Op Oudejaarsdag 1925 zijn veel mensen in Overasselt naar de vroegmis van zeven uur gekomen. Alles verloopt normaal, totdat tijdens het evangelie geroezemoes in de kerkbanken ontstaat. De pastoor stopt met voorlezen en ziet zijn parochianen de kerk uitlopen. “Den diek is deurgebroken!” roept iemand.
Een vroege vorstperiode is gevolgd door weken met overvloedige regen, en de stormachtige zuidwestenwind van na de kerst heeft het Maaswater zo hoog opgestuwd dat de rivierdijk tussen Neder- en Overasselt op 31 december rond half 8 is bezweken. Binnen een dag verandert bijna heel het Gelderse Maas en Waal in een binnenzee.
Alles blank
Dankzij de dijkdoorbraak aan de Gelderse kant staat de Brabantse overlaatkade bij Beers aanvankelijk minder onder druk, al loopt er Maaswater overheen. Maar stroomopwaarts, in Limburg, blijft het rivierpeil stijgen. Daardoor breken ook bij Cuijk enkele dijken, zodat het dorp onderloopt. Als gevolg daarvan stroomt de eerste dagen van 1926 de bedding van de Beerse Maas toch vol. Op Nieuwjaarsdag kun je alleen met paard en wagen of met de auto nog van Herpen naar Huisseling. Enkele dagen later is de roeiboot het enige alternatief. Het buitengebied van Lith, Lithoijen en Oijen staat dan ook blank.
Explosies
Hetzelfde geldt voor de Osse Ganzensteeg, terwijl Ussen, Heihoek en Amsteleind worden bedreigd. Uiteindelijk bereikt de Beerse Maas zelfs de Begijnenstraat. Toch kan het allemaal veel erger. Even voorbij de spoorbrug bij Niftrik zien enkele verslaggevers de spoordijk in de golven verdwijnen, zodat er geen treinen meer kunnen rijden tussen Ravenstein en Wijchen. En Oijenaren zien hun overburen in het Gelderse Alphen met hun vee en huisdieren op de dijk staan; vrijwel alle huizen in het dorp zijn een prooi van het water geworden. Barakken op de dijk en schepen doen dienst als schuilplek. Plotseling weerklinken explosies: de genie blaast 200 meter Gelderse Maasdijk op om het waterpeil in het overstroomde gebied tussen Wijchen en Dreumel te verlagen.
Pas tegen het eind van januari 1926 kan worden begonnen aan het herstel van de schade in het rampgebied. Het Rijk doet weinig of niets voor Maas en Waal. Dat is men daar nooit vergeten. In Noordoost-Brabant beginnen spoedig na deze ramp de Maaswerken – eindelijk!
Foto:Watersnoodramp 1926 met op de achtergrond de Regiuskerk.
In de boot Teun en Lambert van Teeffelen, het meisje met de bontdas is Nelly Bouwens.
Marilou Nillesen
bhiczei op 14 november 2021 om 19:53
Veel dank voor deze aanvulling en de namen, Frans! Ik heb ze ook bij de foto gezet.
Wouter van Teeffelen
zei op 24 november 2021 om 09:17
Klein jongetje in de boot is mijn vader Teun van Teeffelen (geboren 1920) en daarnaast mijn oom Lambert. Woonden in de Valkseweg op de Scheurheuvel, wat eigenlijk de naam was van het buurtschap in dat deel van Lithoijen. Naam Scheurheuvel komt van de hoog gelegen plek waarop bij hoogwater het vee naar toe geschoord werd.
Marilou Nillesen
bhiczei op 24 november 2021 om 16:09
Ah, wat bijzonder, Wouter! Fijn dat je dat hier laat weten. Vertelden je vader en je oom wel eens over het hoogwater?
Frans Heeren
zei op 28 november 2021 om 13:40
De foto is gemaakt door Henricus Josephus Bouwens ofwel Meester Bouwens. Meester Bouwens was hoofd van de jongensschool van 1911 t/m 1940. Meester Bouwens woonde met zijn gezin naast de jongensschool in de Langwijkstraat. Vanwege een verbouwing aan deze woning ging hij tijdelijk wonen in een woning op de hoek van de Weisestraat/Molenweg. Dit was op het gebied van de Schuurheuvel. Meester Bouwens heeft vele foto's gemaakt in die tijd die veel vertellen over de geschiedenis van Lithoijen.
Marilou Nillesen
bhiczei op 28 november 2021 om 16:02
Ah kijk eens aan, Frans. Dan kom je meester Bouwens vast veel tegen bij je werk voor de heemkundekring?
