Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In september 1944 kondigt het einde van de Tweede Wereldoorlog zich in ons land aan. Dinsdag 5 september werd ‘dolle dinsdag’ toen al te optimistische berichtgeving de suggestie wekte dat de bezetters uit Zuid-Nederland verdreven werden en op grote schaal via de grote rivieren naar het noorden de aftocht bliezen. De werkelijkheid bleek anders en de bezetters verschansten zich alsnog in Noord Brabant om hun posities daar te kunnen behouden. De geallieerde operatie ‘Market Garden’ (17 – 26 september 1944) was bedoeld om alsnog een doorbraak in het oosten van de provincie tot stand te brengen en de bezetters tot over de rivieren te verjagen.
Toen deze operatie mislukte was de te verwachten reactie van de bezetter dat zijn positie in Noord Brabant geconsolideerd moest worden. Bij deze consolidatie was een belangrijke rol weggelegd voor de strategisch gelegen hoofdstad ’s‑Hertogenbosch. In de noordoostelijke hoek van de stad werd door de Duitse commandant Friedrich-Wilhelm Neumann een versterkt hoofdkwartier gebouwd in en bij een opgeëiste woning bij de toegang naar het Hinthamerpark. Grote aantallen soldaten werden in de directe omgeving (Graafsewijk) bij burgerwoningen ingekwartierd. Aan de rand van de IJzeren Vrouw, de waterplas in het Prins Hendrikpark, werd een legerkamp ingericht. Het geheel werd verder versterkt met o.a. luchtafweergeschut dat op enkele locaties in de omgeving was geplaatst.
In de eerste helft van oktober werden maatregelen genomen om de zuidwestelijke toegang naar de stad (‘schootsveld’) te vrijwaren van burgerbevolking. Zo kregen op 10 oktober alle bewoners van Berlicum de opdracht om per acuut hun huizen te verlaten en elders een onderdak te zoeken. Het zat in de lucht dat een confrontatie tussen bezetters en geallieerden in aantocht was. Alles wees op een naderende ontknoping waarbij ófwel de bezetters ófwel de geallieerden aan het langste eind zouden trekken.
In de nacht van 21 op 22 oktober barstte het geweld los. Massale artilleriebeschietingen van de noordoostelijke hoek van de stad beroofden de bewoners van hun nachtrust en wekten hoopvolle verwachting van de nadering van een beslissend treffen. Tegen het ochtendgloren werd het stil. Nog slechts sporadisch ‘vuurwerk’ en het leven scheen zijn gewone gang te nemen, inclusief en met name met de zondagse gang naar de Bartjes-kerk aan de Graafseweg.
Tegen het middaguur was het met de rust gedaan. Vanuit het zuiden (Eindhoven) was een squadron van 8 zware Typhoon-bommenwerpers met elk 2 duizendponders opgestegen met het doel het Duitse commandocentrum in Hintham van de kaart te vegen. Met hun diepe en luidruchtige gebrom kwamen ze een half uur na opstijgen in de omgeving van de Graafseweg aan. Zonder dat de piloten het in de gaten hadden waren ze niet naar het beoogde doelgebied gestuurd maar daar ongeveer 800 meter van verwijderd gebleven.
Ze konden niet goed zien omdat in het beoogde doelgebied een lichte bewolking het zicht naar beneden ontnam.
Toch werd de finale duikvlucht ingezet en de eerste twee bommenwerpers gooiden volgens instructie hun bommen af. Bij het derde toestel ging alles mis. Het werd vermoedelijk geraakt door luchtafweergeschut en ging stuurloos naar de grond terwijl zijn bommen ‘zomaar’ werden geloosd. De Abeelenstraat-ramp was een feit. In die straat verloren per onmiddellijk bijna 30 mensen het leven door verwoesting van hun woning of verblijf of doordat ze geraakt werden door rondvliegend scherven en puin.
Het duurde tot 1948 voordat de verwoeste woningen in de Abeelenstraat waren herbouwd. Bij hun ingebruikname was een ongetwijfeld drukbezocht kerkelijk samenzijn in aanwezigheid van vertegenwoordigers van gemeentebestuur en woningbouwvereniging. De verwoeste woningen aan de Graafseweg waren pas in 1952/53 vervangen.
De zwaar beschadigde buurt kwam na de ramp stap-voor-stap weer tot leven. Veel van de mensen die hun beschadigde huizen in oktober 1944 hadden moeten verlaten kwamen graag weer terug op of bij hun oude plaats toen de schade was hersteld.
Incidenteel was er na de jaren veertig nog wel een moment van herinnering aan de ramp die de buurt getroffen had. Het duurde tot enkele tientallen jaren na de ramp voordat de krant het leed in herinnering bracht dat sommigen getroffen had.
Twee jaar geleden hebben enkele leden van Kring Vrienden van de stad zich eraan gezet om de herinnering aan de ramp –inmiddels meer dan 75 jaar geleden- nieuw leven in te blazen. De bijzondere gelegenheid deed zich voor dat bij de renovatie van het plantsoentje aan de Abeelenstraat een permanente herinneringsplek kon worden ingebouwd. Op 22 oktober 2021 werd die plek door de Bossche burgemeester onthuld.
Op 22 oktober 2022 kwamen opnieuw enkele tientallen mensen op dit plekje af om stil te staan bij het lang geleden toegebrachte leed aan de buurt. Bij die gelegenheid hebben we ons eraan gezet om met naam en toenaam de mensen te beschrijven aan wie deze plek bijzonder herinnert en aan de wijze waarop de zwaarst beschadigde woningen waren herbouwd. Ben je daar benieuwd naar?
Het ware te wensen dat op die plaats nog lange tijd en telkens op 22 oktober wordt stilgestaan ter nagedachtenis aan hen die omkwamen bij de ramp op de eerste dag van de week die zou eindigen met de bevrijding van heel ’s-Hertogenbosch.
Pieter van der Schoot, Hans van Bavel
Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch