvrijheid in ‘De Groote Oorlog’.
Wie staan hier nog meer op de foto? Wie weet er meer over de vluchtelingen in huize Padua? Wat is het verhaal achter deze intrigerende foto? Vertel het ons!
Met de aanvulling van Lidwien Verstraaten-Jansen:
Tekst en onderzoek door Lidwien Verstraaten wat geplaatst werd in Boekels Heemkundeblad De Wanmeule nr. 55 december 2018. [ p.s. Het voorafgaande algemene landelijke hierover in het blad is hierbij niet toegevoegd alsmede ook niet de afdrukken van brieven hiervoor kunt u het blad zelf gaan raadplegen of bestellen bij desbetreffende Heemkundekring.]
Het archief van Huize Padua
=1=Een rekening, datum 2 November 1914, van de Broeders Penitenten aan de Gemeente Boekel is de eerste aanwijzing dat er vluchtelingen verbleven in Huize Padua.
Kost en inwoning van Belgische vluchtelingen gedurende 16 dogen 14 volwassenen, is
224 dagen a 30 ct per dag f. 67,20 .
Gedurende 13 dagen één volwassene a 30 ct per dag 2 Hemden a f. 0,80 ; 7 Paar sokken a f. 0,60 ; 1 Paar kousen a f. 0,95 ; 12 Paar klompen a f. 0,53 ; 7 Onderbroeken a f. 0,90 ; 1 Paar schoenen laten repareren f 1,40 ; 1 Zakdoek f 0,20
Totale kosten f. 92,11
Daarnaast zijn er nog rekeningen over de hele maand november van kleding en kost en inwoning, waaruit blijkt dat er 13 Belgische vluchtelingen gedurende 30 dagen in Huize Padua waren en 1 vluchteling gedurende 17 dagen. Kosten: f. 125,10.
Er werd nog een borstrok verstrekt, een jas, vijf broeken, 2 paar klompen, vier hemden, een paar nieuwe schoenen en een jas werd gerepareerd: kosten: f. 35,13.
Uit een brief van de directeur van Huize Padua, de heer Van den Boogaard, blijkt dat ook de provincie zich met de vluchtelingen bemoeide.
Boekel "Huize Padua" 25 November 1914, No. 164. Onderwerp: Belgische Krankzinnigen.
Aan Zijne Excellentie den Commissaris der Koningin in de Provincie Noordbrabant te 's Bosch.
Als antwoord op uw schrijven van 24 November 1914 No 8, 1e Afdeeling hebben wij de eer U mede te deelen, dat in ons gesticht geen Belgische krankzinnigen vertoeven.
Namens Het Bestuur v/h Krankzinnigen-Gesticht "Huize Padua" Boekel,
H. W. van den Boogaard, Directeur.
=2=In een brief van 28 dec. 1914 schrijft de gemeentesecretaris van Boekel aan de eerwaarde overste het volgende:
Woensdagmorgen zullen vertrekken de volgende vluchtelingen: 1. Leonordus Bosmons. 2. Franc. Bosmans. 3. Bolkmans, Franc. 4. Bolkmans, Jacob. Op welk uur ze in Boekel moeten zijn zal nader worden mede gedeeld.
Gelieve dit tevens te laten weten bij de vluchtelingen die gehuisvest zijn bij Marten van Doren uw buurman. Ook van Gasse en vrouw met de drie jongste kinderen moeten vertrekken. De andere kinderen, ook die bij U zijn mogen hun ouders vergezellen, doch behoeven dit niet.
Maak een en ander aan uwen vluchtelingen bekend.
Voor de moeite mijn dank.
Gegroet De secretaris Buskens
=3= Vergoedingen
Het lijkt alsof er problemen zijn met betalingen.
Op 18 januari 1915 stuurt de overste van Huize Padua een brief aan het Comité voor Belgische Vluchtelingen te Boekel. Hij schrijft dat de vergoeding over onderhoud en kleding over de maand december ontvangen is. De kleding voor C. Bakker en W. van Gasse hebben de broeders al voor hun rekening genomen en ook voor L. Butzen is de kleding betaald. Mocht het bestuur bezwaar hebben deze te voldoen dan zal het gesticht zelf de kosten dragen. Na betaling van deze rekening vraagt de penningmeester A. Coppens of de broeders de Belgische vluchtelingen in het vervolg willen verzorgen zonder vergoeding "daar zij werk verrichten en men het Rijk zo min mogelijk op onkosten moet brengen".
