Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Helena de Boer (roepnaam Lenie; geboren 28 november 1935) was het derde van de zes kinderen in het gezin van Willem de Boer en Antonia van Dongen. Willem was diepgelovig rooms-katholiek en afkomstig uit Sneek (Friesland). Bij de politie kon hij in zijn overwegend protestantse omgeving niet goed aarden en mede daarom kwam hij terecht in de zuidelijke bij uitstek rooms-katholieke bisschopsstad ’s‑Hertogenbosch. Daar ontmoette hij zijn toekomstige echtgenote Antonia van Dongen. Ze trouwden op 24 december 1930. In 1935 kwamen ze te wonen op nummer 7 in de toen splinternieuwe Elzenstraat van de Graafsewijk, net buiten de westelijke grens van De Muntel. Het gezin gedijde in de kinderrijke buurt, die Het Vinkenkampke werd genoemd.
De Tweede Wereldoorlog ging tamelijk geruisloos aan de buurt voorbij, totdat de Duitse bezetters aan het einde van september 1944 plotseling een militair hoofdkwartier inrichtten in het nabijgelegen Hinthamerpark. Vanaf die plaats zou de actie tegen de naar ’s-Hertogenbosch oprukkende geallieerden worden opgezet en uitgevoerd.
Op 22 oktober 1944 werd de achteraf beslissende aanval van de geallieerden op de stad ingezet. Onderdeel van de geallieerde aanval op de stad was het plan om dat Duitse hoofdkwartier met een luchtbombardement ‘van de kaart te vegen’. Omdat de piloten over onjuiste gegevens beschikten over de plaats van dat hoofdkwartier werden ze naar de woonbuurt Vinkenkampke en de naastgelegen Graafseweg gestuurd. Tot overmaat van ramp werd een der bommenwerpers aangeschoten en ging stuurloos naar de grond. Onderweg naar beneden werden zijn twee op scherp gestelde duizendponders afgeworpen die vervolgens op de huisnummers 11 en 13 van de Abeelenstraat neerkwamen en daar explodeerden.
Het was tot dat moment een gewone zondag in oktober geweest en de kinderen waren thuis aan het spelen of in de buurt. Zo ook Lenie de Boer uit de Elzenstraat die zich vermaakte met haar vriendinnetjes Leny en Sjaan van de families Verbruggen en Blatter in de Abeelenstraat.
Op 12.00u gebeurde de verschrikkelijke ramp dat de bommen in de huizen 11 en 13 explodeerden. Lenie was nog buiten op straat en werd door de explosies zwaar verminkt en op slag gedood. Haar lichaam kwam onder het puin van de ingestorte huizen terecht.
Vader Willem vloog onmiddellijk de straat op om zijn dochtertje te zoeken. Hij vond haar dood onder het puin, groef haar uit en droeg het gehavende lichaam naar huis. Het dode lichaam werd op de grote slaapkamer in het verder onbewoonbaar geworden huis op bed gelegd.
In de loop van de middag vertrokken de overlevende bewoners van Elzenstraat en Abeelenstraat naar elders in de stad waar, provisorisch, alternatieve onderkomens geregeld konden worden. Ook Willem en zijn gezin gingen naar de stad: naar oma Van Dongen in de Sint Jacobstraat. Zij lieten het dode lichaam van Lenie in de Elzenstraat achter. Later op de avond ging Willem toch weer terug naar de Elzenstraat ‘om Lenie daar niet alleen te laten’.
Enkele dagen na de ramp werden veel van de stoffelijke resten van de gedode slachtoffers provisorisch begraven in het plantsoen van de Abeelenstraat. Pas op 15 november werd het overlijden van Lenie bij de Burgerlijke Stand gemeld door Th. van Keulen. Het duurde tot 15 december voordat ze op Orthen écht werd begraven. Vriend en buurtgenoot van de familie Antonius Kreté woonde in Elzenstraat 25. Hij was timmerman en hij had voor Lenie’s begrafenis een kist gemaakt die bij haar paste.
Zoals toen nog gebruikelijk mochten bij de begrafenis ‘alleen de mannen’ (dus vader Willem en zijn oudste zoon André) aanwezig zijn. Voor Lenie was een plaats gemaakt in de kinderhof dichtbij de toenmalige Calvarieberg op het kerkhof. Kort na de begrafenis zorgde Antonius Kreté ervoor dat er ook een mooi houten kruis met daarop woorden van herinnering aan Lenie op het graf kon worden geplaatst.
[Verhaal gaat verder onder de illustratie]
In de jaren na de oorlog ging het hele gezin De Boer op zondag altijd langs bij Lenie’s graf. Volgens haar zus Riek (geb. 1933) was het zeker zo dat vader dikwijls nog alleen langsging bij het graf. ‘Vader heeft het verlies van zijn dochter nooit kunnen verwerken.’ Moeder heeft er nooit over kunnen praten: ‘als het over Lenie ging dan was het altijd huilen.’
Na verloop van vele jaren werd het grafbezoek minder. En toen kwam het moment waarop de ouders besloten om het graf niet langer aan te houden. Het graf werd geruimd. Niets resteert nog Orthen dat herinnert aan Lenie’s vroege dood.