skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker volgens de taxateur van het Kadaster

Hoe kijkt een taxateur van het Kadaster naar een dorp of stad? Is dat met de begerige ogen van de politicus die zoveel mogelijk belastingopbrengsten gerealiseerd wil zien, of juist met de ogen van de professional die een zo rechtvaardig mogelijke schatting wil maken zodat niemand iets te kort komt (of teveel betaalt)?

Oordeel zelf: tussen 1825 en 1831 trok er onder verantwoordelijkheid van de Gouverneur een flink aantal taxateurs of schatters door de hele provincie om alle gebouwde en ongebouwde eigendommen van een waardering te voorzien ten behoeve van de nieuwe grondbelasting die de regering wilde gaan instellen. Het vaststellen van de belastbare opbrengst was logischerwijze een van de meest heikele onderdelen van het hele kadaster- en belastingplan.

De taxateurs begonnen met het maken van een beschrijving van iedere gemeente. Zie hier wat ze over Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker te melden hadden in hun Tabel van klassificatie der grondeigendommen

Algemeen

Ligging

De gemeente Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker ligt op 1,5 uur lopen van Boxmeer (hoofdplaats van het gelijknamige kanton), even ver van Sambeek, Beugen en Wanroij, 5 uur van Nijmegen en 4 uur van hun vaste marktplaats Grave.

Omliggende gemeenten

De gemeente Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker grenst ten noorden aan Beugen en Rijkevoort, ten oosten aan Boxmeer en Sambeek, ten zuiden grenst zij met haar woeste gronden aan Bakel (kanton Gemert) en ten westen aan die van Beugen en Wanroij.

Rivieren en beken

Oploo c.a. ligt op een loopafstand van ongeveer 2 uur van de Maas. Verder stromen er geen riviertjes van betekenis door de gemeente. Wel lopen er een paar kleine beekjes over haar grondgebied, die het overtollige regenwater vanuit de Peel afvoeren en als enig economisch nut een kleine watermolen draaiende houden.

Grote wegen en buurtwegen

Gelegen op behoorlijk grote afstand van de grote straatweg van Grave naar ’s-Hertogenbosch, zijn alleen de buurtwegen naar de omliggende gemeenten de moeite van het vermelden waard. Deze mulle zandwegen zijn door gebrek aan onderhoud in de zomer, en zeker in de winter moeilijk begaanbaar voor de dorpelingen. Zeker voor landbouwdoeleinden zouden deze wegen flink verbeterd moeten worden.

Vruchtbaarheid van de grond

De kwaliteit van de grond ligt over het algemeen onder het gemiddelde, maar wordt in grote, middelgrote en kleine percelen met zorg in cultuur gebracht.

De uitgestrekte woeste gronden en moerassen, die driekwart van het gemeentelijk grondgebied beslaan, komen meestal niet voor verbetering in aanmerking vanwege de hoge zandduinen en lage moerasgronden. Dit grondtype is totaal ongeschikt voor ontginning en voorbestemd om in de natuurlijke woeste staat te blijven liggen.

Landbouwproducten

Het belangrijkste landbouwproduct is rogge. Verder wordt er boekweit, haver, aardappelen, klaver en spurrie verbouwd. De spurrie is door gebrek aan weidegronden noodzakelijk als voer voor het rundvee. Men treft hier weinig schaarhout en andere bossen aan. Hieraan wordt ook weinig waarde toegekend omdat de dorpelingen hun brandstof uit de veengronden van de Peel halen.

Veeteelt

Het fokken van runderen en in veel mindere mate van schapen is de belangrijkste vorm van veeteelt. Paarden worden er weinig gefokt. Het gras dat hier groeit, is structureel onvoldoende voor de voeding van het vee. Daarom zijn de boeren hier genoodzaakt om in het tekort aan hooi langs de Maas te voorzien, wat een flinke kostenpost voor hem betekent. Maar de ijverige bewoners van de heidorpen weten beter hun kost te verdienen dan de bewoners van de Maasdorpen!

Nijverheid

Het hoofdbestaan voor de inwoners vormt de landbouw. Er wordt alleen maar handel gedreven in de eigen landbouwproducten. Vooral in de rogge, die op de lagere gronden groeit maar niet van beste kwaliteit is.

