Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1877, op zestienjarige leeftijd, verhuisde hij naar Den Bosch, waar zijn kunstenaarsopleiding begon.
Dat was aan de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten, een opleiding die vooral tegen het einde van de 19e eeuw en in het begin van de 20e eeuw een belangrijke groep kunstenaars heeft voortgebracht. Behalve Pieter de Josselin de Jong behoorden daar ook Antoon Derkinderen, Herman Moerkerk, Jan Bogaerts, Antoon van Welie, Hendrik de Laat, Marius de Leeuw en Jan Sluijters toe. Veel van deze kunstenaars zijn opgeleid door twee schilders uit de Bossche schildersfamilie Slager, Petrus Marinus Slager en zijn zoon Piet Slager.
Na Den Bosch studeerde De Josselin de Jong in Antwerpen aan de Akademie voor Beeldende Kunst, en in Parijs aan de Ecole des Beaux Arts. Hij maakte ook nog een studiereis naar Rome. Zijn debuut als historieschilder werd alom bekroond en hij leidde een druk leven als portretschilder. Van 1883 tot 1897 werkte hij in Den Haag. In 1897 verbleef hij een tijd in Rheden, daarna in Wassenaar (tot 1903). Van 1903 tot aan zijn dood in 1906 woonde en werkte hij weer in Den Haag.
Hij schilderde, aquarelleerde, etste en tekende portretten, figuur- en genrestukken. Later maakte hij ook landschappen en vooral interieurs van fabrieken en werkplaatsen, met name in Engeland, Limburg en Drenthe. Zijn belangstelling voor de zware industrie leverde zijn meest originele bijdragen aan de Nederlandse schilderkunst op. Als portretschilder schilderde hij onder andere een portret van koningin Wilhelmina (nu in paleis het Loo) en van koningin-moeder Emma (Centraal Museum Utrecht).
Pieter de Josselin de Jong kreeg in zijn tijd veel waardering. Koning Willem III verleende hem al in 1883 een gouden medaille. Maar ook later ontving hij veel onderscheidingen (o.a. Amsterdam 1883 en 1886; Parijs 1889, 1900; St. Louis, V.S, 1904).
Het Noordbrabants Museum in Den Bosch heeft twee portretten van zijn hand in de collectie: een van Joseph Israëls (vader van de schilder Isaac) en een van Dora Jacobs-Hartogensis. Zijn werken hangen in musea in Amsterdam, Delft, Den Haag, Leeuwarden, Leiden en Utrecht. De gemeente Sint-Oedenrode heeft het schilderij ‘Twee meisjes’ van De Josselin de Jong in de collectie. De beroemde schilder wordt in het gemeentehuis geëerd met een borstbeeld.
Hij overleed in Amsterdam, waar hij lid was van de kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae.