Protest tegen "Doodskoppenweg"

Deze weg is in de jaren dertig verhard, maar daarna nauwelijks onderhouden, met als gevolg een weg die niet onderdoet voor de testbaan van een autofabriek, concludeert het Brabants Dagblad.

"Als het zo doorgaat, gaan we terug naar het jaar 1937, toen men palen liet aanbrengen om karrespoor en voetpad van elkaar te scheiden", schrijft het Aktiecomitee in een protestbrief. "Het is toch treurig dat in 1970, waarin miljoenen worden uitgegeven voor aanleg van wegen, deze toch drukke wegen zo gevaarlijk blijven voor elke weggebruiker."

Als kerkdorp van Geffen, Heesch en Nuland voelt Vinkel zich het ondergeschoven kindje. "Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant kennen Vinkel niet", meent het Aktiecomitee. Of dat waar is, wordt niet duidelijk maar feit is wel dat Vinkel lang moet wachten op een nieuwe weg. Hoewel al in 1970 al stevig aan de noodrem wordt getrokken, duurt het tot 1976 voordat de wals over de weg rijdt.

Dan wordt er flink uitgepakt om dit feit uitgebreid te vieren. Pastoor Lapidaire uit Heesch fietst op een ouderwetse fiets, samen met pastoor Remmen uit Vinkel en gedeputeerde Brokx over de weg, toegejuicht door inwoners.

Maar een kritische noot blijft, zo merkt Brokx aan den lijve. Van burgemeester Dosker van Heesch krijgt hij een tekening waarop een hond staat die in een stoel zit, terwijl zijn baas er naast zit. De 'omgekeerde wereld', want de gemeenten Nistelrode en Heesch willen dat de provincie het verkeer uit de dorpen haalt, terwijl de provincie het de verantwoordelijkheid van de gemeenten vindt. Inwoners van Vinkel maken zich hierover minder druk; zij zijn blij dat ze weer normaal door hun eigen dorp kunnen rijden.