In 1896 verzoekt Isidoor Sagaert om een plaats op de kermis: hij wil graag zijn tent opbouwen om zijn levende wonderkoe te tonen, geboren met twee armen en vier schouderbladen. Peter Hoefnagel verzoekt in 1902 om een standplaats op de kermis voor een Amerikaanse remschommel, die geen gevaar voor de kinderen is. Ook in 1902 wordt om een standplaats gevraagd door de familie Stips uit Stratum om met een Hippodroom op de kermis te mogen staan.
De heer Janvier, stoomcarrouselhouder te Bergen op Zoom, deelt in 1904 mee dat de entreeprijs 5 cent bedraagt voor kinderen met een rit. Maar er zijn ook couponboekjes van 10 ritten die tegen een veel lagere prijs worden uitgegeven. Janvier houdt ook rekening met de minvermogende kinderen: “ik wil op twee werkdagen de kermis telkens 2 uren gratis laten draaien, een dag de jongens, de andere dag de meisjes, voor schoolgaande kinderen. Voor een huur te bepalen met goedvinden van de gemeente.”
Niet iedereen is blij met de kermis. Het bestuur van de Sint-Paulusvereniging, met vierhonderd leden, vraagt in 1907 de duur van de kermis te verkorten, “aangezien daardoor ongetwijfeld het drankmisbruik met al zijn treurige gevolgen zal verminderen, terwijl het aantal dagen aan nuttigen arbeid besteed zal vermeerderen.”
In 1910 vindt de werkgeefster van de sigarenfabriek “Mignon & de Block” dat het in belang van haar personeel en voor de regelmatigheid der werkzaamheden wenselijk is om de kermis in de gemeente zoveel mogelijk te bekorten en op woensdagavond te doen eindigen.
Door het samenvallen van de Rooise kermis met die van Eindhoven en Boxtel zien de vergunninghouders hun inkomsten verontrustend achteruit gaan en ze vragen in 1923 dan ook om de kermis in de eerste helft van juli te doen houden. Dan worden er in de omgeving geen andere kermissen gehouden. Besloten wordt dat de kermis zal worden gehouden vanaf de tweede zondag in juli en dat hij zal duren van zondag tot en met woensdag.
Dan zijn er ook nog randverschijnselen: na de kermis moet het Marktveld schoongemaakt worden. In 1924 wordt dat gedaan door Adriaan van de Bersselaar voor een loon van ƒ2,50.
En omdat gedurende de kermisdagen de lijn naar de tramremise versperd is, moeten de locomotieven ‘s nachts buiten blijven. Ook zal een wagen met briketten buiten op het Marktveld geplaatst moeten worden. Omdat het gewaagd is zo’n wagen met briketten temidden van het kermisvolk neer te zetten, wil de Tramwegmaatschappij “De Meijerij” er graag op rekenen dat de politie geregeld een waakzaam oog houdt op die wagen met briketten.