Broeder-overste lijkt niet blij met die vraag en antwoordt:
“Naar aanleiding van de vraag deel ik U mede, dat wij de menschen goed verzorgen en ik hen iedere week f. 2,75 zakgeld geef, dan staan die arme lieden toch niet geheel zonder iets. Toen wij er 15 hadden gaf ik hun maar f. 2,25 per week.
Zeer geachte Heeren daar ik mij moet verantwoorden tegenover ons Bestuur en van den anderen kant het mij onaangenaam zoude zijn dat U een indruk had alsof wij daar profijt van willen trekken, daarom zou het mij genoegen doen uw oordeel daaromtrent te vernemen en verlangt U dan waarlijk hen in 't vervolg kosteloos te laten verzorgen in ons gesticht, dan zal ik het aan Het Bestuur mededeelen.
Uw antwoord wachtende heb ik de eer met ware hoogachting te zijn: Ued. Uw dienaar H. W. van den Boogaard, Overste”.
Al snel komt het antwoord van het Comité. Het is een misverstand. De kleding van L. Butzen is aan het Rijk in rekening gebracht. De vraag over de vergoeding van de penningmeester ... "moet beschouwd worden als een persoonlijke uiting van dat lid en niet als een voorstel van ons Bestuur, wijl daarover nooit of nimmer in eene vergadering is gesproken. Ons Bestuur weet te goed, wat Huize Padua voor de vluchtelingen heeft gedaan en nog doet, om zulk een voorstel te doen en dit zou ook niet geoorloofd zijn, wijl het Rijk aan ieder die een onbemiddelde vluchteling huisvest en voedt f. 0,30 per dag vergoeding toekent en ons college zulk een algemeene regeling niet naar willekeur kan intrekken." De heer Coppens verklaart dat de overste gezegd zou hebben: "Als er nog eenige vluchtelingen vertrekken zal ons gesticht de rest voortaan gratis onderhouden."
Hij heeft daaruit opgemaakt dat niet alleen de kleding gratis zou zijn, maar ook dat Huize Padua niet meer in aanmerking wenste te komen voor de vastgestelde vergoeding. Het is een misverstand en het Bestuur zal in het vervolg al het mogelijke doen om dit te voorkomen.
Op 19 februari krijgt de overste opnieuw een brief van het gemeentebestuur Boekel. Voortaan moet het VluchtelingenComité een machtiging hebben van 'Het Provinciaal Comité' voor aanschaf van kleding voor de vluchtelingen, en gelukkig kunnen de Broeders tot aanschaffing overgaan van één paar nieuwe schoenen voor Willem van Gasse, één paar klompen ook voor Willem en één paar klompen voor Eduard Nap van Gasse: "De gezamelijken kosten mogen niet hoogerzijn dan f. 11,60." En dat lukt; voor f. 11,55 zijn de mannen van schoenen en klompen voorzien.
=4= De overplaatsing
Op 11 maart 1915 laat de Gemeente weten dat een verzoek vanuit Huize Padua voor overplaatsing van Stanislas van Gasse zowel door het Comité als door L. Emonds is goedgekeurd. De overste van Huize Padua schrijft op 14 maart: "ik heb de eer u mede te deelen dat de Belgische Vluchteling Stanislas van Gasse op 14 maart jl. in ons gesticht intern is geworden." De reden daarvan is niet bekend.
Op 6 april besluit de burgemeester van Boekel dat alle onvermogende vluchtelingen, die door het Rijk worden ondersteund op zaterdag 10 april zullen vertrekken naar het Vluchtoord in Uden: "Aangezien van tevoren moet worden opgegeven, hoeveel personen zullen arriveeren zult U mij zeer verplichten zo spoedig mogelijk op te geven, welke personen ten Uwent zullen blijven zonder verdere Rijksvergoeding en welke zullen vertrekken. Het uur van vertrek zal nader worden bekend gemaakt”.
Op 9 april schrijft de burgemeester: "Morgenmiddag half een zullen de vluchtelingen van hier vertrekken. Gelieve de 4 vluchtelingen ten Uwent te waarschuwen dat ze zich alsdan gepakt en gezakt moeten bevinden bij de broer van Van Eljen In de Kerkstraat. Voor de bagage zal een kar gereedstaan." Later blijkt uit correspondentie van Huize Padua en het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat enkele vluchtelingen door de Broeders tijdelijk zijn opgenomen en behandeld en na overleg met hun familie gezond ontslagen zijn.
Bron:
Archief Museum De Kluis