Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Voor een timmerkarwei nam vader de fiets. Hij ging dan gekleed in een manchesterbroek, gestreepte boezeroen, vestjesjas waarin de tabaksdoos en pruimtabak (in zijn mond de tabakspijp) en op het hoofd de pet. In de broekzak zat de rode tesneuzik (zakdoek), in een andere zak de duimstok. Verder had hij een klein notitieboekje van de houthandel bij zich en achter zijn oor gestoken zat het timmermanspotlood.
Verder droeg hij op zijn schouder een langwerpige, met gereedschap gevulde bak. Een tweede gereedschapbak was in het driehoekige fietsframe geplaatst, met ter linker- en rechterzijde een handzaag.
Het meegenomen gereedschap bestond uit diverse hamers, schroevendraaiers, nijp- en combinatietang, blokschaaf, booromslag met boren, kniep, drijvers (drevels), winkelhaak, touwklos, breekijzer, steekbeitels, schietlood, spijkers, houtschroeven en zeker de pizerik.
Bij het opstappen gooide vader zijn rechterbeen over het zadel, áán de schouder het houten foedraal waarin het houten waterpas, òp zijn schouder de karweibak, waarbij hij twee vingers door de touwlus stak.
De gereedschapsbak had in het fietsframe de maximale hoogte, breedte en diepte, terwijl de bak smaller was waar de trappers bewogen. Onder de stieken van de pakkendrager was plaats voor het overige materiaal, de linkerhand hield hij aan het fietsstuur bij de handrem.
Bij een fiets met een doortrapper was aan linkerzijde op de achteras een 5 cm. lang verlengstuk gemonteerd. Zoals bij Pèrke de Goeij van de Maasstraat. Die plaatste bij het opstappen dan zijn linkervoet op dat uitstekend asstuk, vervolgens steppend en zwierend met het rechterbeen over het zadel.
Het grotere gereedschap en het benodigde hout deponeerde vader enkele dagen eerder op de houten tafel aan de straat, de plaats waar goederen werden uitgewisseld. De romboere (melkkannenrijders) waren dagelijkse bezoekers van de tegenovergelegen zuivelfabriek. De vervoerder van het bezoekende gehucht nam op de ròmkar de materialen voor het karwei mee. De melkrijders waren voor de smid, de molenaar en de buurtbewoners een soort Van Gend & Loos en verdienden hiermee wat bij.
‘s Middags werd de vakman door de huisvrouw extra verwend met een warme maaltijd. Dat proefden ook wij. Moeke zorgde die dag voor extra vlees van het varken, wanneer een boer de gierput kwam ledigen en het land bewerken.
In 1927 schrijft vader voor het werkloon 45 cent per uur, maar wanneer hij bij de klant de keukentafel deelt, wordt een bedrag van 35 cent in rekening gebracht. In 1946 waren de bedragen opgelopen, het uurloon bedroeg fl. 1,10 en met kost werd dat fl.1,00.
Terug van het karwei werden de gebruikte materialen op de schrijfplank geschreven en op zondag overgenomen in het kasboek. Vaste klanten hadden een lopende rekening. Op het moment dat de klant over extra inkomsten beschikte, kwam hij langs met: “Senier, maakt de rekening eens op!” om enkele dagen later zijn schulden te komen vereffenen.