
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hoe Wil bij de vrouwenbeweging betrokken raakte, werd mede bepaald door het gezin en het milieu waarin zij opgroeide. Wil werd geboren en getogen in Dordrecht, waar haar ouders een zaak hadden in serviezen en huishoudelijke artikelen, dus een echt middenstandsgezin. Ze kon goed leren, maar naar school gaan op het Stedelijk Gymnasium in Dordrecht zat er voor haar, vanwege haar religieuze achtergrond, niet in. Ze was immers telg van een door en door katholiek gezin in een overwegend protestantse stad. Geschikt katholieke middelbaar onderwijs voor de kinderen die verder wilden leren, was er niet. Voor middelbaar onderwijs werden zij daarom door hun ouders naar Rotterdam gestuurd. Wil arriveerde er in de jaren veertig, op een meisjesschool van de Zusters van JMJ. Haar hele middelbare opleiding heeft ze vervolgens in Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog doorlopen. Ze reisde met de stoomtrein op en neer.
Sportief als ze was (in Dordrecht was ze bijvoorbeeld lid van de turnclub), besloot Wil om gymlerares te worden. Ze herinnert zich hoe haar lerares Grieks en Latijn wel even de wenkbrauwen fronste na het antwoord op haar vraag wat Wil verder wilde gaan studeren. Toch besloot Wil haar droom na te volgen en na de oorlog zou zij nog drie jaar verder leren aan de Leergangen in Tilburg. Deze keer geen meisjesschool, maar een klas met vier vrouwen en twintig mannen. 'Maar we werden wel op handen gedragen!', herinnert ze zich.
Na afronding van haar opleiding tot gymlerares brak een periode aan van uren sprokkelen, kwartbanen en nog minder dan dat, aan de huishoudschool, mulo en lagere school, alle in Rotterdam, tot ze een volledige werkweek bij elkaar had.
Het ging haar als geschoolde en voor haar tijd toch geëmancipeerde jonge vrouw dus voor de wind. Maar na een paar jaar kwam aan haar beginnende loopbaan in de gymnastiek een abrupt einde.
Niet alleen het katholieke milieu waarin ze opgroeide tekende Wils leven; minstens zo invloedrijk was de opvatting dat het huwelijk, het moederschap en het huishouden de natuurlijke bestemming van de vrouw vormden. Natuurlijk waren er volop vrouwen met werk, maar dat waren vaak jongeren in de levensfase tussen school en huwelijk. Een vrouw met een baan die óók nog echtgenote en moeder was… dat ging in die tijd volgens velen te ver, zo zou ook Wil ondervinden.
In 1956 trad Wil in het huwelijk en verhuisde ze naar Tilburg. Vrouwen moesten naar de regels van die tijd echter, zodra zij gingen trouwen, hun baan opzeggen. "Ik was een gehuwde ambtenares en dus mocht ik niet meer voor de klas staan. En ook was ik toen nog niet handelingsbekwaam", vertelt ze. Volgens het Nederlands huwelijksrecht was "de man het hoofd der echtvereniging". Wel kwam er hetzelfde jaar nog een einde aan deze ondergeschiktheid met de afschaffing van de Wet handelingsonbekwaamheid.
Na haar huwelijk zou Wil haar baan als gymlerares op de Rotterdamse scholen niet meer hervatten. Ze moest thuis blijven.
Wel richtte ze direct, als eerste in Brabant, clubjes huisvrouwengymnastiek op. Deze bestonden al in het westen van het land. Ze maakte hiervoor contact met huisvrouwen via het Katholiek Vrouwengilde en het Instituut voor Huishoudvoorlichting. (De clubjes zijn later overgegaan in 'Meer bewegen voor ouderen', dat momenteel bij de gemeente is ondergebracht.)
Ook sloot Wil zich aan bij het Katholiek Vrouwengilde, dat grotendeels bestond uit jonggehuwde vrouwen zoals zij. In 1970 benoemden de leden haar tot voorzitter. 'Ik werd het gewoon. Maar niet omdat ik dat wilde en meteen mijn vinger opstak', herinnert ze zich.
Zo begon Wils deelname aan een vrouwenbeweging, maar het verbindende element was daarbij toch in de eerste plaats de katholieke achtergrond.
Lange tijd is Wil bij het Katholiek Vrouwengilde betrokken geweest, waarvan vele jaren als voorzitter. Later, tijdens de tweede feministische golf, werd zij ook actief in de vrouwenbeweging buiten verzuild verband en opnieuw in een leidinggevende rol. Ze behoorde tot de vrouwen die in 1972 in Tilburg een Vrouwenraad stichtten en werd verkozen tot de eerste voorzitter.
