
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het grondgebied van Reek besloeg ruim 1.280 hectare. Reek was nooit een groot dorp qua inwonersaantallen, vandaar dat men al meteen in het begin van de 19e eeuw pogingen heeft gedaan om Reek als zelfstandige gemeente weer op te heffen. Dat leed echter telkens schipbreuk, tot een grootschalige gemeentelijke herindeling in 1942.
Per 16 juli 1942 werd Reek verdeeld over de omliggende gemeenten. Grave kreeg het gebied de "Bergen". Het Duifhuis en de Hoefkens gingen voor het grootste deel naar Zeeland. De rest, waaronder het dorp Reek, ging naar Schaijk.
In 1994 werden Reek, Schaijk en Zeeland samengevoegd tot de nieuwe gemeente Landerd. Hierbij werd ingegaan tegen het advies-Schampers, waarbij werd voorgesteld met respect voor de historische situatie Zeeland en Boekel samen met Uden één gemeente te laten vormen. De Tweede Kamer koos echter voor de combinatie Zeeland-Schaijk-Reek. Bij een volgende herindeling in 2022 zijn de gemeenten Uden en Landerd samengevoegd.
De naam Reek hangt samen met het middeleeuwse woord reke, dat een lange rij betekent. Het duidt op de langgerekte vorm die het dorp Reek van oudsher heeft gehad.
Een veel mooiere, maar helaas minder waarschijnlijke, verklaring zou zijn, dat Reek is afgeleid van een ander middeleeuws woord reke, dat “goede toestand” betekent.
Toen de Hoge Raad van Adel in 1815 aan de nieuwe gemeentebesturen in het land vroeg een voorstel in te dienen voor een gemeentewapen, grepen heel veel burgemeesters terug op een oud schepenzegel van het desbetreffende dorp. Voor Reek was dat niet mogelijk, omdat het dorp als onderdeel van het Maaskantgericht van het Land van Ravenstein nooit een eigen zegel of wapen had gevoerd.
Maar de burgemeester hoefde ook helemaal niet ver terug in de geschiedenis. Zijn voorstel voor een gemeentewapen had alles te maken met de recente manier waarop Reek zich gedragen had toen het Franse garnizoen in 1814 Grave had moeten verlaten. Hij schrijft in zijn brief dat de drie letters R staan voor 'Reek Religioni Regi', dat is Latijn voor “Reek voor godsdienst en vorst”. De bewoners van Reek hadden bij de blokkade van Grave, waar in 1814 een Frans garnizoen gelegen was, een bijzondere rol gespeeld.
De burgemeester schreef daarover: “de gemeente Reek is de eerste geweest op de linker Maasoever die op 15 januari 1814 in het gezicht van de naburige vijand – het Franse garnizoen der vesting Grave – de vlag heeft opgestoken en die dezelve door het roeren der trommen, en de houding aannemende, alsof de gemeente met militaire magt was bezet, tegen alle uitvallen der Franschen tot de komst van het Eerste Batallon van linie op 24 Februarij daaraanvolgende heeft weten te bewaren. De ingezetenen van Reek hebben zich gedurende de blokkade van Grave steeds bij alle attaques aan het spits van den landstorm bevonden en zich heldhaftig gedragen.”
Het wapen was vanwege die nationale gevoelens en trots ook in oranje-wit-blauw aangevraagd, vergezeld van festoenen, vaandels en wapentuig. Deze laatste versierselen heeft de Hoge Raad van Adel bij de definitieve toewijzing in 1818 echter weggelaten.
Het dappere Reek van rond 1814 telde ongeveer 700 inwoners. Rond 1850 was het aantal van 1.000 inwoners gepasseerd, maar in de tweede helft van de negentiende eeuw volgde een terugval, zodat Reek in de eerste decennia na 1900 nog steeds maar net een twintigtal inwoners boven de 1.000 had. Bij de opheffing van de gemeente in 1942 waren dat er 1.116. Na de Tweede Wereldoorlog groeide het inwonertal snel. In 2005 werd het aantal van 1.700 gepasseerd. Anno 2013 wonen er 1.725 mensen in Reek.
Grappig is wel dat het juist een Reekse was, namelijk Mirjam Koenen, die in augustus 1965 geboren werd als de 5000e inwoner van de gemeente Schaijk.
De landbouw vormde altijd de voornaamste bron van inkomsten. De opbrengsten van de paar kleine bedrijven die er waren, waren gering. Vóór de kanalisatie van de Maas in de jaren 1920 trad de rivier regelmatig buiten haar oevers, waardoor grote delen van Reek soms maandenlang onder water kwamen te staan. Het gevolg was dat de vruchtbare grond slechts als grasland gebruikt kon worden. Daarnaast eisten watersnoodrampen, zoals die van januari 1820, regelmatig hun tol.
Tot op heden heeft het dorp zijn landelijke karakter behouden.
De bevolking van Reek is altijd overwegend Rooms-Katholiek geweest. Het dorp viel oorspronkelijk onder de parochie van Velp. Wanneer Reek precies een eigen kapel heeft gekregen, is niet duidelijk. In ieder geval wordt al in 1455 van een kapel in Reek gesproken.
De kerk die later kwam, is gewijd aan de Heilige Antonius Abt en de Heilige Donatus. De kerk wordt voor het eerst vermeld in 1520. Pas in de 17e eeuw werd Reek een zelfstandige parochie. In 1789 werd de parochiekerk gesloopt en in 1803 herbouwd. In 1926 is ook deze kerk afgebroken en door een nieuwe kerk vervangen.
In een oorkonde uit 1356 wordt voor het eerst over de buurtschap de Reke gesproken. Een andere oorkonde uit de veertiende eeuw, uit 1382, heeft het over een boerderij, gelegen “inden Reke bij den Velperhout”. Ook in die laatste oorkonde wordt duidelijk gedoeld op een buurtschap, dat later zal uitgroeien tot het dorp Reek.
Naast enkele monumentale boerderijen uit de negentiende eeuw, kent Reek een bijzonder woonhuis, namelijk dat van de orgelbouwersfamilie Smits. Verder zijn er de molen, het klooster Sint-Elisabeth en het voormalige Verenigingslokaal van de Boerenbond.