skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Overval op de molen

BHIC
BHIC Bhic
vertelde op 15 januari 2010
bijgewerkt op 30 april 2014
Rond 1800 woonde de eerste generatie Keunen (Jan Janszn, 1712-1802) nog bij de Dommelse watermolen. Zijn zoon, Johannes Jansz. Keunen (1758-1830), was hem opgevolgd als eigenaar van zowel de Dommelse watermolen als die in Westerhoven. Blijkbaar heeft de verkoop van die laatste molen tot het verhaal geleid, dat de Bende van Steensel, die rond die tijd actief was in de regio, lucht had gekregen van de verkoop en vervolgens het molenhuis in Dommelen heeft overvallen.

 

Een en ander staat beschreven in het boek van Uri Nooteboom, Het land der Sniedersen, dat niet voor niets als ondertitel draagt: Biografische roman uit de Kempen. Het is duidelijk dat het Nooteboom eerder te doen was om een spannend, goed verteld verhaal, dan om de historische feiten. Lees hier zijn versie van de gebeurtenissen.

Die Steenselse Bende heeft overigens wel degelijk bestaan. In 1804 werden zes mannen gearresteerd en naar de Hoogschout in Den Bosch gebracht voor verhoor. Ze werden verdacht van meerdere inbraken (soms met geweld) in het zuiden van de Meierij. Van eind november 1804 tot januari 1805 zijn ze allemaal meerdere keren verhoord. In de loop van het onderzoek werden nog een jongeman en twee vrouwen gearresteerd.

Aanvankelijk ontkennen ze allemaal iedere betrokkenheid bij de overvallen waarvan ze beschuldigd worden. Maar nadat een van hen, Hendrik van Ham, de anderen verlinkt heeft, en er confrontaties met getuigen hebben plaatsgevonden, bekent de een na de ander schuld.

Het hardnekkigst blijft de “leider” van de bende, eigenlijk meer een lost/vast groepje mensen dat in wisselende samenstelling inbraken pleegt, dan een echte organisatie. Maar ook deze Joost de Rooy, een 34-jarige varkensdrijver, stort na het zevende verhoor in en bekent. Daarmee is er voldoende bewijsmateriaal verzameld voor een vonnis en dat is niet mals.

Hendrik Koenen, Piet Smolders, Coob van de Weijer en Joost de Rooy worden op 10 mei 1805 opgehangen. Bartel Smolders, Jennemie van de Poel en Johanna van de Poel worden gegeseld, gebrandmerkt, voor 25 jaar opgesloten in een tuchthuis en ook nog eens voor eeuwig verbannen uit het “Departement Braband”. Gerrit van de Weijer (zoon van Coob), en Hendrik van Ham worden niet veroordeeld.

Bartel Smolders krijgt nog een bijzonder strafelement opgelegd: hij moet de executie van de anderen bijwonen, met een strop om zijn nek, als een soort waarschuwing: zo dicht ben je bij ophanging. De 29-jarige man uit Knegsel zit zijn straf uit in het tuchthuis van Den Bosch, waardoor we ook zijn signalement hebben: 5 voet en 2 duim (c. 1,55 m) lang; donkerbruin haar; bruine ogen; hangende neus; middelmatige mond; spitse kin; gezonde kleur en rond gezicht. In 1820 kreeg hij een straftijdverkorting van vijf jaar.

Maar hoe zit het nu met die overval op de Dommelse watermolen? De verslagen van de verhoren van de Steenselse Bende vind je in het archief van de Hoge Vierschaar, 1803-1811 (’s-Hertogenbosch, Stadsarchief, toeg.nr. 15, inv.nr. 3365: akten van verhoor en confrontatie 1804-1805). In deze verhoren komt die overval echter niet voor. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat het niet is gebeurd, alleen dat de eventuele daders niet voor deze zaak zijn veroordeeld.

Reacties (4)

JEE Keunen zei op 29 april 2012 om 11:14
Ook dit verhaal staat vol aantonabre onjuistheden. Onbegrijpelijk dat de redactie van het BHIC zich verlaagt tot het amateuristische niveau van 3e rangs streekromannetjes.
frank zei op 29 april 2012 om 11:44
Ik ben wel benieuwd wat dan het juiste verhaal is meneer/mevrouw Keunen?
Christian van der Ven, BHIC zei op 1 mei 2012 om 09:33
@JEE Keunen: Dank voor uw reactie. Een soortgelijke reactie liet u achter bij het verhaal over de "familieperikelen" (http://www.bhic.nl/index.php?id=12006) en daar heb ik dan ook uitgebreid gereageerd.

Ook hier geldt: als u ons laat weten wat er niet klopt, dan passen we dit zo snel mogelijk aan. Graag zelfs! Want ook wij zijn, net als Frank, natuurlijk benieuwd naar het juiste verhaal.
Rien Wols, namens BHIC bhic zei op 14 mei 2012 om 09:20
Inmiddels heeft Jan Keunen ons van een aantal data voorzien en hebben we zelf nog wat aanvullend onderzoek verricht, waardoor het verhaal er nu toch net wat anders is uit komen te zien. Met dank aan Jan voor zijn reactie.
Voor wie nu erg nieuwgierig is geraakt naar die Steenselse bende, raden we het artikel aan van M.J.J. Theunissen, “Uit armoede op het dievenpad. De lotgevallen van de Steenselse bende.” In: A. Dams, F.J.P. Huijbregts en J. Spoorenberg red., Drie Zaligheden Eersel-Duizel-Steensel. Een bijdrage tot haar geschiedenis (Hapert 1989).

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.