
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ten tijde van de gouverneur George Johan van Weede van Walenburg verkeerden de vestingwerken in een vrij desolate staat. Er was werk aan de winkel en nadat de oorlog met Frankrijk was uitgebroken groeide het besef dat een noodzakelijke verbetering een de stadsverdediging snel ter hand genomen moest worden. In juni 1672 werd koortsachtig gewerkt aan herstel van de wallen en stadsmuren. Uiteindelijk werd de stad door de Fransen ingenomen ondanks de mogelijkheid tot inundatie, de zes zware bolwerken of bastions, eveneens zes ravelijnen, vier hoornwerken, de diepe brede grachten, de contrescarp, de 52 kanonnen op de wallen, 140.000 pond kanonskogels, 70.000 pond geweerkogels en 1.500 handgranaten. De Duc de Turenne wist de stad in te nemen en de capitulatie was daarmee een feit!
Het Franse garnizoen te Grave, onder bevel van de markies De Chamilly bestond uit de volgende onderdelen: twee bataljons van het regiment Normandië, een bataljon van het regiment Vendôme, een bataljon van het regiment Languedoc, een bataljon van het regiment Bourgogne, een bataljon van het regiment Dampierre, het cavalerieregiment van Saint Louis en het ruiterescadron van Carcado. In totaal 80 compagnieën met ieder 50 soldaten = 4000 manschappen.
Carel Rabenhaupt (1602-1675) had de opdracht gekregen het Franse beleg te breken. Laguette schetst in zijn lijvig en gedetailleerd artikel de activiteiten van Rabenhaupt tussen 15 juli en 26 oktober 1674, waarna De Chamilly (1636-1715) capituleerde. Vanaf dat moment brak voor kwartier Peelland een nieuwe periode aan richting garnizoen Grave, waar aardig wat arbeiders werden geordonneerd aan de fortificatie van Grave te werken.
Het is onvoorstelbaar wat de dorpen in Peelland hebben moeten opbrengen om te voldoen aan al die eisen van legeroversten, vanuit welk van die vijf garnizoenen ook. Je zou er een boek mee kunnen vullen, maar om een idee te krijgen van de zware lasten lichten we er slechts één dorp uit dat vast en zeker illustratief is voor de andere 28 plaatsen in Peelland. We hebben de keuze laten vallen op Deurne met de lijst die was opgesteld door de schepenen aldaar, die we letterlijk weergeven. Hierin gaat het vooral om de veelvuldige verteringen van groepen militairen, wat slechts één aspect is van de totale oorlogsschade.
Extract uijt de manuale ofte schultboecken vande waerden ende andere particulieren nabueren van verteeringen ende andere diensten, aen militaire volckeren ruijters ende soldaten in dienst van Hare Hoogh Mogende, gedaen inde heerlijckheijt ende dinghbancke van Deurne met verklaringhe onder manne waerheijt in plaatse van eede die sij alle presenteren des noodt ende wettelijck versocht sijnde te presteren:
quod attestor – J. van Hoeck secretarius substituut in Deurne
We sluiten dit artikel af met een van de vele smeekschriften waarvan de tekst tekenend is voor deze oorlogsperiode.
Rekest aan de Raad van State van de ‘arme gansch bedroefde bedorven ellendige ingesetenen van Peelland die door de huidige oorlog overvloedig zijn getroffen door alle doortochten van legereenheden van Tongeren, Maaseijk, Cranendonck en Grave van de staatse en vijandelijke troepen waarop de bekende klachten volgen van plunderingen van huizen kerken en kapellen en roverijen en de betalingen aan allerlei kantoren i.v.m. verpondingen gemene middelen en andere vormen van belasting, het wegtrekken van inwoners uit hun dorpen die er desolaat bij liggen en men weinig over heeft om alle hongerige buikjes van de kinderen te vullen en het landschap is vergaan tot een woestenij en de beroofde ingezetenen vragen om ontferming van bovenaf ook voor wat betreft allerlei leveranties en werkzaamheden aan schansen en andere fortificaties en de kostelijke executies die volgen als ze niet op tijd zijn met hun betalingen en ze geven aan ‘met herten en sielen te verlangen naar vrede’ en verzoeken om medelijden met hun toestand en verlichting t.a.v. al die extra betalingen.
J.A.Ph. Laguette in: Beleg en herovering van Grave in 1674 in de reeks “Krijgsgeschiedenis van Grave 1672-1674 (Militaire Spectator);
Scans van Kwartiersarchief BHIC toegang 2 inv. nrs. 155 t/m 159 Deurne inv. nr. 155 scan 161-162; inv. nr. 156 scan 19 en 20
Meer weten over het Rampjaar 1672 in het Kwartier van Peelland?