Gebouwen

De gemeente bestaat uit drie afzonderlijke gehuchten, die elk hun eigen financiën beheren, maar samen één plaatselijk bestuur vormen. Ondanks het feit dat de naam van de gecombineerde gemeente ontleend is aan het kleine dorp Oploo, is het gehucht Sint Anthonis verreweg het grootst en Ledeacker het kleinst.

Men vindt hier een windgraanmolen, een watergraanmolen met rosmolen, een rosgraanmolen, een rosoliemolen, drie kleine bierbrouwerijtjes en een onbeduidende leerlooierij.

Bevolking

Het totale aantal inwoners van Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker bedraagt 1.631 inwoners.

Ongebouwde eigendommen

Landbouwgronden

De landbouwgronden zijn op grond van hun onderlinge verschillen ingedeeld in vijf klassen:

1 klasse: akkergronden met een zwarte, ingeklonken humuslaag van ruim 6 decimeter op een vochtdoorlatend zandbed, die geschikt zijn voor het telen van zomer- en wintergraan, zoals rogge, boekweit en haver, en verder aardappelen, spurrie, klaver etc. Deze gronden worden jaarlijks zorgvuldig bemest. De geschatte waarde per Nederlandse bunder is ƒ 26,-.

2e klasse: akkergronden met een zwarte humuslaag, licht van structuur en ook ruim 6 decimeter dik, die soms hoger en dan weer lager liggen en daarom minder geschikt zijn voor het telen van dezelfde graansoorten als boven. De geschatte waarde per bunder is ƒ 20,-.

3e klasse: het veel voorkomende type hoge akkergrond met een lichtgrijze humuslaag van ruim 6 decimeter op een geel zandbed, al dan niet vermengd met grind. Deze gronden zijn alleen bij een sterke jaarlijkse bemesting geschikt voor het telen van vooral rogge, boekweit en spurrie. De geschatte waarde per bunder is ƒ 12,-.

4e klasse: schrale, hoog- of juist te laag gelegen akkergronden met een grijze humuslaag van 2½-3 decimeter op een hard zandbed, waarop alleen bij flinke bemesting rogge etc. kan worden geteeld. De geschatte waarde per bunder is ƒ 8,-.

5e klasse: heidegronden, die zo schraal zijn dat het bijna de moeite niet loont deze in cultuur te brengen. Alleen bij een hele zware, overvloedige bemesting kan hierop wat graan geteeld worden. De geschatte waarde per bunder is ƒ 4,-.

Moestuinen

De moestuinen liggen allemaal bij de woningen en zijn naar hun type grond ingedeeld in 2 klassen:

 

De 1e klasse omvat een aantal goed aangelegde tuinen, waarin met zorg alle soorten groenten voor eigen consumptie geteeld worden. De grond is van goede kwaliteit en kan zonder al te hoge kosten vruchtbaar worden gehouden. Daarom wordt de waarde van dit type moestuin 1/3 hoger geschat dan landbouwgrond 1e klasse, namelijk op ƒ 35,-.

De 2e klasse omvat de doorsnee moestuin bij een boerenwoning, waarin alleen maar de dagelijkse grove groenten voor eigen consumptie geteeld worden. Omdat dit type moestuin op dezelfde soort grond ligt als de omliggende landerijen, wordt de waarde hiervan niet hoger geschat dan landbouwgrond 1e klasse, namelijk ƒ 26,-.

Boomgaarden

Er zijn maar weinig boomgaarden, die zijn ingedeeld in 2 klassen:

 

De 1e klasse boomgaarden liggen bij de woningen op de beste stukjes grond, waarop appel- en perenbomen zijn geplant. Onder de fruitbomen worden soms groenten geteeld, maar meestal blijft de grond tussen de bomen gewoon bedekt met gras. Daarom worden deze boomgaarden op dezelfde waarde geschat als tuinen 1e klasse, namelijk ƒ 35,-.

De 2e klasse omvat enkele kleine stukjes grond, waarop fruitbomen zijn aangeplant die slecht groeien en de eigenaar weinig profijt geven. Deze heeft men op dezelfde waarde geschat als tuinen 2e klasse, namelijk ƒ 26,-.

Weilanden

De weilanden worden ingedeeld in 5 klassen:

 

1e klasse: ingeklonken gronden van goede kwaliteit op een vochtdoorlatende bodem en daarom bestand tegen de droogte. Bij een jaarlijkse bemesting leveren deze voedzaam weidegras op, waarvan een deel gebruikt wordt voor beweiding en een ander deel benut wordt als hooi. De geschatte waarde per bunder is ƒ 26,-.

 

2e klasse: hoger of lager gelegen weilanden die minder waarde hebben omdat deze verder weg liggen, maar desondanks voedzaam weidegras opleveren. De geschatte waarde per bunder is ƒ 20,-.

3e klasse: weilanden die zo hoog of laag liggen, dat zij om die reden een schraal soort weidegras voortbrengen en alleen door sterke bemesting of beweiding wat vruchtbaarder kunnen worden gemaakt. De geschatte waarde is ƒ 12,-.

 

4e klasse: lage, zure, veenachtige gronden of hoge dorre weilanden, die kort stug veengras van weinig waarde opleveren. De geschatte waarde is ƒ 8,-.

 

5e klasse: de gemeenschappelijke broekgronden die men hier en daar in de lagere heidegebieden aantreft. Deze brengen een kort stug heide- of veengras voort en kunnen door alle dorpelingen worden gebruikt. De geschatte waarde is slechts de helft van de waarde van de 4e klasse, namelijk ƒ 4,-.

Hakhout

Het weinige hakhout dat men hier aantreft, heeft men ingedeeld in 3 klassen:

 

1e klasse: bestaat uit een enkel perceel grond type weiland 3e klasse, waarop eiken en andere boomsoorten in rijen zijn geplant. Deze bomen worden gewoonlijk om de 6 jaar gekapt. De geschatte waarde per bunder is ƒ 12,-.

2e klasse: bestaat uit enkele percelen grond type weiland 4e of 5e klasse, waarop elzen, eiken en andere bomen door elkaar zijn geplant. Deze bomen worden meestal om de 8 jaar gekapt. De geschatte waarde per Nederlandse bunder is ƒ 6,-.

 

3e klasse: bestaat uit enkele percelen hakhout op woeste heidegronden. Daarop gedijt alleen maar wat slecht groeiend struikgewas. De geschatte waarde is niet meer dan ƒ 3,-.

Opgaand geboomte

De snelgroeiende hoge bomen worden ingedeeld in 2 klassen:

 

1e klasse: vrij hoge eikenbomen van goede kwaliteit, die in rijen geplant zijn langs terreinen landbouwgrond of weiland 3e klasse. De geschatte waarde is even hoog als die van hakhout 1e klasse, namelijk ƒ 12,-.

 

2e klasse: hoge bomen, die op minder goede grond geplant zijn als afscheiding van particuliere eigendommen (voorpoting). De geschatte waarde is niet hoger dan ƒ 6,-.

Dennenbossen

Veel dennenbossen zijn er niet, maar die er zijn, worden ingedeeld in 2 klassen:

 

1e klasse: treft men aan op vochtdoorlatende heidegrond, waarop dennen en sparren dicht op elkaar het hele jaar goed groeien. Toch is dit soort hout hier van weinig waarde en is de geschatte waarde per Nederlandse bunder niet hoger dan ƒ 10,-.

2e klasse: een paar dun bezaaide en slecht groeiende dennenbosjes op schrale heidegrond. De geschatte waarde is ƒ 4,-.

Zandverstuiving in de Ullingse bergenHeide en zandduinen

De uitgestrekte, woeste en niet in cultuur gebrachte gronden die men overal in deze gemeente aantreft, zijn ingedeeld in 3 klassen:

1e klasse: heidegronden die door hun ligging in aanmerking komen voor ontginning en hier en daar wat kort heidegras opleveren, dat geschikt is voor beweiding door schapen. De geschatte waarde per Nederlandse bunder was eerst niet hoger dan ƒ 1,50 maar is verhoogd naar ƒ 2,-.

2e klasse: heidegronden, waarvan de eigenaren of gebruikers alleen maar wat strooisel af kunnen halen. Vanwege hun afgelegen ligging is het heel kostbaar om deze heidegronden te ontginnen. De geschatte waarde per bunder was eerst ƒ 1,50 maar is verlaagd naar ƒ 1,-.

3e klasse: zandduinen en uitgestrekte moerassige heidegronden, die helemaal niet voor ontginning in aanmerking komen. Zij zijn getaxeerd op het wettelijk minimum van ƒ 0,25.

Moerassen

De moerassen hier zijn veengronden die in vervlogen eeuwen afgegraven zijn voor de turfwinning en alleen maar wat strooisel opleveren. Daarom zijn deze net als heidegrond 3e klasse geschat op het wettelijk minimum van ƒ 0,25.