Deze Tilburgse Vrouwenraad kwam er op initiatief van drie landelijke vrouwenbewegingen. Met het oog op het Jaar van de Vrouw in 1975 wilde men een gezamenlijke vrouwenbeweging oprichten en dit werd de Nederlandse Vrouwenraad, met plaatselijke afdelingen. Opvallend is dat dit gebeurde op het moment dat een nationale vrouwenraad nog in oprichting was; in Tilburg waren ze er dus als eerste bij en ze noemden het initiatief ook meteen Vrouwenraad, herinnert Wil zich.
De Vrouwenraad had als doel de samenwerking van de aangesloten organisaties te bevorderen, teneinde vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid de deelname van de vrouw in alle facetten van de samenleving te stimuleren. Deze organisaties waren bij de start:
Later ook:
Onder het voorzitterschap van Wil nam de Vrouwenraad in Tilburg initiatieven zoals:
De Vrouwenraad was ook nauw betrokken bij de activiteiten in het kader van het Internationaal Jaar van de Vrouw in 1975. Zo werd in de Tilburgse schouwburg een thema-avond "gezinsemancipatie" georganiseerd. De sprekers waren Marga Klompé, Hedy d'Ancona en Lène Dresen-Coenders.
De avond was een succes en de Vrouwenraad vond dat deze een vervolg moest krijgen. Vanuit deze gedachte begon de raad met het organiseren van vrouwenpraatgroepen en één gemengde groep, met als doel de emancipatie van de vrouw samen met de man.
Om deze groepen goed te leiden volgden de leden van de vrouwenraad cursussen aan de Volkshogeschool Noord-Brabant in Oisterwijk, met onder anderen Anja Meulenbelt. Ook kwam uit een van de praatgroepen het plan voort om een emancipatiecommissie in het leven te roepen, die de gemeente zou wijzen op mogelijkheden voor de emancipatie van de vrouw. Hieruit is de emancipatieprijs voor bijzondere vrouwen voortgekomen.
Een ander initiatief was de stichting van een Vrouwencentrum in een oude school aan de Van Sasse van Ysseltstraat in 1980. Wil zat vanuit de Vrouwenraad in de oprichtingscommissie. Deze commissie lobbyde bij wethouder Driessen voor een juiste huisvesting en bij wethouder Miet van Puijenbroek voor de organisatie van het beheer.
In het Vrouwencentrum werden gehuisvest: de Vrouwenraad, Vrouwencafé 'De Spinster', het Documentatiecentrum, de Vrouwenkrant, FORT-groepen en later Vrouw en Werk. Wil werd voorzitter.
In 1982, na tien jaar, is Wil met het voorzitterschap van de Vrouwenraad gestopt. Bij gelegenheid van dit afscheid werd een grote vrouweninformatiemarkt georganiseerd.
Later verhuisde het Vrouwencentrum naar het centrum van Tilburg, naar de Nieuwlandstraat, waar het op 8 maart (Internationale Vrouwendag) 1985 feestelijk werd geopend. Er werd onder andere gedanst op straat met muziek van de Veulpoepers.
Tot in 1977 heeft Wil het voorzitterschap van de Vrouwenraad nog weten te combineren met het voorzitterschap van het Katholiek Vrouwengilde. Maar het aantal initiatieven van de Vrouwenraad groeide en een keuze bleek noodzakelijk.
Ondertussen had Wils groeiende betrokkenheid bij de vrouwenbeweging ook veel invloed op haar eigen leven. Tot op het niveau van hoe zij zichzelf kleedde bijvoorbeeld. Zo besloot ze om nooit meer een rok of jurk te dragen. Voor deze en andere veranderingen in haar leven als geëmancipeerde vrouw vond Wil in haar gezin gelukkig veel steun. Naast haar man zijn ook haar kinderen, toen deze in de puberteit waren, écht in haar betrokkenheid bij de vrouwenbeweging meegegaan. Het huishouden rustte niet alleen op de schouders van de moeder. Ook de kinderen werden aangewezen om te koken. Het was een heel begripvolle en vrije omgeving.
Terugkijkend op haar werk in de persoonlijke bewustwording van vrouwen plaatst Wil ook een relativerende noot: 'Wij waren ook kinderen van onze tijd', merkt ze op. 'We gingen in de vrouwenbeweging mee. Maar hier in Tilburg was ik wel een pionier!'
Hoewel de vrouwenemancipatie in haar ogen zeker nog niet is voltooid, is volgens Wil ook veel in positieve zin veranderd, bijvoorbeeld in de verhoudingen in het huishouden. Ze haalt een folder tevoorschijn voor de cursus 'Mans genoeg', een initiatief van Feniks: Emancipatie Expertise Centrum in Tilburg. 'Mijn zoon en schoonzonen hebben deze niet nodig', constateert ze tevreden.
Dit artikel is gebaseerd op een interview van de auteur met Wil Onderdenwijngaard-van de Sandt in 2020.
Reageer hieronder, deel je herinneringen aan de vrouwenbeweging en vul deze pagina aan! Foto's kun je sturen naar info@bhic.nl. Wij voegen ze dan hier toe. Vragen en opmerkingen kun je ook plaatsen op het forum.