Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Omdat hij tot de goederen van de stadhouder behoorde, wordt hij ook wel domeinmolen of domaniale molen genoemd. Door problemen tussen de aannemer en de rentmeester der Domeinen duurde het tien jaar voordat met de herbouw werd begonnen. Intussen wordt door de Domeinraad een peil voor de molen vastgesteld. Het tegenhouden van water, nodig voor de aandrijving van de molen, zorgde vaak voor wateroverlast. Ook in Dongen zijn er in 1686 problemen over het peil.
In 1778 laat de Prins van Oranje naast de watermolen een windmolen bouwen, die bekend staat als de Prinsenmolen. De watermolen werkt van dan af alleen nog ’s winters.
In 1816 worden de watermolen en de sluizen gerestaureerd. In hetzelfde jaar wordt zij in de statistieken vermeld als waterkorenmolen. Maar bij de verpachting in 1828 is sprake van een koren- en schorsmolen. De gemalen schors wordt gebruikt in de leerlooierij.
Nog in 1828 pacht Wouter Josephus Heijs uit Dongen de molens, het contract loopt tot 1834, maar hij koopt ze vervolgens in 1829 voor ƒ20.000,-. In 1832 staat zijn weduwe, Maria Loonen, te boek als eigenaar van de molens.
Dat een watermolen niet geheel ongevaarlijk is toont een tweetal voorvallen. In januari 1883 raken twee meisjes van 6 en 4 jaar bij de molen te water. De oudste komt er goed vanaf, maar de jongste wordt door het waterrad vrij ernstig verwond. “Men vreest voor haar behoud,” schrijft De Grondwet op 11 januari.
Een tweede bericht, in de Nieuwe Tilburgsche Courant gaat over 22 oktober 1903, toen de molenaarsknecht de bocht te krap nam, toen hij met kar en paard de poort in wilde draaien. Daardoor kwam hij te dicht bij de sluis, met als gevolg dat de dam gedeeltelijk afbrak. De kar, geladen met 4.000 kilo schors, en het paard vielen in het water, maar alles kon zonder ernstige schade worden gered.
De watermolen brandt af in de nacht van 30 op 31 december 1911, maar nog enkele jaren runt de familie een met een motor aangedreven maalderij. In 1912 wordt het stuwrecht verkocht.
De familie Heijs blijft tot ca. 1920 eigenaar van de molen. Daarna wordt hij verkocht aan E.J. Schellings uit Sint-Michielsgestel, die de watermolen in 1936 laat afbreken. Op het terrein wordt een tuin aangelegd.
Molendatabase, id nr. 15023
Ad Vorselaars, Kroniek op de Brabantse molens
Word-document, (2007)
L.A.A. IJpelaar en K. Kremer, Dongen tussen Den Heuvel, Lage Ham en D’End, z.p. 2006
Piet-Hein van Halder, Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu, z.p. 2010
Heemkundekring De Heerlyckheit Dongen (ed.), Oud Dongen in Beeld II, z.p. z.j.
De Grondwet van 11 januari 1883
Nieuwe Tilburgsche Courant, van 25 oktober 1903
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant van 4 januari 1912