Waterplassen

Hier en daar treft men in de wildernis van woeste gronden waterplassen aan, die waarschijnlijk zijn ontstaan door veenafgravingen of door andere onbekende oorzaken. Deze hebben net als de moerassen geen economische waarde en zijn geschat op het wettelijk minimum van ƒ 0,25.

Vijvers en slootjes

Slechts een paar vijvers en slootjes horen tot deze categorie eigendommen. Ze worden even hoog geschat als landbouwgrond 1e klasse, omdat zij aan dit grondtype onttrokken zijn. Geschatte waarde is ƒ 26,-.

Particuliere wegen of uitwegen

Deze uitwegen van particulieren, die niet voor openbaar gebruik bedoeld zijn, worden even hoog geschat als het omliggende land.

Gebouwde eigendommen

Windgraanmolen

De houten windgraanmolen is een standerdmolen en werkt met twee koppels molenstenen. Deze molen verkeert in een goede staat van onderhoud en staat in Sint Anthonis, bijna in het centrum van de gehele gemeente Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker, en is altijd geëxploiteerd door de eigenaar. De netto huurwaarde bedraagt in vergelijking tot andere molens en de omvang van de klandizie ƒ 400,-.

Watergraan- en rosmolen

Deze watermolen wordt aangedreven door een klein beekje dat uit de moerassen ontspringt, waarvan het waterpeil niet hoog genoeg is om deze molen het hele jaar door draaiende te houden. Daarom heeft men in dit molenhuis ook een rosmoleninrichting geplaatst, waardoor deze molen bij een te laag waterpeil toch in de eigen behoefte van de plaatselijke bevolking kan voorzien.

De molen is uitgerust met drie koppels molenstenen. Het geheel verkeert in een vrij goede staat van onderhoud en wordt heden ten dage voor een onbekend bedrag ondershands verhuurd. Rekening houdend met de beperkte watercapaciteit (hooguit een half jaar) om de molen draaiende te houden en de ongunstige ligging van de molen, waardoor het moeilijk is om klandizie uit de omgeving aan te trekken, bedraagt de netto huurwaarde niet meer dan ƒ 120,-.

Rosgraanmolen

In de buurt van de hierboven genoemde windgraanmolen, bezitten dezelfde eigenaren ook een rosmolen, die alleen bij gebrek aan wind gebruikt wordt. Deze molen is uitgerust met de benodigde molenstenen, de staat van onderhoud is niet echt goed en de molen levert weinig rendement op. De netto huurwaarde van deze weinig betekenende molen, die geëxploiteerd wordt door de eigenaar, bedraagt niet meer dan ƒ 10,-.

Rosoliemolen

In het gehucht Sint Anthonis staat een oliemolen, die uitgerust is met één koppel molenstenen en één werkbank. Deze rosmoleninstallatie staat in een klein en slecht onderhouden schuurtje. Deze molen wordt geëxploiteerd door de eigenaar en de netto huurwaarde is, in vergelijking tot andere soortgelijke molens, geschat op ƒ 24,-.

Bierbrouwerijen

De drie bierbrouwerijen heeft men elk apart ingedeeld in drie klassen:

 

1e klasse: de eerste brouwerij ligt in het gehucht Sint Anthonis en is uitgerust met 1 ketel met een capaciteit van 19 vaten; 1 roerkuip van 12 vaten; 1 koelbak; een droogvloer en een opslagplaats. De brouwerij is geplaatst in een goed onderhouden werkruimte. Men brouwt hier alleen in het voor- en najaar, voor eigen gebruik in de tapperij en ook tegen betaling voor derden. Van buiten de gemeente wordt hier weinig bier afgenomen. Daarom heeft men, in vergelijking tot grotere brouwerijen, de netto huurwaarde geschat op ƒ 24,-.

2e klasse: de tweede brouwerij staat in Oploo en is uitgerust met 1 ketel met een capaciteit van 18 vaten en 1 roerkuip van 13 vaten. Het geheel staat in een klein, maar goed onderhouden werkruimte. Hierin wordt alleen, al naar gelang nodig is, voor de eigen tapperij gebrouwd. In vergelijking tot de brouwerij 1e klasse, is de netto huurwaarde niet hoger geschat dan ƒ 20,-.

3e klasse: de derde brouwerij verkeert in een bijna vervallen staat en hierin wordt alleen nog maar bier gebrouwd voor eigen gebruik in de tapperij en zo nu en dan tegen betaling. Deze brouwerij levert bijna geen rendement meer op. De netto huurwaarde is niet hoger geschat dan ƒ 14,-.

Leerlooierij

Er is hier één kleine leerlooierij die uitgerust is met 1 kuip, 1 kalkput en 1 laafbak. Deze wordt alleen maar tot gerief van de schoenmakers in het eigen dorp gebruikt. Omdat het rendement van deze leerlooierij heel laag is, wordt de netto huurwaarde geschat op ƒ 6,-.

Huizen

De huizen in Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker worden naar gelang hun onderlinge verschillen ingedeeld in 8 klassen. Meestal worden de huizen door de eigenaars zelf bewoond, of met landbouwschuren en andere eigendommen verhuurd. Omdat de verhuring vaak ondershands via mondelinge afspraken geregeld is, is de bepaling van de grondslag onbetrouwbaar. Om die reden is de huurwaarde geschat op basis van verschillen in grootte, interieur en staat van onderhoud.

1e en 2e klasse: hieronder vallen een paar herbergen en handelshuizen die door hun asymmetrische bouw niet echt karakteristiek zijn, maar wel een gunstige ligging hebben.

In de 1e klasse (huurwaarde ƒ 45,-) vallen 3 huizen. Representatief zijn de huizen wijk B nr. 290, van Hendrik Arts en wijk C nr. 513, van Arnoldus Schoenmakers.

In de 2e klasse (huurwaarde ƒ 36,-) vallen 5 huizen. Representatief zijn wijk B nr. 306, van de kinderen van Renier Cleophas en wijk B nr. 404, van Peter Schik.

Boerderij aan de Peelkant uit 17303e en 4e klasse: hieronder vallen de beste boerenwoningen en huizen van ambachtslieden, die meer kamers hebben dan alleen het woongedeelte en meestal in een goede staat van onderhoud verkeren.

In de 3e klasse (huurwaarde ƒ 27,-) vallen 18 huizen. Representatief zijn wijk B nr. 590, van Jan Dekkers en wijk C nr. 394, van de weduwe van Peter Schoenmakers.

In de 4e klasse (huurwaarde ƒ 21,-) vallen 37 huizen. Representatief zijn wijk C nr. 520, van de kinderen van Jan Hengst en wijk C nr. 523, van Peter Peters.

5e en 6e klasse: hieronder vallen de meer eenvoudige boerenwoningen, die slechts bestaan uit één benedenvertrek en één kamer en al dan niet in een goede staat van onderhoud verkeren.

In de 5e klasse (huurwaarde ƒ 15,-) vallen 82 huizen. Representatief zijn wijk B nr. 556, van Roellof Raessen en wijk B nr. 563, van Hendricus Aben.

In de 6e klasse (huurwaarde ƒ 9,-) vallen 72 huizen. Representatief zijn wijk B nr. 343, van Antoon van Melis en wijk A nr. 286, van Johannes Cornelissen.

7e en 8e klasse: hieronder vallen de kleine huisjes van dagloners en andere sociaal zwakkeren. De huisjes in de 8e klasse bestaan slechts uit één vertrek met één deur en één raam, die dienen als schuilplaats voor de armen.

In de 7e klasse (huurwaarde ƒ 6,-) vallen 32 huisjes. Representatief zijn wijk B nr. 356, van Leonardus Leenkens en wijk B nr. 344, van Arnoldus Willems.

In de 8e klasse (huurwaarde ƒ 3,-) vallen 19 huisjes. Representatief zijn wijk B nr. 358, van de weduwe van Hendrik Ewals en wijk C nr. 44, van Jacobus Goossens.

Gedaan en gesloten in Boxmeer, 28 februari 1831

De schatter, H. Vogels

De controleur, G. d’ Aumerie

Reacties (2)

R.Bus Thijssen zei op 25 november 2008 om 14:59
Stevensbeek en Westerbeek zijn kleiner als Ledeacker wat inwoners betreft
Ing. Gerard W. Ch. Lemmens zei op 14 februari 2011 om 17:59
Interessant artikel maar jammer dat b.v. niet meer (eigenaren, naam der brouwrijen enz.) informatie is gegeven over de drie brouwerijen terwijl die informatie wel voorhanden is.
De brouwerij te Oploo heet b.v. de Eenhoorn, behoorde aan de families Lemmens en door vererving naar de familie Schoenmakers en van Dommelen, enz.
Met dank,

Gerard Lemmens

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!