Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Een en ander staat beschreven in het boek van Uri Nooteboom, Het land der Sniedersen, dat niet voor niets als ondertitel draagt: Biografische roman uit de Kempen. Het is duidelijk dat het Nooteboom eerder te doen was om een spannend, goed verteld verhaal, dan om de historische feiten. Lees hier zijn versie van de gebeurtenissen.
Die Steenselse Bende heeft overigens wel degelijk bestaan. In 1804 werden zes mannen gearresteerd en naar de Hoogschout in Den Bosch gebracht voor verhoor. Ze werden verdacht van meerdere inbraken (soms met geweld) in het zuiden van de Meierij. Van eind november 1804 tot januari 1805 zijn ze allemaal meerdere keren verhoord. In de loop van het onderzoek werden nog een jongeman en twee vrouwen gearresteerd.
Aanvankelijk ontkennen ze allemaal iedere betrokkenheid bij de overvallen waarvan ze beschuldigd worden. Maar nadat een van hen, Hendrik van Ham, de anderen verlinkt heeft, en er confrontaties met getuigen hebben plaatsgevonden, bekent de een na de ander schuld.
Het hardnekkigst blijft de “leider” van de bende, eigenlijk meer een lost/vast groepje mensen dat in wisselende samenstelling inbraken pleegt, dan een echte organisatie. Maar ook deze Joost de Rooy, een 34-jarige varkensdrijver, stort na het zevende verhoor in en bekent. Daarmee is er voldoende bewijsmateriaal verzameld voor een vonnis en dat is niet mals.
Hendrik Koenen, Piet Smolders, Coob van de Weijer en Joost de Rooy worden op 10 mei 1805 opgehangen. Bartel Smolders, Jennemie van de Poel en Johanna van de Poel worden gegeseld, gebrandmerkt, voor 25 jaar opgesloten in een tuchthuis en ook nog eens voor eeuwig verbannen uit het “Departement Braband”. Gerrit van de Weijer (zoon van Coob), en Hendrik van Ham worden niet veroordeeld.
Bartel Smolders krijgt nog een bijzonder strafelement opgelegd: hij moet de executie van de anderen bijwonen, met een strop om zijn nek, als een soort waarschuwing: zo dicht ben je bij ophanging. De 29-jarige man uit Knegsel zit zijn straf uit in het tuchthuis van Den Bosch, waardoor we ook zijn signalement hebben: 5 voet en 2 duim (c. 1,55 m) lang; donkerbruin haar; bruine ogen; hangende neus; middelmatige mond; spitse kin; gezonde kleur en rond gezicht. In 1820 kreeg hij een straftijdverkorting van vijf jaar.
Maar hoe zit het nu met die overval op de Dommelse watermolen? De verslagen van de verhoren van de Steenselse Bende vind je in het archief van de Hoge Vierschaar, 1803-1811 (’s-Hertogenbosch, Stadsarchief, toeg.nr. 15, inv.nr. 3365: akten van verhoor en confrontatie 1804-1805). In deze verhoren komt die overval echter niet voor. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat het niet is gebeurd, alleen dat de eventuele daders niet voor deze zaak zijn veroordeeld.