Pastoor Lamers is vooral bekend geworden als de man die het H. Kruisretabel, dat nu staat te pronken in de Sint-Janskathedraal in Den Bosch, verpatst heeft. Hij werd geboren in Groesbeek.
In 1811 werd hij kapelaan in Beuningen en in 1813 kapelaan te Wanroy. In 1817 werd hij pastoor in Puiflijk en 1826 belandde hij in St. Anthonis, waar hij op 7 april 1849 is overleden.
Hij diende in 1832 bij het rijk een verzoek in om subsidie voor herstelwerkzaamheden aan de kerk ter grootte van ƒ 4.000,-. Dat verzoek werd speciaal ondersteund door de gouverneur van Brabant, Jhr. A.J.L. baron Van den Bogaerde van Terbrugge. Dat leidde ertoe dat in 1835 ƒ 2.000,- werd toegezegd en in 1839 werd uitgekeerd.
De baron was de eerste voorzitter van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant. In 1835 had hij kasteel Heeswijk aangekocht en gedeeltelijk ingericht als museum, vandaar zijn belangstelling voor het retabel. Als dank voor de steun ruilde pastoor Lamers het retabel voor twee beelden van J.J. van Neer, die gebruikt werden voor het nieuwe hoofdaltaar.
In 1901 kwam het retabel voor ƒ 12.870,- naar de St.-Jan. Dit H. Kruisretabel was rond 1514 gemaakt in Antwerpen en daar al vòòr 1520 gekocht door de kerk van St. Anthonis, want dan wordt het vermeld in een poullè. Het retabel is in 1694 gerestaureerd en misschien opnieuw gepolychromeerd. Van den Bogaerde heeft waarschijnlijk zelfs twee stukken vervangen.
Ter verontschuldiging van de pastoor kan gezegd worden, dat het retabel waarschijnlijk nu beter bewaard is gebleven, want in Boxmeer bijvoorbeeld is het retabel gesloopt.
De baron was de eerste voorzitter van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant. In 1835 had hij kasteel Heeswijk aangekocht en gedeeltelijk ingericht als museum, vandaar zijn belangstelling voor het retabel. Als dank voor de steun ruilde pastoor Lamers het retabel voor twee beelden van J.J. van Neer, die gebruikt werden voor het nieuwe hoofdaltaar. 
