skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg

Onvoorstelbare wreedheden

In 1913 werd Geerdina (Diny) Bergman geboren, de middelste van de 9 kinderen van Christiaan Bergman en Anna Maria van de Ven. Een arm gezin, de vader verdiende als sjouwer en grondwerker de kost. Ze heeft haar herinneringen op papier gezet en dochter Marie-José de Ru-van Esch werkt die uit. Hieronder volgt een stukje uit de memoires.

De meikevers namens ons de hele maand mei in beslag; we schudden ze met tientallen uit het kreupelhout. Overdag kon je ze zien zitten aan de onderkant van de blaadjes. Eens was ik alleen op strooptocht en gooide knuppels in de bomen en schudde heftig aan het lagere hout. Ja hoor, alles lag weer bezaaid met kevers. Ik maar rapen en rapen en er zoveel mogelijk met mijn klompen fijntrappen.

 Meikever (Bron: Wikimedia Commons; public domain)
 Meikever (Bron: Wikimedia Commons; public domain)

Onder de meikevers meenden we verschillende soorten te kennen. Er waren dikke vette witte, dat waren de “bakkertjes”. De grote met kleine voelhoorntjes waren de vrouwtjes en de mooie vlugge kleintjes waren de mannetjes. We deden ze een draadje om hun pootjes en lieten ze vliegen en wij maar zingen:

Mulder, mulder, malen,
de duvel zal oe halen,
mulder, mulder, telt oe gat,
dan za’k oe leren vliegen

Ze moesten dan net zo lang blijven vliegen tot ze “speldenzoeker” waren. Dat waren ze als ze bleven hangen en snel ronddraaiden.

We vingen ook kikkers en hielpen elkaar ze op te blazen. De een hield de achterpootjes gespreid vast en de ander blies hem op door een rietje dat in zijn achterwerk werd gestoken. De kikker werd vervolgens op een steen gelegd en dan wilde ieder van ons de eerste zijn om het diertje te verpletteren. Na de genadeslag gingen we voldaan verder. We stroopten ze ook wel eens af, dat was dan ook wel het meest barbaarse dat wij uithaalden en we bonden ze dan op een boom waar mieren over liepen. We waren ervan overtuigd dat de mieren een zuur vocht afscheidden dat erg pijnlijk was voor de kikker. Gespannen stonden we toe te kijken hoe het arme diertje kronkelde van de pijn.

We hadden ontdekt dat slakken geen zout konden verdragen. Stiekem haalden we wat zout uit de keuken, strooiden dat over de slak en gingen gehurkt toe zitten kijken hoe het beestje verteerd werd.

Kruisspin met prooi (foto: Jürgen Howaldt. Bron: Wikimedia Commons)
Kruisspin met prooi (foto: Jürgen Howaldt. Bron: Wikimedia Commons. Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0)

Voor een vette spin in haar web zochten we vliegen. We kenden het gedrag van de spin precies. Zodra we de vlieg in het web hingen, kwam de spin tevoorschijn en beet haar dood. Vervolgens werd ze door de spin ingesponnen en opgeborgen voor slechtere tijden. Als we dan het web vernield hadden en de spin doodgetrapt, waren we dik tevreden.

Op een avond had ik een doos vol kevers mee naar bed genomen. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, zaten ze met bosjes in de gordijnen. Een van de jongens zou de doos wel stiekem hebben opgemaakt. Jan had ook eens een trommel stampvol met kevers in een hoekje van de oven verstopt. Vader had er niets van gemerkt toen hij de oven ging stoken. Pas toen hij na afloop het houtskool eruit veegde, kwam de trommel voor de dag. Die was nog maar halfvol, de eikenblaadjes die erin zaten waren verdroogd en de kevers spierwit.

Diny Bergman (bron: collectie Marie-José de Ru-van Esch)

Diny Bergman (bron: collectie Marie-José de Ru-van Esch)

Jan had ooit een trommel met kikkers in de warme zon gezet. Met z’n drieën, Marinus, Jan en ik, zaten we gehurkt er omheen te luisteren naar het piepen van de beestjes. Toen we om 4 uur uit school en de doos openden, schuimde er een dikke vette troep over de rand. Wat werden we daar misselijk van! Snel maakten we een kuil en de kikkers gingen er met trommel en al in. Zand erover.

Er mocht niets van het kleine spul in leven blijven. Rupsen, vliegen, torren, stekelbaarsjes, wespen, kevers, echt alles moest eraan geloven. Niemand van ons kende ook maar een spoortje van medelijden; het gaf je zelfs een zekere voldoening om winnaar te kunnen zijn.

Al wat leefde maakten wij dood…!

 

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 9 mei 2019 om 10:17
Bedankt Marie-José de Ru-van Esch, het verhaal geeft een bijzondere blik in de tijd van je moeder. Wat toen gebruikelijk was en waar we nu met heel andere ogen naar kijken.

Bedankt voor het uitwerken van deze herinneringen!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen