Na het tijdperk van de klompen kwam die van de schoenen. Daarbij hoorde het bezoek aan de schoenmaker. 'Schoenmaker, blijf bij je leest' en dat deed vader dan ook. Hij lapte alleen de klompen, de schoenen waren voor de vakman. De vakman die klant was bij mijn vader en daarom liepen we tien kilometer om.
Op weg naar de ene schoenmaker liepen wij de andere in de Kon. Julianastraat voorbij en werden we voor reparatie van het schoeisel naar de Hoevenseweg gestuurd (aan de ander zijde van Uden, 2,5 kilometer lopen). Deze man behoorde tot de klantenkring van vader en klant was koning.
De werkruimte van de schoenmaker was achterom, in een schuurtje en op een verhoging gebouwd. Het daglicht viel via een dakraam op zijn werk. Gezeten op een kruk met daaronder een brandend petroleumstel, dat rook je al bij binnenkomst. In zijn werkruimte hoorde je zijn postduiven koeren.
De schoenmaker verwachtte dat het gebrachte schoeisel voor reparatie bestemd, voldeed aan enkele eisen: de reinassel, (veter) los, gepoetst, ook aan de onderkant tussen hak en zool. (Dit was trouwens ook een eis in militaire dienst 1956). We kregen te horen wanneer de schoenen opgehaald konden worden. Hierna gingen we weer lopend, op klompen, binnendoor naar huis via Hoeve, Oude Kerk, Veld en Markt.
Iedere zaterdagavond poetste moeke, gekleed met een juttescholk en zittend bij de stal van de geit en het varken, de schoenen van het hele gezin (tien in totaal) met schoenpoets van het Merk Erdal. De schoenen waren na de reparatie nogmaals gepoetst, maar altijd in de zwarte kleur. Eén van de kinderen werd er weer op uitgestuurd om de gerepareerde zondagse schoenen op te halen, en rekende contant af uit de knipbeurs die moeke ons mee gaf. Wanneer we weer thuis kwamen, hadden we voor een schoenenreparatie tien kilometer gelopen!
De schoenmaker in de Kon.Julianastraat was,
hr. van den Berg, op de Hoevenseweg Kees Schouwenaars.
Eind jaren ,50 verhuist Kees naar Mariaheide en werd onze schoenreparatie daarheen gebracht.
Rini de Groot.
zei op 21 augustus 2012 om 08:50
Klantenbinding.
Een slager gaat biechten in de parochiekerk. Na de biecht vraagt de pastoor: Was dat alles?
Waarop de boeteling antwoord: Neen, dat is de helft. De rest biecht ik bij de paters, want dat zijn ook klanten van mij.
Druivelaar 18 Aug. 2012.
Hanneke van der Eerden, namens BHIC
bhiczei op 22 augustus 2012 om 19:18
@Rini, dank je voor deze aanvulling, die de middenstandssfeer in de jaren '50 goed weergeeft
Rini de Groot
zei op 13 november 2012 om 08:51
Klant bleef je tot en mét de dood, daar hoorde ook de doodskist bij.
Vader kreeg hiervoor de opdracht, behalve voor een eigen familie lid .
Rini de Groot
zei op 21 februari 2013 om 09:28
Mijn schoonvader vroeg in 1965 aan ons, toen we onze meubels wilde gaan kopen hiervoor, zijn klant te benaderen.
Marion
zei op 9 augustus 2015 om 13:26
Dit huis is het huis van mijn oma en opa van den Berg. Opa was inderdaad schoenmaker en zover ik weet woonden ze aan de Hoevenseweg.
Helaas overleed mijn opa al in 1924 waarna mijn oma en haar zoon, Ties de schoenmakerij hebben voortgezet.
Wie kan mij vertellen wat het juiste adres is?
Rini de Groot.
zei op 4 februari 2018 om 20:32
Losse schoenveters.
Ik waarschuwde onlangs m'n broer op zijn losse schoenveter.
Hij antwoorde, 'dat zijn m'n Voelsprieten!'
Rini.
zei op 4 februari 2018 om 21:37
Marion.
Door verbeterde apparatuur heb ik een nieuwe
afbeelding naar BHIC gestuurd.
Paul Huismans
bhiczei op 7 februari 2018 om 07:10
Bedankt, Rini,
Zoals je ziet is de oude foto vervangen door het betere exemplaar.
Rini.
zei op 7 februari 2018 om 09:20
Bedankt Paul, hopelijk volgen er nog meer.
Bekijk hierbij de stam van de Kastanjeboom voor het huis,
de draaiing is niet zoals men meestal denkt met de zon en
wijzers van een uurwerk mee.
De draaiing kan bv. ontstaan aan de bodemstructuur of
zijdelinkse wind.
Op weg naar de ene schoenmaker liepen wij de andere in de Kon. Julianastraat voorbij en werden we voor reparatie van het schoeisel naar de Hoevenseweg gestuurd (aan de ander zijde van Uden, 2,5 kilometer lopen). Deze man behoorde tot de klantenkring van vader en klant was koning.
