
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bron: BHIC, Kaart van heerlijkheid Borgvliet door H. Adan, minuut, 1751
1. Huidige Antwerpsestraatweg met de 1 ter hoogte van de Stalenbrug; 2. Schietterrein van Sint Sebastiaangilde met op de tekening de wip (lees https://www.stsebastiaanboz.nl/geschiedenis.html); 3. Herberg die het Sint Ambrosiusgilde huisvest en daarachter hun schietterrein
Op de kadastrale kaart 1811-1831 staat deze tekening MIN10013F03 (collectie BHIC), waarvan hier een gedeelte is opgenomen.
2. en 3. kadastrale secties F 106 en F 107 domeingronden (heide) en 4. sectie F 105 van P. Leenaars, tapper/herbergier op (Oud-)Borgvliet (bouwland). In zijn herberg is gehuisvest het Sint Ambrosiusgilde met vergaderkamer, bierkelder en schietbaan)
In het kadaster wordt later het gebied F 106 geduid als “De Gorren” en F 105 en F 107 “De Schans”. De naam Schans zal verband houden met de daar liggende militaire batterij. In de woordenboeken kent het woord Gorren de volgende verklaringen: 1. de balzak afbinden bij lammeren; 2. een knikkerspel dat met Pasen met hazelnoten wordt gespeeld; 3. Hebreeuwse naam die betekent “zorgt voor voedsel”. Omdat het gebied heide is waarop schapen hebben gelopen, lijkt de eerste verklaring het meest aannemelijk.
In mei 1842 is notaris Van Vugt te Roosendaal belast met een veiling van de Staat met vele gewone domeingronden in West-Brabant. Op 24 mei koopt, aldus de kadastrale legger, het Gild van Sint Bastiaan de secties F 106 en 107. De notariële akte van 24 mei 1842 vermeldt, dat na afroepen, verhoging en mijnen hovenier Pieter Franken in de hoedanigheid van hoofdman van het Gild Sint Sebastiaan te Bergen op Zoom de percelen koopt. De akte vermeld ook: “Op dit perceel staat eene wip, dienende tot boogschutter’s oefeningen, waarvan de kooper moet gedogen.”
Op 3 april 1845 koopt timmerman Henricus Moerbeek via notaris Franciscus van Goch het tegen de Baan van de stad naar Antwerpen gelegen gedeelte van het eigendom van het Gild van Sint Sebastiaan.
Dat het te bebouwen perceel in het schootsveld van de militaire batterij, ook glacis genoemd, ligt blijkt uit de akte van notaris Van Gogh van 10 april 1845. Henricus Moerbeek krijgt - samengevat - toestemming van het Departement van Oorlog om te bouwen, maar de stenen voeting waarop de woning komt, mag niet meer dan drie palm boven de grond uitsteken. Alleen de schoorsteen mag wel van steen zijn. De hoogte onder de nok mag zes el zijn. Ook moet het bouwsel met pannen gedekt zijn. Ingeval van afbreken en wegruimen door het Departement van Oorlog komen de kosten voor rekening van Moerbeek. Waarom deze eisen? Bergen op Zoom is nog een vestingstad en op de eerste kadastertekening kun je zien dat het perceel zal liggen binnen het schootsveld van de batterij. Dus bij oorlogsgevaar zal het schootsveld vrij worden gemaakt.
Bijna twintig jaar later dient de aanleg van de spoorlijn van Bergen op Zoom naar Zeeland zich aan. Omdat het schuttersveld een hoogte is wordt deze doorgraven en wordt de onderbreking van de Antwerpsestraatweg ongedaan gemaakt door de aanleg van de Stalen Brug.
1. spoorlijn; 2. Eigendom van Henricus Moerbeek; 3. De Stalenbrug; 4 terrein Gilde van Sint Sebastiaan
Het op de hulpkaart van 1864 onder 4 aangegeven gebied wordt in 1876/7 gesplitst in eigendom. Het gilde blijft mede-eigenaar en de andere eigenaar bouwt er een huis. Door overlijdens gaat het huis telkens over naar een nazaat. Een nazaat wordt op enig moment ook eigenaar van de 34 centiare van het Gilde.
In 1913/1914 gaat het eigendom sectie F776 en 777 vervolgens over naar de onderwijsfamilie Brogtrop, die zijn school in de Engelsestraat heeft. Deze Brogtrop neemt in 1917/1918 het naastgelegen perceel sectie F 775 (bouw- en weiland) van het Gilde over.
Op 15 juni 1847 verkoopt Petrus Johannes Leenaars, tapper en herbergier, zijn onroerende goederen waaronder bouwland sectie F 105, aan kandidaat notaris Petrus Vergroesen. Leenaars heeft het perceel aangekocht bij akte van notaris Johannes Vergroesen op een veiling op 20 maart 1819. Notaris Johannes van Goch koopt op 6 juli 1852 het perceel als bouwland en bouwt daarop in 1853/54 een (thee)koepel. In het kadaster wordt de functie in 1860 geduid met “plaisirtuin en koepel”. Eigenaar wordt vervolgens Hubertus van Goch, zoon van Johannes en ook notaris, en wordt de weduwe van Johannes vruchtgebruikster.
In 1887 wordt de pleziertuin met koepel verkocht aan Anna Bol, dochter van vleeshouwer Josephus Bol. Zij verzoekt burgemeester en wethouders op 26 mei 1891 vergunning tot het bouwen van een keukentje “aan den koepel in den tuin nabij de stalenbrug.” De vergunning voor bouwen op perceel F 424 wordt in de vergadering van 27 mei 1891 verleend.
In 1893 worden de percelen samengevoegd tot sectie F 1142. De keuken krijgt kadastraal een eigen nummer en ook de positie van keuken en koepel wordt weergegeven. De theekoepel kijkt uit over de Augustapolder.
In 1903/4 verkoopt Anna Bol het onroerend aan de heer Brogtrop en familie. Na aankoop krijgt Brogtrop bouwplannen. Op 10 maart 1904 vraagt hij toestemming tot het bouwen van een bergplaats met privaat op het perceel F 1142. Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning op 11 maart 1904.
Op 16 april 1909 vraagt de heer Brogtrop om vergunning tot verbouw van de bergplaats. Burgemeester en wethouders verlenen op dezelfde dag de vergunning.
Willem Asselbergs, beter bekend als Anton van Duinkerken, schrijft over het uitspanningsoord in zijn boek Brabantse Herinneringen: “Jan Brogtrop en diens vrouw Marie in de Engelsestraat. Hier hield Jan Brogtrop school. Dit betekent, dat jongelui uit de omgeving van de stad, ik weet niet hoeveel jongelui, bij hem inwoonden en opleiding kregen voor de handel. Ze hadden een buitentje bij de Stalen Burg, niet zover van onze brouwerij. Hier heb ik Jan Brogtrop met zijn adapten vaker gezien dan in de Engelsestraat (…).“
In het Wijkregister (ca. 1915-1920) op straatnaam, met opgave van huisnummer, gebouw en naam van de hoofdbewoner, krijgt het uitspanningsoord zelfs een adresvermelding: Antwerpsestraatweg 178. De pleziertuin wordt nu geduid als speeltuin.
In 1938 gaat het eigendom van Brogtrop over naar Johannes van de Water, de vader van medeschrijver Henk.