
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Lang heeft Oeffelt haar zelfstandigheid kunnen bewaren, maar uiteindelijk kreeg men ook hier met een gemeentelijke herindeling te maken. De gemeente Oeffelt werd op 1 januari 1994 opgeheven en bij de gemeente Boxmeer gevoegd. Boxmeer werd op zijn beurt in 2022 samengevoegd met de gemeenten Cuik, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis tot gemeente Land van Cuijk.
Het grondgebied van de gemeente Oeffelt telde ca. 950 hectare en in het laatste jaar van haar bestaan 2.283 inwoners.
Oeffelt, in de middeleeuwen ten dele ook wel Brakel genoemd, is ooit onderdeel geweest van het leengoed van de Heren van Cuijk. In 1402 ging Oeffelt over naar de heerlijkheid
Gennep, die op haar beurt in 1442 onderdeel werd van het hertogdom Kleef. In 1630 werd het hertogdom Kleef onderdeel van het keurvorstendom Brandenburg en later van het koninkrijk Pruisen.
Deze situatie bleef tot de komst van de Fransen in 1793/1794. In 1795 werd Oeffelt samen met Sint Anthonis en Boxmeer ingelijfd bij de Franse republiek en weer later achtereenvolgens bij de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland. In 1810 werd het onderdeel van het Franse Keizerrijk en ontstond de gemeente Oeffelt.
Na het vertrek van de Fransen in 1813 is er een jarenlang getouwtrek tussen Nederland en Pruisen geweest over de vraag waar Oeffelt nou eigenlijk bij hoorde. In 1816 werd Oeffelt definitief onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Zoals gezegd heette Oeffelt in de middeleeuwen ook wel Brakel. In het noorden was er een Cuijks Brakel en ten zuiden van de Oeffeltse Beek een Oeffelts Brakel. Voor de naam Brakel worden verschillende verklaringen gegeven. Het zou kunnen verwijzen naar braak liggend land. Anderen houden het op een samenstelling van het Germaanse brako en lo, dat bos en varens zou betekenen. Brakel verwijst dan naar een bosje op een zandige hoogte.
De vroegste vermelding van Oeffelt komt uit de tweede helft van de elfde eeuw als "Uflo". Over de betekenis van de naam Oeffelt zijn de geleerden het helemaal niet eens. Het zou een Nederlandse variant kunnen zijn van het latijnse Ovile, voor schapenheuvel. Dat zou dan mooi aansluiten op het gemeentewapen.
Een andere verklaring is dat Oeffelt teruggaat op Uffa’s loo, waarbij loo in het rivierengebied vaak een hoogte betekent. Uffa kan een persoonsnaam zijn geweest, maar men heeft in dat element ook al het oudnederlandse woord ûf voor uil in gezien. Dan wordt het weer een uilenbos, in plaats van de heuvel van Uffa.
De naam Oeffelt zou ook kunnen verwijzen naar Uffa, dat water betekent. Ten slotte kan loo of lode, verzwakt tot ‘elt’ ook nog waterloop betekenen, waar dan vooral de eind-t weer op zou wijzen. In combinatie met uffa in de betekenis van water, lijkt oeffelt dan zoiets te moeten betekenen als nederzetting aan het water (waarmee dan waarschijnlijk de Oeffeltse beek bedoeld is).
Op 16 juli 1817 verleende de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Oeffelt een gemeentewapen dat bestond uit een blauw schild, met daarop een gebogen dwarsbalk van goud, waarboven een droogscheerdersschaar, eveneens van goud. Dit wapen was gebaseerd op het oude schependomszegel, dat in ieder geval sinds de 15e eeuw werd gebruikt. Dat was op zijn beurt weer afgeleid van het wapen van Gennep, waartoe Oeffelt sinds 1402 behoorde.
De kleuren blauw en goud zijn ontleend aan de rijkskleuren. Dat was het lot van heel veel gemeentewapens die rond 1817 zijn vastgesteld, omdat de meeste gemeentebesturen bij hun ontwerp geen kleuren hadden opgegeven. In 1992 is nog wel een voorstel gedaan om het wapen de kleuren van Gennep (rood en goud) te geven, maar daar is nooit een vervolg aan gegeven. Met ingang van 1994 is de gemeente opgeheven en bij Boxmeer gevoegd.
Op de oever van de Oeffeltse Raam zijn in onze tijd verschillende vondsten uit de prehistorie uit de bodem (enkele grote urnen) gekomen. Dat zegt echter nog niet zo heel veel over de allervroegste bewoning. Eigenlijk weten we pas meer vanaf ongeveer 1100.
Uit geschreven bronnen, in dit geval een belastinglijst van de abdij van Echternach, blijkt dat er toen in ieder geval een paar boerenhoeven hebben gestaan. In 1144 schenkt een edelman Eribert van Gennep een grote hoeve, de "mansus Brakele" zoals die genoemd wordt, aan de abdij Fürstenberg bij Xanten. Duidelijk is dat de Oeffeltse gemeenschap toen nog niet heel groot geweest kan zijn.
We maken een flinke sprong in de tijd: aan het eind van de zeventiende eeuw telde Oeffelt nog geen 300 inwoners (64 gezinnen). Pas vanaf het begin van de negentiende eeuw hebben we wat hardere cijfers over de bevolking. In 1813 telde Oeffelt 802 inwoners en halverwege de eeuw waren dat er 907 geworden. Het dorp groeide gestaag door: in 1900 waren er 1.028 inwoners. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de bevolkingsgroei in een stroomversnelling. 1.533 Inwoners in 1950 en 1.848 in 1970. De grens van 2.000 werd al snel daarna, in 1978, overschreden. Anno 2006 telde de kern Oeffelt 2.340 inwoners, in 2021 2.370.
Het dorp leefde de afgelopen eeuwen voornamelijk van landbouw en veeteelt. Nijverheid was dan ook vooral agrarisch van karakter. Daarnaast werd rond 1870 een steenfabriek opgericht aan de Maas. Ook telde het dorp in die tijd een bierbrouwerij.
Tussen 1880 en 1890 verrees aan de Beugenseweg (nu nr. 28) ook een hotel. Het verschijnen van dit hotel hing ongetwijfeld samen met de aanleg van de spoorlijn Boxtel-Goch-Wezel en de spoorbrug over de Maas in de jaren 1873-1875, waardoor Oeffelt een station kreeg. Er ontstond daardoor ook enige handel in vee met plaatselijke exportslagerijen.
Op 7 november 1944 werd de kerktoren van Oeffelt opgeblazen. Niet lang daarna werden alle inwoners geëvacueerd. Maandenlang lag het verlaten dorp in de frontlinie, totdat in februari 1945 Britse genietroepen de langste baileybrug uit hun geschiedenis sloegen over de Maas. Daardoor konden de geallieerde troepen met groot materieel doorstoten naar Duitsland.
Voor de aanleg van de verkeersbrug naast de spoorbrug over de Maas (waardoor ook het oude veer verdween) en vooral ook voor de omlegging van de provinciale weg rond 1960 is veel van het oude Oeffelt afgebroken. De oude pastorie en een paar oudere boerderijen geven nog wel een beeld van hoe Oeffelt ooit was…. Hoe het nu is, kun je mooi zien op de website van de dorpen van Boxmeer.